De Rijksakademie heeft een reputatie hoog te houden. Hier experimenteert de crème de la crème van internationale jonge talenten er levendig op los. Met de open studio’s is er dan natuurlijk altijd het risico dat het niet echt overtuigt of zelfs simpelweg mislukt. De presentaties doen echter jaar naar jaar vermoeden dat mislukking hier niet aan de orde is. Alles is keurig gepresenteerd, als het museale ruimtes waren zou je het in vrijwel alle gevallen direct geloven. Het is een degelijke lichting, alles kan direct de white cubes in.
Daar wringt het tegelijk, het is degelijke middelmatigheid. Goed uitgevoerd en inhoudelijk niets mis mee. Maar, het bevestigd reeds bekende formuleringen. Het is inkleuren binnen de lijntjes, zelfs kunstenaars die trachten daar buiten te treden blijven ironisch binnen de kaders die je daar vervolgens bij mag verwachten.
Het is een vraag die me vandaag bekroop terwijl ik door de gangen van de Rijksakademie liep, hoe voorkom je als kunstenaar middelmatig te worden? Met al die kunstenaars die ieder eindexamen de revue passeren, en alle postacademische instellingen (De Ateliers, Rijksakademie en Jan van Eyck) is het aanbod zo groot dat het snel een soort sleur kan worden. Hoe vormt dan die ene kunstenaar een positie waarbij het anders is dan de rest?
Hier volgt een beeldverslag van wat er zoal opviel dit jaar.
Rijksakademie Open 2018, aanschuiven in de rij kan de 23e, 24e en 25e, van november.
Laat een reactie achter;