Als je binnen komt in de zaal, boven aan de bekende trap van het Stedelijk, hangt er direct rechts een prikbord met een A4tje. Op dat A4tje is een tekst te lezen over een tentoonstelling, het is een uitgeprinte e-mail. Het is een beetje voyeuristisch om die mail zo te lezen, maar je staat er dan toch al met je neus bovenop. Als je je dan omdraait zie je een flink sculptuur staan, het moet lijken op een bepaalde steensoort maar het is overduidelijk verf op doek op een constructie. Je kunt er in lopen als je wilt maar het blijft een beetje onduidelijk wat precies de bedoeling is. Iets verder staan zwarte linnen portfoliomappen met daarin tekeningen van ruimtes. Interieurs om precies te zijn. Dan nog een tafel met een trompe l’oeil er op met wat boeken en foto’s en een onleesbare tekst. Er staan twee mannequins naast, om hun nekken hangen kettinkjes. Ten slotte nog drie grote doeken waar door middel van afplakken en wat verf imitaties van de Alhambra tegels zijn gemaakt. Echt heel secuur zijn die doeken niet gemaakt, zo hier en daar is de verf onder de tape doorgelopen.
Een veelzijdig kunstenaar dus, maar wat ze er precies mee wil is niet helemaal helder aan de hand van deze presentatie. Enig voyeurisme is overduidelijk aanwezig als ook een architectonisch en ambachtelijk aspect. In de teksten en boeken die te zien zijn blijkt geen heldere agenda te zitten. Het verwijst naar mode, naar tentoonstellen, maar verder vooral veel vragen. De precisie is opmerkelijk, waar sommige werken duidelijk met veel concentratie gemaakt zijn zijn andere aan de slordige kant. Maar, de technieken die ze hanteert om tot een beeld te komen zijn steeds overduidelijk. De grote wanden zijn getamponneerd (afgeplakt en vervolgens erop geduwd), het kurk van het prikbord bespat met een tandenborstel en dunne verf en het marmer met duidelijke specifieke kwasten dunne lagen verf.
Het werk suggereert een hoop kanten op maar blijft uiteindelijk een alles of niets beeld, en uiteindelijk daadwerkelijk niets meer dan het object in zijn formele verschijning. Het zijn geen echte Alhambra wanden, het zijn halve imitaties. De portfoliomappen zijn geen interieurs en ook de trompe l’oeils zijn geen echte objecten, het blijven schilderijen. Wat uiteindelijk rest is een fascinatie van wat het zou kunnen zijn. Het had een Alhambra wand kunnen zijn, het stelt het voor. Wat die wand daar dan doet, en wat dat betreft alle objecten, dat ligt bij Lucy McKenzie (1977) zelf. Dat ze iets heeft met het individu, de menselijke maat (mode) en architectuur is duidelijk. Maar wat ze er precies mee wil, geen idee.
Is nog tot en met 22 september te zien in het Stedelijk te Amsterdam.
Laat een reactie achter;