De discussie was er, maar hermetisch zou ik de selectie van de jury van de Prix de Rome niet noemen. Visueel prikkelend of veelzijdig in de breedte overigens ook niet.
De Prix de Rome wordt deze editie voor het eerst georganiseerd door het Mondriaan Fonds die de gehele selectie transparanter wilde maken. Het Fonds vroeg 35 scouts die uit eigen huis waren samengesteld om elk 2 kunstenaars die “geïntegreerd zijn in de professionele beeldende kunst praktijk in Nederland” voor te dragen. De jury bestaande uit Kathleen Bühler, Ann Goldstein, Nicoline van Harskamp, Navid Nuur en Domeniek Ruyters onder voorzitterschap van Birgit Donker.
Daar zit hem direct het probleem van een groot gedeelte van de gehele discussie. Het Mondriaan Fonds wat voor de volle breedte van de Nederlandse kunst zou moeten gaan maakt een selectie van scouts die vervolgens een eenzijdig beeld oproepen van de beeldende kunst in Nederland. Veel artistic research met sociologische, politieke en institutionele inslag (waar an sich niets mis mee is). Dat is ook niet vreemd dat die kunst boven komt drijven bij het Fonds. Puur economisch beschouwd zijn het juist dat soort kunstenaars die financieel niet rond komen binnen de reguliere kunstmarkt (immers, geen schilderijen van 2 bij 2 meter) en dus vaker in aanraking zijn geweest met het Fonds (wat in feite een alternatieve kunstmarkt is maar dan op kosten van de staat), daar dus ook bekender zijn en dus meer kans maken op nominatie. Je zou zelfs nog verder kunnen afvragen of kunstenaars uit het buitenland die zich tot een dergelijk discours verhouden zich in Nederland vestigen om zodoende zich meer tot dat discours te verhouden en zo subsidie ontvangen. Het is stiekem pijnlijk dat van de 4 genomineerden er maar 1 echte kaaskop tussen zit voor een Nederlandse prijs (Falke heeft Nederlandse nationaliteit maar woont en werkt in Berlijn). Het idee dat “buitenland” gelijk staat met kwaliteit is een fout waar ze in Amsterdam wel vaker mee kampen (denk aan Rijksakademie, Ateliers en het bijbehorende circuit). Het Fonds had zich bewust moeten zijn van haar beleid en daar haar scouts op instrueren of simpelweg breder georiënteerde scouts vragen. Voor een instituut dat hedendaagse kunst in Nederland in de volle breedte zou moeten steunen is het in deze een eenkennig instituut. Het idee dat bijvoorbeeld de nieuwe Marc Mulders of Robert Zandvliet bij de genomineerden komt lijkt uitgesloten.
Dat de geselecteerde kunstenaars voor velen te hermetisch overkomen heeft dan ook te maken met het soort kunst. Niet iedereen beschouwt artistic research in wat voor vorm dan ook, überhaupt als een kunstwerk. In feite is het dat ook niet. Het visuele is ondergeschikt aan het inhoudelijke, het onderzoek. Natuurlijk moet het dan wel kunstzinnig gepresenteerd worden en daarom zijn de presentaties dan ook van alle vier de kunstenaars uitzonderlijk zuiver.
–
De eerste presentatie bij binnenkomst is die van Remco Torenbosch (1982). Het eerste wat opvalt is de heldere presentatie, in vitrines en in plexiglas aan de wand zien we blauw textiel. Blauw in verschillende gradaties, soms tegen het groene aan, dan weer richting het zwart. In een van de vitrines ligt de gehele verklaring van het werk, de ontwikkeling van de Europese vlag en dat de kleuren blauw elk uit een ander land komen. Opmerkelijke vondst dat het blauw blijkbaar overal anders is. Maar, daar houdt het eigenlijk ook op. Echt sprake van meer dan dat gegeven is er niet. Onderdeel van het werk is ook een boek maar dat is nog niet verschenen. Het kan dus zijn dat in het boek verdere duiding van het werk als dusdanig staat en dat er meer aan de hand is.
