Hoeveel plek heb je als kunstenaar nodig om een indrukwekkende tentoonstelling te maken? Veel kunstenaars zullen dan graag veel ruimte hebben, bij voorkeur museale formaten. Uitpakken dus.
Tom Poelmans (1984) pakte het ook ambitieus aan, maar dan wel op een zeer bescheiden vloeroppervlak. Ik gok dat het in totaal tien vierkante meter is. Het kan iets meer zijn of iets minder. Het is een bescheiden ruimte. Toch weet hij deze geheel naar zijn hand te zetten en gek genoeg lijkt hij zelfs uit te pakken, juist omdat het zo klein is.
De vloer is veranderd in kunstgras, de wanden zijn grijs geschilderd met daarop kapitelen gemaakt met behang dat oude kasteelmuren doet vermoeden. Het hoogtepunt is echter het bouwsel in het midden van de kleine ruimte dat doet denken aan een kasteeltoren.
Vergeet die museumzalen, een van de kleinste galerieruimtes die ik ken is eigenlijk nog veel interessanter. Deze presentatie van Tom Poelmans is daarvoor het bewijs. Met relatief bescheiden middelen tovert hij de ruimte op een onherkenbare manier om.
Het werk dat Poelmans er vervolgens toont past formeel gezien goed bij de installatie. Nergens wekt zijn kasteeltoren de indruk daadwerkelijk een kasteeltoren te zijn, het blijft een gekunsteld ding. Zijn schilderijen en tekeningen zijn in zekere zin even zo goed gekunsteld. Het had een Middeleeuws drieluik kunnen zijn maar is dat overduidelijk niet. Het had een ikoon kunnen zijn maar is overduidelijk een hedendaagse interpretatie van die beeldtaal. Het toont daarmee het verschil van toen met nu aan. Het werk van Poelmans gaat niet zo zeer over ridders en jonkvrouwen of Christelijke drieluiken, maar over de traditie van schilderkunst en zijn plek daarin. Als een kunstenaar die ten strijde trekt met zijn penseel in plaats van een zwaard.
Sommige kunstenaars hebben een museumzaal nodig als arena om hun krachten te tonen. Poelmans kan al met beduidend minder iemand omver blazen.
Laat een reactie achter;