Deze keer ben ik kort door de bocht, een van de meest overgewaardeerde tentoonstellingen die ik dit jaar zal zien. En dat om een aantal redenen die ik hier zal benoemen. Maar eerst, wat is er eigenlijk te zien en wat maakt het de moeite waard om te zien?
In het Van Abbemuseum is de oudbouw nu in gebruik genomen voor een retrospectief van het werk van Hito Steyerl (1966). Haar werk zijn hoofdzakelijk filmessays die gaan over vraagstukken als liquiditeit, zichtbaarheid en identiteit in relatie tot de financiële crisis en de omgang met het internet. Daarmee zijn alle grote actuele vraagstukken min of meer behandeld. Het is daarnaast goed te weten dat ze een Phd graad heeft in filosofie, dat is te merken aan het werk wat inhoudelijk goed doorwerkt is.
Maar, zoals al gezegd, het zijn hoofdzakelijk filmessay’s. Wat bezielt een museum om ruim 3 uur aan filmmateriaal voor te schotelen aan haar bezoekers op oncomfortabele bankjes of semi-artistieke ‘architectonische’ installaties? Een film van 10 minuten is dan overigens nog behapbaar maar het gemiddelde werk van Steyerl duurt aanzienlijk langer. Een praktisch punt is dat je als bezoeker natuurlijk altijd op het verkeerde moment binnen komt lopen en halverwege een film invalt. Oftewel, soms zie je de film praktisch bijna twee maal waarmee je bezoek aanzienlijk langer wordt dan 3 uur.
Dan is het praktischer de films thuis op de bank te zien, en dat kan want het Abbe heeft het één on-line gezet. Dan blijkt in elk geval dat het de concurrentie met andere websites bij mij in elk geval niet aan kan. Maar, je zit dan in elk geval niet op een onhandige halve half-pipe zoals in het museum. Een van die architectonische ingrepen die het werk moeten materialiseren en extra context geven maar in de praktijk behoorlijk discursieve blah-blah blijken te zijn.
Dat het werk leunt op discours blijkt vooral uit de niet-films; een reeks lichtbakken met censuurbalkjes, drie rode schermen en een diapresentatie op diverse teksten en afbeeldingen. Deze werken overtuigen in de regel niet. De censuur balkjes refereren aan foto’s op ebay waarop verschrikkelijkheden te zien zijn die normaal blijkbaar niet getoond mogen worden. De drie rode schermen zouden refereren aan het Rood Geel Blauw, maar dan alleen het Rood want we zitten in problematische tijden. De dia’s gingen over lente-plaatjes (goedkope erotische afbeeldingen uit Japan) waarvan de jpg-code is geglitcht door tekstfragmenten over de lente toe te voegen. Allemaal leuke ideetjes die nergens meer worden dan de inhoud die vervalt tot anekdote.
In zekere zin vervallen de films ook tot slechts discursieve anekdotes. Haar opmerkingen over liquiditeit (in relatie tot het vloeibare), zichtbaarheid (in relatie met pixels), het museum als oorlogsplek, etc etc zijn stuk voor stuk leuk gevonden. Ze zijn alleen niet origineel en bovendien onderhevig aan de inmiddels overbekende internet esthetiek waardoor ze ook visueel niet beklijven. Wat je overhoudt is een filosofisch discours wat geïllustreerd wordt met zo af en toe een grap om niet te droog te worden. Of, zoals in het geval van Loveley Andrea (waarbij ze een bondage foto van zichzelf terugzoekt) en November (over een vriendin van haar die icoon werd) met een autobiografisch sausje om bepaalde vragen omtrent werkelijkheid te kunnen stellen. Intellectueel entertainment dus, wat misschien ook wel het enthousiasme van sommigen verklaard.
Leuk om eens te zien op je laptop maar een grootse museale solopresentatie-waardig gaat me toch een paar stappen te ver. En nogmaals, wat bezielt het Abbemuseum om haar bezoekers ruim 3 uur op die klote bankjes naar films te laten kijken?
Het werk is nog te zien tot en met 22 juni te zien in het Abbemuseum te Eindhoven, voor wie zich dus een lange middag wil laten martelen. Anders zou ik het houden bij de vaste collectie die gelukkig wel echt de moeite waard is en niet op je laptop te zien is.
