Tent heeft momenteel nog een paar dagen de tentoonstelling Paramaribo Perspectives. Hoe en waarom vatten ze zelf als volgt samen;
Van 1o september tot en met 7 november 2o1o presenteert TENT. een grote groepstentoonstelling met installaties, schilderijen, foto’s, sculpturen en video’s van een zelfbewuste generatie Surinaamse en Nederlandse kunstenaars. De tentoonstelling is de afsluiting van een intensieve artistieke uitwisseling tussen kunstenaars uit Rotterdam en Paramaribo. Hoe bepalen culturele achtergrond en historische bagage ons perspectief op actuele maatschappelijke vraagstukken? Thema’s als afkomst en toekomst, geschiedenis en politiek, culturele identiteit en maatschappelijke actualiteit worden onderzocht en belicht vanuit het perspectief van de kunst.
We moeten het dus niet echt bezoeken als een kunsttentoonstelling. Toch zijn wij hier niet echt bekend met het onderzoek en we hebben helaas ook geen van de lezingen bezocht. Dus van het onderzoek zelf hebben we niets mee gekregen. Hoe dan de resultaten te bekijken. Natuurlijk weten we nu wel dat het gaat over de relatie tussen Suriname en Nederland en daar zijn we wel enigszins van op de hoogte. Toch is het heel verleidelijk om in een tentoonstellingsruimte te gaan oordelen over kunst. En eerlijk is eerlijk, het werken naar thema is voor kunst zelden goed geweest. Het is natuurlijk een ander verhaal als de intentie om dat te doen uit zichzelf is gekomen. Maar het van buitenaf een thema opdragen doet zelden goed aan het werk. Dat lijkt ook hier meer regel dan uitzondering. Voor het werk dan. Ik kan me indenken dat een wisselwerking vooral op lange termijn iets kan doen met het denken van de kunstenaar.
Neil Fortune maakte deze schilderwerkjes. Het engagement betreft zich tot kunst. En ach, het is best leuk te zien dat hij weet hoe je de naam van Tracy Emin schrijft.
Het werk wat daar naast staat is stukken imposanter. Het betreft 250 handspiegeltjes. Leuke er aan is dat ze zo zijn opgesteld dat ze de achterkant van een ander spiegeltje laten zien maar ook ons als toeschouwer. De betekenis ervan is me niet helemaal duidelijk. Maar het beeld blijft wel in je hoofd hangen.
Dan was rechts daarvan een filmwerkje waar we helaas geen foto van hadden en achteraf blijkbaar ook geen foto van wie het filmwerkje was. Helaas. Wat daar naast was we l.Titel verklaard overduidelijk het engagement. Dat past prima samen met het beeld en het lijkt dan ook een beeld te zijn dat echt past bij werk dat de kunstenaar normaal maakt. Het komt allemaal heel vanzelfsprekend over.
Het volgende werk had daar wat meer last van, want dat komt heel bekrompen over. Niet inhoudelijk maar in de vorm. Het had ook een knustelwerkje kunnen zijn van kinderen uit groep acht.
Een installatie in het gangetje komt goed tot zijn recht. Overduidelijk over de relatie tussen Nederland en Suriname en goed verzorgt. Dat is dan ook direct het nadeel, het is misschien aan de brave kant omdat het te geruststellend is. Het is meteen duidelijk waar het allemaal voor dient en we lopen met hetzelfde goede gevoel naar binnen als dat we naar buiten gelopen zijn.
Fotografie was goed vertegenwoordigd met twee prima fotowerk van Bas Princen. Mooie foto’s die gaan over wat de Nederlanders in Suriname veroorzaakt hebben; mijnbouw. Met alle gevolgen van dien. Het goede van dit werk is dat hij wel het gevolg laat zien zonder heel direct er een uitspraak over te doen. Het constateren van het fenomeen an sich is voldoende en kan ook enkel en alleen zo gefotografeerd worden.
Jeroen Jongeleen was vertegenwoordigd met zijn digitale fotoarchief. Lekker makkelijk, gewoon hoop foto’s in een beamer gooien, projecteren en klaar. Daar is niets mis mee maar dat zorgt er wel voor dat je, net als bij veel videokunst, niet direct wordt aangesproken en dus als het niet spannend genoeg is doorloopt. Wij liepen best snel door. Dan hebben we dus wel het risico echt iets gemist te hebben.
Deze fotoreeks is ook weinig op aan te merken. Duidelijk dat het om een reisverslag gaat (of iets in die richting) en is duidelijk ook meer een onderzoek dan een echt eindwerk. En daar is niets mis mee, dat mag ook getoond worden.
Hulya Yilmaz presenteerd twee werken die van aard heel erg ver uit elkaar liggen en toch in de vorm erg dicht bij elkaar liggen. De eerste is een sculptuur (opmerkelijk doet die het als foto beter dan in het echt) en het andere is een enorme reeks tekeningen. Bei beide speelt er een toevalligheid mee vanuit het medium en wordt deze ingezet en omarmt. Of dat echt iets oplevert, wij zien het er in elk geval niet in. Jammer. Maar het ziet er wel leuk uit.
Een bankje dat je van resthout maakt is geen kunstwerk. Daar kon je in de jaren 60 nog mee shockeren misschien, maar nu echt niet meer. We zien een bankje van resthout en dat blijft het ook.
Daarnaast nog een werk van onbekende maker en onbekende titel. Het valt nauwelijks op en verder kan ik er ook weinig over zeggen.
Het beste werk lijken ze voor het laatst bewaard te hebben, Man in Gold. Meestal boeien films bij tentoonstellingen niet direct. Je komt altijd op het verkeerde moment binnen of vaak duurt het heel lang voordat er iets voorbij komt dat duidelijk is waar het om gaat. Ongeduldig als ik ben loop ik dan ook vaak al snel door bij videowerk. Hier zijn we echter beide even bij gaan zitten. Het gaat over mannen die een boot aan het maken zijn en een man in een gouden pak. De boot drijft de nieuwsgierigheid voort om te blijven kijken en tussendoor zorgen de man in het gouden pak en andere shots er voor dat het ook nog eens een hoop vragen stelt. Uiteindelijk bouwen de mannen een boot op de klassieke Surinaamse manier maar bekleden deze met goud. Wat natuurlijk een mooi beeld oplevert. Super werk, zeker voor videowerk in een tentoonstellingscontext. Ook mooi is dat het past binnen de context van de tentoonstelling over de relatie tussen Suriname en de westerse wereld.
Dat laatste werk was echt nodig om de tentoonstelling de moeite waard te maken om vanuit Tilburg naar Rotterdam te gaan. Natuurlijk maakte uiteindelijk Witte De With ook een heleboel goed. Maar moet je echt een eind reizen is alleen TENT niet de moeite waard. Het onderzoek kan heel interessant zijn maar het werk dat daar uiteindelijk uit voort komt is gemiddeld niet echt spannend. Maar, de film Man in Gold is echt de moeite waard dus heb je geen museumjaarkaart, dan is die paar euro goed besteed aan de film en dan krijg je de rest gewoon even leuk cadeau. Toch kijken, maar als het niet meer lukt voor de zevende, heb je niet echt iets gemist.
Laat een reactie achter;