Het volgende werk is de geluidsinstallatie van Christian Friedrich (1977). Nadat de teller eindelijk tot de nul is gegaan gaat er een schuifdeur open waarna je direct op een andere schuifdeur stuit. Even wachten en je mag naar binnen waar een aantal stoeltjes in een kring staan opgesteld. Je neemt plaats en als de triangels, die zowel achteruit als vooruit worden afgepeeld met veel echo en galm, stoppen begint een heldere vrouwen stem te spreken. Soms gaat er wat galm aan en verplaatst de stem, heel af en toe een ander effect (3 maal). Wat geluidstechnisch afgezaagde cliché effecten zijn om zo te gebruiken (voor de audionerds hier, de de-esser stond te zacht of uit). Als de tekst centraal zou staan wordt het ook een flauw verhaal. Een postmodernistische stream of consciousness over een soort intergalactisch postapokalyptische “us” met iets van “single eyeballs”, “expectly spit and spat” (in willekeurige volgordes) en een half alfabet waarna het plotseling na drie kwartier stopt. Het einde is dan ook eigenlijk het sterkte van het hele stuk. Als iemand die moeite heeft om de slaap te vatten kan ik iedereen een kopie van het werk adviseren, u valt gegarandeerd in slaap. Ondanks de houterige stoeltjes zijn de binnenzijden van mijn oogleden uitgebreid bestudeerd.
Dat de kinderjury juist dit werk verkoos begrijp ik wel. Het opsluiten en aftellen daartoe is best sensationeel te noemen en het feitelijke werk verstaan ze waarschijnlijk toch niet. De hele ervaring maakt het in elk geval iets anders dan de veel drogere competitie.
De verdieping erboven wordt ingenomen door het werk van Ola Vasiljeva (1981). Het ziet er allemaal heel kunstzinnig uit; dia’s, tactisch geplaatste objecten op andere vreemde dingetjes. Hier en daar een detail, iets wat een sculptuur zou kunnen zijn. Alles lijkt precies op de juiste plek te liggen. Maar dan, wat wil ze hier mee? Nergens wordt duidelijk waar het precies om te doen is. Voor het eerst in 1100 recensies grijp ik terug op een zaaltekst/catalogus. Ze wil de kunstmarkt ontvluchten en daarom moet het werk onvatbaar blijven. Dat is begrijpelijk dat ze de 2 bij 2 meter schilderijen wil ontvluchten, maar in feite rent ze de armen in van een andere markt die even zo goed haar voorwaarden en duiding wil door die van de ‘markt’ te verwerpen. Dat maakt het hele werk tot niets anders dan esthetiek wat dus neerkomt op een wel mooi of niet mooi. Voor degene die het mooi vinden is het mooi, en als het niet zo is, dan loop je verder. Dat maakt deze presentatie heel breekbaar en daarmee ook zeer oprecht, maar ook heel iel.
De laatste genomineerde is Falke Pisano (1978). Die maakte op mij reeds eerder indruk bij De Vleeshal en direct is duidelijk dat ze ook hier in het verlengde van haar werk daar heeft doorgewerkt. Het werk toont enkele prints met tekstuele uitleg (die je niet per se hoeft te lezen om het werk te begrijpen), twee installatie-kubussen met prints waarvan 1 met een enkele minuten durende video met geluid waarin in feite de rest van het werk zichtbaar en duidelijk wordt gemaakt. Dat wil niet zeggen dat de video de inhoud is en de rest slechts illustratie, ze hebben elkaar nodig. Het komt er op neer dat de werknemer in deze maatschappij als lichaam wordt uitgebuit om tot winst te komen. Daarvoor moet dat lichaam gecontroleerd worden en hoe kun je dat doen? En hoe zorg je er voor dat het controleren van een lichaam in een gevangenis zich anders manifesteert dan het economische? Het probleem is wel dat het werk de nodige concentratie vereist van haar werk en voor veel bezoekers mogelijk complex is.
Al met al weet Pisano in een kleine ruimte een heldere presentatie neer te zetten waarin veel lagen zitten in de kleinste ruimte. Het klopt allemaal perfect. Zoals al gezegd kan ik me indenken dat het voor veel gewone bezoekers aan de complexe kant is, maar als je dat niet meerekent is het enorm droge van de presentatie wel een probleem, het klopt te goed en er is geen verdere verbeelding.
