De Open Studio’s van de Rijksakademie zijn weer gaande en dat betekent dat het Amsterdamse circuit overuren draait met openingen en andere evenementen. Er is komende week van alles te doen. Maar eerst dus de Rijksakademie.
Eigenlijk valt er dit jaar weinig te zeggen aan de tendenzen, al is er vergeleken met andere jaren weinig videowerk of installaties als werk. Ze zijn er nog wel, maar minder. De huidige lichting lijkt matig geïnteresseerd in de buitenwereld, dat is niet nieuw en valt eigenlijk al langer op. Slechts een enkeling is expliciet in zijn politieke engagement, de rest is vooral met zichzelf bezig . Met de ontwikkelingen van Brexit en Trump kun je je toch afvragen of er vanuit de kunsten geen reactie moet komen. De vraag gaat eigenlijk verder in de zin dat je je moet afvragen of de Rijksakademie dan wel representatief is voor wat er aan de orde is in de wereld en in de kunstwereld. Elders zie je namelijk wel heel duidelijke reacties.
Begrijp me niet verkeerd, de huidige lichting is weinig mis mee. Er is duidelijk hard gewerkt en de resultaten mogen er wezen. Deze mensen hoeft echt niet uitgelegd worden hoe je je werk moet presenteren. Maar, er is veel werk dat zich te makkelijk in een hoekje laat plaatsen. Het werk refereert dermate veel naar andere kunstenaars dat het werk zichzelf al snel in een bepaalde marge weet te plaatsen. De degelijkheid heeft daarmee tot gevolg dat er relatief weinig beklijft.
Met name dat laatste is een probleem. Hoe maak je werk dat er naast sterk uitziet ook nog iets dat een zekere frisheid heeft?
Hier volgt een uitgebreid beeldverslag met wat er zoal te zien was en dat om verschillende redenen opviel. Klik op de foto’s voor grotere afbeeldingen.