Sorry Niek, maar volgens mij ben je hier te kort door de bocht geweest. Hito Steyerl’s werk is visueel superrijk, bevat hartstikke veel archief-, documentair, reclame- en zelfgeschoten materiaal en je kun het absoluut niet wegschrijven als pure ‘internet-esthetiek’ omdat ze CGI gebruikt in haar laatste twee of drie films. De architectonische ingrepen werken juist heel goed, als je je bedenkt dat er op dit moment 13 (!) films getoond worden in de oudbouw van het Van Abbe.
Veel belangrijker nog vind ik het om te melden dat haar werk niet leunt op discours, het MAAKT discours, getuige haar vele essays. Als het op discours leunt dan is het er één waar zij zelf heel erg veel aan bijgedragen heeft en nog steeds bijdraagt (http://www.sternberg-press.com/?pageId=1398) Bovendien kijken we naar films die het midden houden tussen documentaire en kunst. De documentaire is een genre dat deel is van het discours van de journalistiek en dus van realisme en objectiviteit. Kunst is op die gebieden doorgaans wat problematischer of is ze op zijn minst niks verschuldigd en daar ligt hem hier de spanning natuurlijk. Wat het Van Abbe bezielt om haar bezoekers naar dit werk te laten kijken? Wat mij betreft en gezien de niet-onverdienstelijke bijdrage van Steyerl aan discussies omtrent bijvoorbeeld de politicalisering van beeld en socio-politieke aspecten van het maken van beeld in tijden van het internet, is een museale solo rijkelijk laat, maar kunnen we op zijn minst het Van Abbe nageven dat zij daar in ieder geval (bijna) als eerste bij zijn. Je neerbuigende toon vind ik in dit geval als lezer echt wat too much.
@Michiel, dank voor je uitgebreide reactie met enkele zinnige kanttekeningen waar ik inderdaad te kort door de bocht ben.
Met betrekking tot het visuele zou ik de overdaad aan beelden inderdaad geen armoede noemen, wel de wijze waarop ze die gebruikt die methodes gebruikt die we wel vaker zien. CGI heb ik haar inderdaad maar in 2 films op kunnen betrappen, maar ik zie het gebruik daarvan als dusdanig als geen enkel probleem. Wel de wijze waarop dit wordt gedaan in haar geval.
De architectonische ingrepen werken in zoverre dat de ruimtes niet allemaal hetzelfde zijn; geen black boxes. Maar afgezien daarvan is mij de reden van die ingrepen mij te ver gezocht. (Maar dat kan ook liggen aan hoe zij het zelf presenteerde met de rondleiding).
Over het discours heb je ook gelijk, maar, juist dat vind ik in deze het probleem. Haar teksten zijn super, maar haar werk is daar slechts een illustratie bij. Misschien werkt het voor haar vice versa, maar je zou ook mijn eigen werk (als Niek) toch niet verdedigen met het feit dat Lost Painters zo veel bezocht wordt en aangehaald wordt? (ander niveau maar zelfde vergelijking.) Het publiekelijk maken van die theorie (zoals je aangeeft in je tweede reactie) verdient ze inderdaad credits voor, dat geldt voor alle kunstenaars die hun inzichten delen (zoals ook jij met PietMondriaan). Maar nogmaals, daar valt het werk niet mee te verdedigen.
Dat het Abbe haar als spreker uitnodigt is zeer terecht (en hadden ze ook veel eerder kunnen doen), maar ruim 3 uur filmmateriaal op onhandige bankjes lijkt me voor de gemiddelde bezoeker erg ambitieus. En als het enige wat daar uit te destilleren valt een inhoudelijk discours is, geef me dan maar de teksten, die zijn zeker de moeite waard.
A propos, jouw werk leunt ook op discours; dat van de schilderkunst. Wat je misschien bedoelt hierboven is dat haar werk leunt op de theorie die erachter schuilt? En dan zou ik zeggen dat dat klopt, maar dat het vervolgens die theorie ook met je deelt en voor jou inzichtelijk probeert te maken. Dat is een gulheid of vrijgevigheid die je niet unbedingt veel ziet in de kunst.