Dat hermetische valt wel mee, maar het ontbreken van de verbeelding in alle genomineerden en een erg eenzijdige selectie van allereerst al de scouts en vervolgens de jury is wel aan de orde. Het is inhoudelijk prima en super goed gepresenteerd maar daardoor ook gering aan verbeeldingskracht. Daar is an sich niets mis mee maar als je ze bij elkaar zet schept het een beeld van de Nederlandse kunstwereld dat ik slechts maar voor een klein gedeelte als dusdanig herken. Uitgaande van de reacties op de sociale media geld dat geloof ik voor wel meer kunstenaars. Dat mag het Mondriaan Fonds zich aanrekenen.
Birgit Donker meldde onlangs nog dat alles naast elkaar mag bestaan (“het is niet of of, het is en en”) , ik zou zeggen; practice what you preach.
De presentatie van de Prix de Rome genomineerden is nog tot en met 26 januari bij de Appel te Amsterdam.
Kaaskop?? Wat een idiote opmerking!
For your information: Pisano, Torenbosch en Vasiljeva hebben alle drie de Nederlandse nationaliteit, mijnheer Wilders!
@DN, Pisano woont en werkt in Berlijn, Vasiljeva komt uit Letland. Torenbosch is de enige die uit Nederland komt en in Nederland werkt. Indien die gegevens onjuist zijn moet u bij het Fonds zijn.
Makkelijk populistisch scoren om Wilder er bij te halen, dat is pas idioot want heeft hier totaal niets mee van doen.
Pisano werkt in Berlijn net als iedereen die kan geen huur in Amsterdam betalen. Vasiljeva is geboren in Letland maar heeft de Nederlandse nationaliteit, woont en werkt in Amsterdam.
Maakt het erg veel uit, Niek?
Het is stiekem pijnlijk, zeg je?
Of ben je stiekem jaloers dat je zelf de shortlist niet gehaald hebt? Jouw opmerkingen zijn wel een beetje doorzichtig…
@LvdB, Mijn aanwezigheid op de longlist verbaasde me al dusdanig dat ik mijzelf echt geen illusies maak. Als dat mijn verborgen agenda zou zijn dan zou dat inderdaad doorzichtig zijn.
Het pijnlijke vind ik dat het Mondriaan Fonds een Nederlandse aangelegenheid is. Zoals ik al eerder aangeef is niet ondenkbaar dat kunstenaars die zich in het verlengde van het discours van het Mondriaan Fonds zich daarom in Nederland vestigen. (Sterker nog, ik weet dat dat gebeurt).
Daar is niets mis mee maar het “kijk ons eens internationaal zijn” is een een schijnbeweging, want wie daadwerkelijk buiten Nederland kijkt ziet opvallend weinig terug behalve the usual suspects. Ik vraag me af hoe het kan dat veel kunstenaars die binnen dat systeem vallen zo opvallend vaak andere achtergronden hebben. Alsof het hebben van meerdere nationaliteiten blijkbaar staat voor hogere kwaliteit. Wat is het voordeel van buitenlandse kunstenaars boven de lokale? Worden hiermee niet juist kunstenaars naar het buitenland gejaagd omdat het vooral niet uit eigen land moet komen? Pijnlijk is misschien niet het juiste woord, opmerkelijk wel en daar mogen gerust vraagtekens bij gezet worden.
En ateliers in Amsterdam, alsof er geen andere plekken zijn in Nederland waar de ateliers betaalbaar zijn.
Heel goed verwoord. Gezien de commentaren op deze en andere pagina’s heeft men daar moed voor nodig. Chapeau!
@Bob, Dankjewel voor je feedback, zeer gewaardeerd.
Goed dat je de discussie aangaat Niek. Zoals ik je ken gaat het hier om het bespreekbaar maken, en niet om je mening.
