Recent had ik een gesprek met iemand die me wist te vertellen dat Lost Painters bijna 5 jaar bestaat. Ik had er zelf nog niet zo’n erg in maar inderdaad 26 april bestaat Lost Painters 5 jaar.
In die periode zijn er veel kunstenaars geweest die hier vaker voorbij zijn gekomen. Het mooie is dat er dan ook ontwikkelingen zichtbaar worden. Bij sommigen is dat met reuze stappen, de andere met kleine babystapjes.
Niet altijd is dat direct aan te wijzen waar de ontwikkeling zit of dat het al volledig is. Het is ook al snel verleidelijk om parralellen te trekken met andere kunstenaars. De ontwikkeling van deze kunstenaar ‘A’ gaat meer in de richting waar kunstenaar ‘B’ ook mee bezig is. In andere gevallen voel je aan dat het om overgangswerk gaat. Sommige kunstenaars werken meer in de vorm van projecten en bij hen is ontwikkeling in formeel inhoudelijke zin sowieso al veel lastiger te duiden.
In wat voor nuances zou de soms zeer subtiele ontwikkeling van kunstenaars dan wel besproken kunnen worden? Formele veranderingen zijn relatief eenvoudig te duiden.
Bij Bert Loerakker (1948) is het verschil ten opzichtte van eerder werk, dat niet de werken meer oplossen tot één rechthoekig geheel maar een speelser karakter aannemen. Er zit, door de panelen in lichte hoeken van elkaar te laten verschuiven, een suggestie van ruimtelijkheid en dynamiek tussen de delen. Natuurlijk is dat slechts een illusie want zowel die ruimtelijkheid als dynamiek is er helemaal niet. De spanning tussen de delen van organisch en mathemathisch lijkt hiermee eerder een voorkeurspositie op te leveren voor het ene deel ten op zichte van het andere. Een groot verschil met het eerdere werk van Loerakker waarbij beide componenten per werk meer gelijkwaardig functioneerden. Ook was het deel wat als organisch te benoemen valt in deze recente werken, toen nog veel duidelijker op basis van figuratie.
Tijl Orlando Frijns (1987) is aanzienlijk minder lang bezig dan Loerakker, hij studeerde af in hetzelfde jaar dat Lost Painters begon. Zijn ontwikkeling is naast inhoudelijk ook formeel lastiger te duiden. Eerder werk betrof een zekere poetische helderheid, los van iedere vorm van effectbejag of juist het effect bijna op zichzelf tot object verklarend. Recenter werk is qua vormentaal nog wel vergelijkbaar, maar er is meer sprake van effectbejag. Op even zo goed speelse wijze worden bepaalde filters over en door de beelden heengelegd. Het is hiermee ook verleidelijker geworden om de werken los van elkaar te gaan beschouwen, eerdere presentaties laten Frijns zien als een kunstenaar die van meerdere markten thuis is en die samen een geheel vormen, hier toont hij zich vooral als beeldhouwer van autonome sculpturen. Vooral, want vreemde eend in de bijt is een animatie die zijn werk op een heel andere manier laat beschouwen dan strikt sculpturaal.
De vraag met zowel het werk van Loerakker of Frijns is natuurlijk, als er ontwikkeling heeft plaatsgevonden, of dat ten goede komt aan het werk of niet. Een probleem van het begrip ontwikkeling is dat het een opeenvolging van groei impliceert. Oftewel, het wordt steeds beter. Er is het idee dat een kunstenaar naar verloop van tijd beter wordt, of anders langzaam aan verdwijnt. In alle gevallen gun je de kunstenaar natuurlijk op dat eerste, al is het tweede vaker de praktijk.
Het werk hoeft misschien in eerste instantie niet direct beter te worden. Een ontwikkeling kent namelijk ook groeifasen die minder interessant zijn (denk aan de coconfase van een vlinder), maar levert, indien er voldoende middelen zijn om door zo’n groeimoment heen te breken wel zeker een verbetering van het werk op. Kennis is cummulatief en dus onwaarschijnlijk dat werk echt slechter wordt.
Het is alleen de vraag of het publiek van de kunstenaar deze dan nog wel voldoende kan volgen. Dat is in elk geval bij zowel Loerakker als Frijns geen enkel probleem. Nu nog de vraag wat de volgende stap wordt in hun ontwikkeling.
Hola Niek, ook in Spanje is Lost Painters te ontvangen! De animatie heet The end of history. Dank voor het verslag!
mooie combi van die twee en verassende ontwikkeling van Bert Loerakker…