Het Van Goghmuseum pakt uit met de tentoonstelling; Picasso in Parijs. Het lijkt misschien een open deur om het overweldigende oeuvre van Picasso in perioden op te delen, om zo nog enige grip op de zaak te behouden. Maar het werkt, zo biedt de tentoonstelling naast het werk van Picasso ook werk van tijdgenoten waar hij zo door beïnvloed werd en een video met beelden uit het Parijse stadsleven om een tijdsaanduiding te geven. Een vormelijke concessie van blauwe muren om zijn ‘blauwe periode’ mee aan te duiden en boven nog een zaal met natuurlijk schilderijen en beeldhouwwerken van zijn tweede definitieve periode in Parijs.
Het is altijd lastig om grip te krijgen op een bepaalde tijd en plek in de geschiedenis. De videobeelden die worden getoond van het Parijse stadsleven zijn even fraai als verwarrend. We zien de bourgeoisie met hun hoeden en schoteltjes thee, de blikken, de sigaren en de terrasjescultuur, maar de schillen van de tijd zijn afgevallen. Wat overblijft is een echo, een echo van impressionistische werken. Een lang vervlogen mode die niet meer de onze is. Het geheel komt me voor als een toneelstuk of kostuumdrama. De verhalen over kunstzinnige broeiplekken waar de kunstgeschiedenis vol mee zit zijn in Parijs vervallen tot simulacra. Wie wel eens op de Montmarte geweest is begrijpt dat hier geen creativiteit meer te vinden is, slechts een holle echo van een tijdsbeeld dat wel erg lang geleden is.
Wat overblijft zijn de beelden, de schilderijen, de kunstwerken die toch ergens de kloof met het verleden lijken te overbruggen. De aanstekelijke enthousiaste schilderingen van diverse taferelen uit zijn omgeving, herinnering of fantasie zijn niet verschrompeld door de tijd.
Laat een reactie achter;