@Giel, Dankjewel. Als het mij enkel ging over mooi of niet mooi vind zonder enige verdere duiding had ik hier inderdaad die lap tekst niet geschreven ;).
het minst gênante commentaar is toch van “rt”
http://trendbeheer.com/2013/11/06/prix-de-rome-2013/#comments
@Henry, Is zeer zeker raak, al is er ook een lange discussie geweest op Facebook waar even zo goed dingen gezegd werden.
Maar wat is gênant? Het wordt pas gênant als iedere mogelijke discussie direct eenzijdig wordt afgeserveerd omdat de andere zijde ’te dom’, of andere beoordelingen krijgt toegeworpen die de personen in kwestie wegzetten als niet geschikt om tot kritiek te komen. Zo wordt ‘rt’ afgeserveerd als een “afgewezen kunstenaar” of zelfs een pseudoniem voor Torenbosch zelf. Het diskwalificeren van iedere kritiek op gronden die niets van doen hebben met de daadwerkelijke argumenten is pas gênant.
Wat een vervelend stuk, en vol feitelijke onjuistheden. Over eenzijdigheid gesproken.
@David, Dan noem de feitelijke onjuistheden in plaats van enkel te melden dat ze er zijn. Indien er sprake is van feitelijke onjuistheden corrigeer ik die en schaaf waar nodig de tekst bij.
Ja Jezus waar moet je beginnen?het wemelt van de aannames. Dat artistic research geen kunst is?dat de selectie van de scouts eenzijdig is?
Artistic Research, alleen al het feit dat het een andere naam heeft lijkt me duidelijk. Daarbij gaat het daarbij om het onderzoek en niet om het feitelijke visuele eindresultaat. Dat wil niet zeggen dat het tot het discours van de beeldende kunst behoort maar het levert als dusdanig geen ‘kunstwerk’ op. Kun je mij zeggen daar dit een misvatting is?
De selectie van de scouts vanuit het Mondriaan Fonds lijkt me duidelijk genoeg onderbouwd in de tekst. Anders verwijs ik u met door naar het boek Springlevend en de essay’s over de beleidsnota’s die door de jaren heen verschenen zijn.
Nog meer feitelijke onjuistheden?
Voor een instituut dat hedendaagse kunst in Nederland in de volle breedte zou moeten steunen is het een erg eenkennig instituut.
Waar baseer je dat in godsnaam op?
@David, Eenkennig in die zin dat het een selectief discours vertegenwoordigd in dit geval een sociale en politieke.
Nogmaals, dat is legitiem. Maar als de discussie gaat over hermetisch of elitair onbegrijpelijk denk ik dat dat de verkeerde discussie is want het zit hem in de focus van het Fonds en de nauwe blik die daar blijkbaar bij zit. Want wie veel rondkijkt merkt al snel op dat dit niet representatief is voor de beeldende kunst in Nederland. Dat de scouts dit blijkbaar selecteerden zegt iets over de scouts en het discours en je kunt je afvragen of die dus wel vanuit de volle breedte hebben voorgedragen. Dat is waar ik het Fonds eenkennig vind in de context van deze Prix de Rome.
Dat valt dat ook te verdedigen voor het fonds in het algemeen, waarvoor ik je toch liever doorverwijs naar wederom het boek Springlevend en de essay’s over kunstbeleid.
Jaja wat een onzin, was je zelf ook niet voorgedragen door een scout?
En de research zelf kan een kunstwerk zijn, tenzij je bekrompen bent.alles kan een kunstwerk zijn. 320 stappen van Stanley broun een flesje cola in de Noordzee.
Het mondriaanfonds is juist een zeer veelzijdig ondersteunend instituut zelfs jouw aangehaalde Marc Mulders heeft wel eens direct en indirect subsidie ontvangen.
Het kan zijn dat de genomineerde kunst jouw smaak niet is, maar het gemis aan verbeeldingskracht ligt toch echt bij jou denk ik.
@David, Ja ik was zelf ook voorgedragen (waar ik dan ook zeer verbaasd over was), ik heb het over de algemene linie die zoals ook wordt benoemd in de catalogus artistic research gerelateerd was.
Als alles een kunstwerk kan zijn, betekend dat het dat even zo goed niet kan zijn zoals rt bij Trendbeheer in feite ook aanhaalt.
