Van alle bedrijven die Nederland rijk is, is er slechts een klein deel dat serieus hedendaagse kunst aankoopt. De meeste bedrijven hebben, als ze al kunst hebben, grafiek aan de muur hangen. Oplages verspreid door het kantoor. Maar er zijn dus ook een aantal bedrijven die al een aantal decennia een flinke collectie opbouwen. Natuurlijk, nog altijd moet de kunst het kantoor wat inspirerender maken. Maar in andere gevallen mag het ook schuren en bij een handvol bedrijven gaat het om serieuze zelfstandige collecties die representatief zijn voor wat er gaande is in Nederland.
Van de meeste van die bedrijfscollecties zien we doorgaans helemaal niets. De enige uitzondering op dit moment is AkzoNobel die een publiekelijk toegankelijke expositieruimte heeft. Ik heb al wel vaker het vermoeden gehad dat, zodra je al die collecties bij elkaar hebt, je een flinke museale presentatie kunt maken. En dat is dus exact dat wat er nu via het VBCN (Vereniging BedrijfsCollecties Nederland) bij het Singer Laren te zien is. Een pakweg 30 bedrijven aangesloten bij die vereniging mochten een longlist maken van werken die ze graag wilden zien in museale context en vervolgens zijn de curatoren aan de slag gegaan. Het is een overzicht van wat er zoal de afgelopen 75 jaar gemaakt is. Niet als overzicht maar het geeft wel een goede indruk van wat er zoal de revue gepasseerd heeft.
Gekozen is om de 150 werken te verdelen onder 8 algemene thema’s. Het toont wel interessante dwarsverbanden of combinaties van kunstenaars die je niet zo snel bij elkaar zou plaatsen. Job Koelewijn bij Ad Dekkers is niet echt logisch, en Daan van Golden bij Folkert de Jong is ook geen inkoppertje. Bij deze tentoonstelling past dat allemaal wel. Als je bedenkt dat die 30 bedrijfscollecties vaak inhoudelijk niets met elkaar gemeen hebben, is het geen eenvoudige opgave daar een interessante museale presentatie van te maken. Vaak wordt er gekozen voor een inhoudelijke aanpak maar dat zou in dit geval altijd mank lopen, er moest dus vertrouwt worden op de zeggingskracht van de individuele werken. De keerzijde is dus ook dat de tentoonstelling het moet hebben van die zeggingskracht en dus zijn sommige bedrijfscollecties uitgebreider zichtbaar dan anderen. Ook in het beeldverslag komen veelvuldig werken uit dezelfde collecties voor en zijn andere bedrijven wat minder zichtbaar.
Maar, bovenal, hoeveel van deze werken zijn al jaren niet meer te zien geweest voor een groter publiek? Het is heel fijn om zo door de zalen heen te lopen en verrast te worden met sterk werk dat normaal gesproken tussen de computerbeeldschermen door in het kantoor hangt. Sommige van de werknemers zullen geen idee hebben hoeveel geluk ze hebben…
Hier volgt een beeldverslag van wat er zoal te zien is.
Laat een reactie achter;