Afgelopen donderdag opende de nieuwe editie van Unseen. De beurs voor hedendaagse fotografie en fotografische kunst. Want laten we wel wezen, niet alle fotografie is ook kunst, en andersom. Je kent het wel. Mooie technisch perfect geschoten beelden, maar artistiek verdomde mager. Het zijn mooie plaatjes voor boven de bank, maar dat maakt het nog niet automatisch ook interessant als kunst. Daar verwacht je toch dat de beelden over de grens van geruststellendheid heen stappen. Beide vormen zijn op deze beurs veelvuldig aan de orde.
Vergeleken met eerdere edities van de beurs, is het aantal internationale galleries wat is teruggedrongen. Dat zal voor een aanzienlijk deel liggen aan de gevolgen van de Corona crisis. Het maakt wel dat ook galeries die zich minder nadrukkelijk als fotogalerie positioneren hier werk tonen van kunstenaars die zich tot de fotografie verhouden. Dat levert daardoor een wat spannendere beurs op dan eerder edities. Het zijn simpelweg minder de traditionele fotografiefotografen, en meer kunstenaars die per ongeluk iets daar mee doen.
Het maakt dat de beurs als geheel meer lijkt op ee kunstbeurs. Dat is op zich geen probleem, maar ik vraag me af of de bezoekers die normaliter kwamen voor de meer traditionele fotografie kwamen ook wel voldoende aan hun trekken komen. (Dat is een vraag die moeilijk te beantwoorden is). Want, Unseen trok in het verleden een totaal ander publiek dan wat we zien op ArtRotterdam. Nu lijkt dat toch meer op elkaar.
Het bezoeken van Unseen is de moeite waard, zeker voor de echte fotografie liefhebbers. Maar minder noodzakelijk voor de hedendaagse kunst liefhebbers. Er zijn genoeg juweeltjes te vinden, maar wie foto’s toch niet zo boeiend vind, of op een gegeven moment het hoge plaatjes gehalte beu is, kan ik me voorstellen dat ze deze aan zich voorbij laten gaan.
Hier een fotoverslag van wat er zoal te zien is en wat om diverse redenen opviel.
Unseen is nog te bezoeken tot en met zondag bij de Westergasfabriek te Amsterdam.
Laat een reactie achter;