De invloed van computertechnologie is moeilijk te overschatten. Zeker met de komst van het internet en de komst van Big Data waarin uit de logaritmisch groeiende hoeveelheden data steeds specifiekere gegevens worden gestuurd. Zo verwerkt het Amerikaanse Wallmarkt een miljoen transacties per uur en destilleert daaruit trends maar ook volgen ze daarmee koop gedrag om zodoende allerlei niet direct afleidbare gegevens te verkrijgen over hun klanten. Google en Facebook, beiden berucht over hun privacybeleid zijn inmiddels in staat om te bedenken wat voor producten iemand in de toekomst nodig zou hebben op basis van het surfgedrag. Zelfs op welke politieke partij je gisteren waarschijnlijk gestemd hebt is bij hun bekend op basis van je internetgebruik.
Dat demografie en de computertechnologie hand in hand met elkaar samen gaan zal nu niemand verbazen. Dat die twee entiteiten al in een vroeg stadium samen gingen niet. Nog ver voor de uitvinding van de computer (de Z1 in 1938) werden in 1890 ponskaarten (met net als de computers op basis van een binair stelsel) gebruikt voor de volkstelling in de VS.
Door het gebruik van de ponskaarten ging de dataverwerking in 1890 stukken sneller. De volkstelling in 1850 was kleiner maar duurde ruim 8 jaar voordat deze volledig verwerkt was. De editie van 1890 was binnen een jaar volledig afgehandeld waarbij binnen 6 weken bekend was hoeveel inwoners er precies waren.
Het gebruik van de ponskaarten op zich was niets nieuws. De oorsprong van deze kaarten kwam uit 1801 voor het Jaquardgetouw. De werking was relatief eenvoudig, doordat er een gat in de kaart zat, kon er een mechanisch een stang doorheen die elders niet werd doorgelaten. Hierdoor kon er een complex patroon ineens stukken sneller worden uitgevoerd. De kaarten waren dus eigenlijk de eerste informatiedrager.
Rossella Biscotti (1978) combineerde zowel het gebruik van het Jaquardgetouw als het concept van demografie met elkaar. Ze gebruikte demografische informatie van haar huidige woonplaats Brussel en destilleerde deze data tot data voor het Jaqcuardgetouw.
Het resultaat laat zich zonder deze voorgaande informatie moeilijk lezen. Tenzij je van te voren goed op de hoogte bent van de geschiedenis van de computertechnologie is het niet direct duidelijk waar het werk precies over gaat. Dat demografie van belang is laat zich direct lezen uit het werk.
Een tweede blik op het werk toont de aan-uit patronen die ogenschijnlijk volledig willekeurig zijn. De indruk wordt gewekt dat de stukken textiel een zekere bron van informatie dragen die zich door de toeschouwer niet direct laten aflezen.
Achteraf maakt de zaaltekst duidelijk waar hem dat in zit, het is ook niet bedoelt voor de toeschouwer om die informatie te begrijpen, de computer of beter gezegd, de machines waarmee in 1980 de volkstelling gedaan werden zouden er veel meer van begrijpen.
Het werk van Biscotti zegt dan niet zo zeer iets over demografie, maar over de (on-)leesbaarheid van data. In tijden dat alles leesbaar, duidelijk en helder moet zijn is die positie waarin informatie ook gewoon onleesbaar mag zijn geen onbelangrijke. De oorsprong van het werk mag dan wel rationeel zijn, het resultaat is ook simpelweg puur esthetisch te benaderen.
Klik op de foto’s voor grotere afbeeldingen.
Laat een reactie achter;