Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat ik studeerde op de academie van Breda. De academie ligt in een afgelegen seminarium en dus krijg je weinig van Breda zelf mee, tenzij je er ook woont. Als jonge kunstenaar was er niet veel te doen in Breda, behalve Lokaal01 (nu Club Solo ) was er niets. Een infrastructuur voor net afgestudeerden was er in geheel niet, geen lokale podia om te experimenteren of kennis te maken met andere kunstenaars. Ondanks dat er veel kunstenaars in Breda wonen, omdat ze er simpelweg door academie beland waren, was er in Breda zelf weinig plek voor ze. Al tijdens de academie had ik in de gaten dat ik verder moest kijken dan Breda en ging op zoek naar galeries, musea en kunstinitiatieven.
Inmiddels zijn we een paar jaar en wat reorganisaties verder en heeft het Stedelijk Museum van Breda besloten om haar lokale achterban naar binnen te halen. Kunstenaars met een band met Breda worden de kans gegeven kennis met elkaar te maken en ook met het Bredase publiek. Het is immers een museum van en voor de stad, dat lijkt het museum zich dan ook hiermee te beseffen. Maar hoe zit het dan met publiek dat niet uit Breda komt? De ambitie om met deze tentoonstelling Breda als kunststad op de kaart te zetten is natuurlijk prima. De vraag is alleen of 1 tentoonstelling dat kan doen.
Wie door de zalen van de tentoonstelling wandelt herkend hier en daar wat kunstenaars. Sommigen genieten van internationale zichtbaarheid en anderen zijn weer wat minder bekend. Er is gekozen om een greep te doen uit het adressenbestand en van iedere maker één of enkele werken te tonen. Verwacht dus geen overzichtelijke presentatie met dwarsverbanden of generaties die bij elkaar getoond worden. Los van de zaaltekst is er weinig inhoudelijke duiding of wordt duidelijk wat de relatie met Breda is voor de kunstenaar. De tentoonstelling wordt zodoende dus maar een opsomming van losse werken en vervolgens aan de toeschouwer de taak om de artistieke kwaliteit van het geheel te wegen.
Er is zo lang niets geweest voor jonge kunstenaars dat veel kunstenaars duidelijk kilometers missen. Afgezien van wat kunstenaars die duidelijk elders hun ervaring hebben opgedaan en de fris afgestudeerden, is er vooral veel middelmatigheid in Breda blijven hangen. Welwillend sympathiek te noemen dat het museum die toont. Maar met de helft van het aantal kunstenaars had het museum een veel sterker pleidooi kunnen houden voor Breda als kunststad. Het is een leuke tentoonstelling voor Breda, maar voordat Breda de derde kunststad wordt van Nederland moet er nog heel veel gebeuren.
Maar goed, dit is wellicht een goed begin. Het is nu vooral de vraag hoe het museum dit een vervolg gaat geven. Hoe gaat het kunstenaars met een band met Breda verder ondersteunen en op de kaart zetten? Niet alleen in Breda op de kaart, maar ook ver daar buiten.
Hier een beeldverslag van wat er zoal te zien is.
Deze tentoonstelling is nog tot en met 29 september te zien in het Stedelijk Museum van Breda.
Laat een reactie achter;