Ik zeg niet dat Marc Mulders of Robert Zandvliet nooit subsidie hebben gekregen en dat is ook helemaal niet het punt waar het hier om draait wat dat betreft. Het gaat om een zekere mate van staatspropaganda in de vorm van kunst “tegen het communistische gevaar” zoals dat ooit geformuleerd is. Nogmaals, voor die discussie verwijs ik je graag door naar alles wat daar reeds over geschreven is door anderen. Ik voel er weinig voor om het gehele model hier nu uit te weiden.
En in tegenstelling wat je zegt is de selectie zeer zeker niet niet mijn smaak. Falke Pisano vind ik fantastisch (zie eerdere artikel over de Vleeshal). Remco Torenbosch maakte een prachtige installatie en van hem ken ik ook ander werk wat ik zeer indrukwekkend vind. (De andere twee deelnemers kende ik helaas enkel enkele losse werken van. )
Het tekort aan verbeeldingskracht is dat de werken hoofdzakelijk discursief werken (want artistic research). Nogmaals, daar heb ik geen probleem mee, maar ik begrijp wel de kritiek van Marina de Vries, Lucette ter Borg en velen op facebook waaronder Robbert Roos en enkele andere kunstenaars. Het is goed om dat eens met respect voor de werken (zonder ze direct af te serveren als hermetisch) ze te beschouwen vanuit verschillende perspectieven.
Dat ik daarbij gebruik maak van aannames die tegen jouw ideeën stuiten kan daarbij gebeuren maar om daarmee mijn ideeën af te serveren als onzin is niet echt bijdragen aan de discussie die in feite nog altijd draait om eerder genoemde hermetiek van de geselecteerde kunstenaars.
@ Niek: Je vindt dus Falke Pisano fantastisch, maar tegelijk vind je dat artistic research geen kunstwerk is…. Het werk van Vasiljeva vind je juist niet sterk genoeg omdat het volgens jou alleen om esthetiek draait. Friedrich en Vasiljeva – daar heb je weinig over gehoord, maar toch blijk je te beschikken over betrouwbare informatie dat deze “buitenlanders” van subsidie afhankelijk zijn.
Het zijn vier geweldige kunstenaars! En jullie zitten hier chapeau af te doen voor een zure armoedige kritiek van iemand die zelf op de longlist heeft gestaan?
Bah..wat triest allemaal…
@LvdB,
Ik zou het wel waarderen als u de tekst leest wat er staat in plaats van het verdraait.
Ik zeg inderdaad dat Artistic Research geen kunstwerk is (want het is een onderzoek), maar dat wil niet zeggen dat het zich niet tot kunst verhoudt. Sterker nog, dat heb ik al aangegeven dat het dat wel doet.
Friedrich en Vasiljeva heb ik in verhouding tot Torenbosch en Pisano niet zo uitgebreid beschouwt in het verleden, dat wil niet zeggen dat ik hun werk nooit gezien heb of er notie van heb. Over de subsidies wordt in de catalogus expliciet gemeld dat ze “de kunstmarkt ontvluchten “met werk wat zich moeilijk laat verhandelen omdat “het nooit af is”. En ja, alle vier de namen zijn in het verleden door het Fonds gehonoreerd op de ene dan wel de andere wijze (u mag de jaarverslagen doornemen). Afhankelijkheid van subsidies echter heb ik nergens gesteld.
Ik ben het met je eens dat alle vier uitstekende kunstenaars zijn. Maar als er hier iemand zuur reageert bent u het zelf. U bent hier de gene die er vanuit gaat dat ik mijn positie hier op het spel zet omdat ik een agenda zou hebben omdat ik zelf op de longlist heb gestaan? Dat zou niet alleen dom en kortzichting zijn van mij, dat zou ook beteken dat niemand gerechtigd is iets te zeggen. Ik ga er van uit dat je je eigen belangen opzij kunt zetten om tot een visie te komen.
U bent hier degene die anoniem zonder zijn of haar positie kenbaar te maken uitlatingen doet. Dat maakt mij nieuwsgierig naar uw belangen die blijkbaar wel een rol spelen.
