We leven van verhalen. Ideologie, religie, politiek, statistiek, economie, het zijn allemaal verhalen waardoor we de wereld om ons heen proberen te begrijpen en te ervaren. Het verhalen die allemaal weer met elkaar verweven zijn, op elkaar reageren, geïnspireerd zijn. Iets wordt pas meer dan dat als we een ander er over vertellen. Het verhaal maakt iets waardevoller.
Inspiratie is het verbinden van verhalen om zo tot nieuwe verhalen te komen. Het mogelijk maken van nieuwe verhalen. We noemen het ook wel ideeën maar dat dekt eigenlijk de lading niet. Pas zodra het een verhaal krijgt, krijgt een nieuw idee betekenis. Een idee dat niet verder verteld wordt, is betekenisloos. Een verhaal dat door verteld wordt, en velen raakt, is betekenisvol.
Het werk van Oscar Santillan (1980) volg ik al een tijdje met veel waardering. Hij weet als geen ander met beelden verhalen te vertellen. Veel werk krijgt pas betekenis zodra je het verhaal van het object weet. Niet het concept, het verhaal. Hier ontstaat al snel de misvatting dat zijn werk illustratief zou zijn. Verre van dat, Santillan weet een narratief te destilleren tot een object. Hij verbindt objecten en mensen aan elkaar en als het even kan, ook veel verhalen.
Verhalen van een eiland dat vol met goud zou zijn volgens de inheemse bevolking van Amerika toen Columbus dacht in India te zijn beland. Het eiland is echter nooit aangetroffen op de locaties waar het zou moeten liggen. Of hoe iemand als enige mens ooit geraakt werd door een meteoriet en het kon navertellen. Of hoe bijna een hele filmploeg onder een lawine bedolven raakte, slechts enkelen die net iets eerder waren vetrokken hebben de ramp overleeft en konden vertellen hoe de film zou worden.
Verhalen die op het eerste gezicht misschien weinig met elkaar van doen hebben. Zodra Santillan ze verbindt met elkaar vormen ze een vanzelfsprekend geheel. Op het eerste gezicht voelt het misschien wat hermetisch aan. Een stuk kristal op een zwarte plaat, een vreemde foto, een projectie en drie diaprojectoren die op een ronde schijf verschillende beelden laat zien.
Het is juist het tekstuele dat hier de rode draad toont. De dia’s tonen ieder steeds één regel tekst en een beeld. Het zijn verhalen die op laterale wijze met elkaar verbonden worden. Tegelijk geven al die verhalen duiding aan de werken die getoond worden. Het verhaal wordt verteld en de objecten krijgen mede dankzij hun titel een betekenis die het beeld overstijgt.
Alle verhalen hebben delen de grote thema’s, tijd, begin en het einde, leven en dood, aanwezig en afwezig. Zoals alle grote verhalen eigenlijk, maakt Santillan hier met behulp van objecten en verhalen een nieuw groot verhaal. Ook al is dat verhaal niet te reproduceren, alleen de delen ervan, de som niet. Het is juist de som, de verbinding van alle losse delen waar de kwaliteit zit van Santillan zijn werk. Het verbinden.
In tijden waarin steeds meer mensen hun verhaal als een op zich zelf staand eiland zien, hebben we misschien wel juist kunstenaars nodig die juist laten zien dat al die verhalen met elkaar verbonden zijn en niet op zichzelf staan. Betekenis staat nooit op zichzelf maar is altijd in relatie tot de ander. Een verhaal kan verteld worden. Maar als het niet aangehoord wordt… is er ook geen verbinding.
Het werk van Oscar Santillan is nog tot en met 10 juli te zien bij Witte de With in Rotterdam.