Verdacht is niet het juiste woord, maar opvallend en opmerkelijk zijn het evenmin. Als kunstenaar berucht geworden met zeer minimalistische werken is Jo Baer (1929) inmiddels bezig met vooral zacht figuratief werk. Een grotere omslag kun je bijna niet maken met je werk zou je denken. Betekend dat dat het eerdere werk niet voldeed, of dat het meer nodig had? Of is het hetzelfde en lijkt het alleen maar anders?
Bij het Stedelijk Museum wordt op dit moment een zaal met recent werk van haar getoond. De doeken zijn strak op de wanden opgespannen. Spieramen komen niet aan de orde hier. Sommige delen van een schilderij zijn heel dekkend geschilderd, andere delen heel dun. Hierdoor blijven de beelden heel plat, juist elementen die soms ver in de achtergrond zouden zitten zijn heel helder en duidelijk aanwezig. Dat de werken plat op de muur zitten maakt het nog meer een plaatje. Monumentaliteit zoals haar minimalistische werken hebben is ver te zoeken.
Misschien was dat wel het probleem van het minimalistische werk, dat dat al snel te monumentaal gevonden werd. Als je die monumentaliteit van de minimalistische werken wegdenkt blijft er enkel de kleur en de lijnvoering over. Als we het huidige werk beschouwen vanuit de kleur en lijnvoering in combinatie met de voorstelling is er niets veranderd. Kleur is sporadisch ingezet. De werken zijn relatief zacht en ingetogen, iedere heldere blauw en groen knallen er dan ook enorm uit.
Misschien is haar werk nooit veranderd, maar slechts enkel de perceptie in de tijd er van.
Uit de vaste collectie toont het Stedelijk op het moment elders in het gebouw dit werk;
Is nog te zien tot en met 1 september te Stedelijk in Amsterdam.
Laat een reactie achter;