Niek! Goed stuk! Alleen hoor ik blijkbaar bij de ‘gewone’ bezoeker, waarvan wordt geacht eerst huiswerk te doen voor het ‘beeldend’ werk te mogen aanschouwen.
@Erik, Dank.
Dat huiswerk valt wel mee hoor. Gewoon kijken kom je al een heel eind. In feite zijn bij alle werken de betekenis-gevende tekst onderdeel van de presentatie. (Behalve die van Vasiljeva). Maar, ik kan me indenken dat het zelfde voor vele insiders (kunstenaars, critici etc) wel erg complex en overtheoretisch aandoet.
PS. Zou mooi zijn als er daar weer onderzoekend wordt gewerkt op het vlak van beeldende kunst in plaats van de pratende/schrijvende/performende kunst..
Niek, voortreffelijke analyse van de Rijksac. exp. Wie is ‘LVDB en ‘DAVID’ Zijn dat kunstenaars?’ …
@Marc, Dank voor het compliment.
Ik heb geen idee wie LvdB en David zijn, blijft nog even een mysterie…
Correctie,
LvdB is de volgende persoon;
http://www.facebook.com/lester.vanderbussche
DavidQ is mij onbekend behalve een e-mailadres, dat kan ik omwege privacywetgeving niet geven.
wat is hier eenkennig aan?
ik ben zelf scout voor de prix de rome en deze longlist is uiterst gevarieerd in tegenstelling van wat hier beweerd wordt.
Longlist Prix de Rome 2013:
Haseeb Ahmed
Rosella Biscotti*
Sara Bjarland
Melanie Bonajo
Kevin van Braak
Giorgio Andreotta Calò
Sarah Carlier
Jasper Coppes
Vincent Dams
Dina Danish
Amie Dicke
Nickel van Duijvenboden
Hadassah Emmerich
Christian Friedrich
Ksenia Galiaeva
Hans Gremmen
Julien Grossmann
Jasper Hagenaar
Karin Hasselberg
Martijn Hendriks
Niek Hendrix
Roderick Hietbrink
Zhana Ivanova
David Jablonoswki
Iva Supic Jankovic
Marieke de Jong
Eleni Kamma
Sil Krol
Katja Mater
Margit Lukacs & Persijn Broersen
Alberto de Michele
Sachi Miyachi
Emmeline de Mooij
Xue Mu
Paulien Oltheten
Femmy Otten
Rory Pilgrim
Falke Pisano
PSWAR: Adi Holander/Tamuna Chabashvili/Vesna Madzoski
Muzi Quawson
Thomas Raat
Rafael Rozendaal
Jaap Scheeren
Marleen Sleeuwits
Elian Somers
Sarah van Sonsbeeck
Simon van Til
Remco Torenbosch
Ola Vasiljeva
Rutger Zuydervelt
*Aangezien Rosella Biscotti reeds in 2009 een Basisprijs Prix de Rome ontving, zal haar werk niet door de jury worden beoordeeld.
“Daar zit hem direct het probleem van een groot gedeelte van de gehele discussie. Het Mondriaan Fonds wat voor de volle breedte van de Nederlandse kunst zou moeten gaan maakt een selectie van scouts die vervolgens een eenzijdig beeld oproepen van de beeldende kunst in Nederland. ”
Vertel mij maar eens aan de hand van bovenstaande lijst kunstenaars wat daar eenzijdig aan is.
@Koen, Het Fonds stelt zelf vast dat merendeel daarvan een erg specifieke richting betrof (zie catalogus waarin dit expliciet gemeld wordt). Wat niet wil zeggen dat dat alle kunstenaars betreft, maar dat wil niet betekenen dat de benoeming eenzijdig hier niet op gaat als merendeel dat wel is.
Voordat er wederom misvattingen over ontstaan, al die kunstvormen zijn allemaal even legitiem. Maar de discussie over de hermetisch is de verkeerde discussie. De Prix de Rome geeft in deze eindselectie een eenzijdig beeld van de kunstwereld in Nederland die ogenschijnlijk zeer theoretisch (politiek sociaal en of wetenschappelijk) georiënteerd is. Terwijl ook jij net zo goed weet dat dat lang niet altijd het geval is. Dat is hetgeen het Fonds wel te verwijten valt. (Wat in feite ook hetgeen is wat Marina de Vries doet, maar dan heel erg in het negatieve).
