Ik weet niet meer uit welk boek ik het heb, maar daarin werd gesteld dat figuratief werk het meest abstracte schilderwerk is. Want bij abstracte kunst representeert de verf vaak zichzelf, maar als het iets anders moet voorstellen, dan pas is het geen verf meer.
Datzelfde idee heb ik ook bij het werk van Ron van der Ende (1965), zijn houtjes zijn weliswaar nog altijd hout maar stellen wel daadwerkelijk iets anders voor. Net als een schilder vormen de houtjes als penseelstreken niet alleen een platte eenheid, maar ook een ruimtelijke. Hierdoor houd hij niet alleen rekening met de vorm maar ook met de kleur, en dat is toch behoorlijk lastig als je enkel met gevonden kleuren werkt. Door de lichte ruimtelijkheid van de objecten moet hij dus ook vaak enorm complexe puzzels maken met hoe een bepaald stukje hout optisch werkt in de ruimte. Afijn, het zal dan ook geen verrassing wezen als hij er lang mee bezig is.
Hier het vooraanzicht van een werk;
En hier hoe dat er uitziet vanuit een hoek, je ziet dat het werk niet geheel plat is.
Het gepuzzel om ruimtelijkheid en plat en kleur te combineren;
Daarnaast nodigde Ron van der Ende twee gasten uit, het werk van Bas Louter (1972) en Boris Tellegen sluit dan ook zowel inhoudelijk als formeel naadloos aan op elkaar. Ook hier continue een spel tussen vorm, betekenis en ruimte.
De tentoonstelling is nog te zien tot 20 januari van 2013 bij Ron Mandos te Amsterdam
Laat een reactie achter;