Niek , ik blijf erbij dat ik het niet eens ben met wat jij stelt. De scouts hebben geen eenzijdig beeld gegeven van de nederlandse kunstwereld, er zit en zeer grote variatie in de voorgedragen kunstenaars. Vervolgens is een jury vrij om hieruit een keuze te maken. Dat je die keuze niet ziet zitten dat kan. Maar je verwijt het mondriaanfonds eenkennigheid, en die vlieger gaat volgens mij niet op.
@Koen, Jij mag vinden dat ik ongelijk heb, de vlieger heeft het Fonds zelf al opgelaten in de catalogus. Ik benoem hem enkel in een bredere context in plaats van als een trend.
Vertel mij eens wat er eenzijdig is aan de vier in de tentoonstelling alleen al…
@rt, Eenzijdig, als in het vertegenwoordigd een partij/discours binnen de beeldende kunst. Volgens mij heb je in die richting zelf ook al gereageerd bij Trendbeheer. Maar, ook het Fonds benoemd het in de catalogus (wel handig, die leest ook blijkbaar helemaal niemand als ik hier de reacties lees). Of ik mijn begrip van het woord eenzijdig is in deze een totale misvatting, dat kan natuurlijk ook.
Nee hoor, het vertegenwoordigt helemaal niet één partij binnen de beeldende kunst. En nee hoor, ik heb niet in die richting gereageerd bij Trendbeheer: Ik heb het tegenovergestelde gedaan en Vasiljeva tegenover Pisano en Torenbosch gezet. En jawel hoor, de catalogus wordt prima gelezen maar mensen reageren hier op wat jíj schrijft en als jíj dat schrijft maakt het heel eventjes niet uit wat er in een catalogus staat, toch? Je citeert toch niet?
@rt Het vertegenwoordigt inderdaad niet één partij binnen de beelden kunst..Geen enkele zelfs. De factor beeldend ontbreekt volkomen…
@Erik, maar dan blijft ‘kunst’ wel over ;)?
Ik ben het met je eens dat het beeldende (zoals ik het duidt als verbeelding) minimaal aanwezig is binnen de getoonde werken.
Maar, laten we er wel even uitgaan dat het wel tot het hedendaagse kunstdiscours behoort. Anders gaan we straks een discussie krijgen over wat kunst is en wat niet en dan zijn we nog verder van huis.
Je zou je kunnen gaan afvragen of deze vorm van kunst geen ander podium zou moeten krijgen? Of iets kunst is, boeit mij niet. Ik ambieer een meer beeldend(e) onderzoek/discussie..
@Erik, Daarom noemen ze het ook ‘Artistic Research’ geloof ik ;).
@rt, Overigens, excuses mbt tot mijn begrip van jouw reactie bij Trendbeheer. Ik het heb teruggelezen ging het specifiek over Pisano en niet over het algemeen.
“Het onderzoek graaft theoretisch niet diep verder en stagneert al vrij snel in een persoonlijke mening. Het beeld blijft hier illustratie bij en komt dat punt, door halsstarrig vasthouden aan het theoretische verhaaltje als ideeënleverancier, ook niet voorbij. Was dat verhaaltje losgelaten en was het beeld zijn vrijheid gegund, dan was misschien later iets ondoorgrondelijks ontstaan: Iets waar ik geen kunstacademieniveau gevoel bij kreeg.”
@rt, Het jury rapport: “In de eindpresentatie […], blijkt de performatieve interesse die de jury bij de voorselectie op de longlist had waargenomen. […] zoals passend in een wereld die worstelt met complexe vraagstukken van politieke, economische en maatschappelijke aard.”
Dat vind ik toch een aannemelijk eenzijdig beeld als je de volle breedte van de hedendaagse kunst in Nederland beschouwt.
Tenzij ik natuurlijk een heel vertekend beeld heb, dan hoor ik dat graag.
Volgens mij ontstaat verwarring over de term ‘artistic research’ en of dit nu een kunststijl vertegenwoordigt of een status er aan voorafgaand of er zijdelings van. Wanneer ik de werken van Pisano en Torenbosch moet waarderen en wegen, gaat het me niet om de appreciatie van wat als feitelijke kennis in het werk verwerkt is, en wat hetgeen de kern van het werk zou vormen. Het gaat om verschillende wijzes van ‘research’ bij verschillende kunstenaars die op verschillende wijzes in een artistiek moment landen. Daarbij kan zowel de mogelijkheid of wijze van kennisverwerking op zich een rol spelen of hetgeen de kennis voorstelt en ze operationeel is binnen onze maatschappelijke werkelijkheid waarop kunst reflecteert. Ik snap dan ook de verschillende waarderingen voor het werk van Pisano niet: geen kunst want research, maar wel boeiend ondanks een gebrek aan verbeeldingskracht?
Voor mij kan het frustreren van verbeeldingskracht en/of het hanteren van de wetenschappelijke methode een legitieme artistieke strategie zijn waarmee wordt gereageerd op de condities van artistieke productie en de algemene menselijke conditie.
@Jack, Dank voor je uitgebreide reactie en zinnige opmerkingen. Ik probeer ze hier even verder te duiden.
Artistic Research is naar mijn begrip een onderzoek (eventueel wetenschappelijk maar niet per se) naar een buiten-visueel gegeven (een engagement met politiek, sociaal of anderzijds) wat binnen het kunstdiscours gemaakt wordt. Daarbij ligt de focus (zoals ik ook stel helemaal bovenin) niet op het werk maar op het onderzoek, dus is het geen kunstwerk (wat immers een afgesloten object zou zijn). De vorm waarin dat onderzoek plaatsvind verschilt natuurlijk altijd maar als fenomeen is een evident andere wijze van artistieke productie dan de traditionele vormen.
Het gebrek aan verbeeldingskracht moet dan ook vooral gezien worden aan veelal een gebrek van beeld wat verder gaat dan het illustratieve van het onderzoek. Het blijft veel in het feitelijke object zitten. We hadden het van de week over Duchamp, hij heeft het over het retinale wat daar min of meer op aansluit.
Het werk van Pisano vind ik in die zin interessant omdat (waar je volgens mij in je laatste zin op duidt) ze met haar werk echt graaft in die metaforen van het lichaam als machine. Je zou zelfs kunnen zeggen dat haar werk een gevolg is van haar eigen research als menselijke conditie. Ik ben eigenlijk ook nieuwsgierig hoe ze dat zelf ziet. Ik zeg niet dat het geen kunst is, ik zeg wel dat ik het niet als kunstwerk beschouw maar vanuit het idee dat er een onderzoekende houding is naar iets. In haar geval levert dat opmerkelijke statements op die zeker hout snijden in de maatschappij. Maar dat is dus iets anders dan het beeldende aspect, dat zijn discursieve aspecten die me intrigeren aan het werk.
De term Artistic Research lijkt te impliceren dat er niet zoiets bestaat als beeldend onderzoek? Of zie ik dat verkeerd?
@Erik, Het begrip Artistic Research betekend niet direct beeldend onderzoek maar een artistiek onderzoek. Het grote verschil met reguliere wetenschap is dat het uitgaat van het subjectief grondbeginsel van de onderzoeker zelf (en dus niet strikt wetenschappelijk).
Wat een onzin..Elk onderzoek begint vanuit de onderzoeker zelf en heeft dat subjectieve in zich. Wat ik bedoel is, dat het gebruiken van de term Artistic Research wellicht een ontkenning is van het bestaan van het onderzoek vanuit het beeldend spectrum. Maar genoeg hierover: nu ga ik verder met de wezenlijke zaken in t leven 🙂
Ik denk dat er ook een grote mate van toeval in het spel is; een toeval wat de logica tart maar wel haar macht laat gelden terwijl ze een spel speelt en ook wat meespeelt. Dat daar wat van te zeggen is, is zeker. De mate waarin zal het vermogen van die mate proberen op te stuwen. Of dat Research is of een positieve, diepe ervaring, weet ik even niet.
Gelukkig is er wikipedia die de standaard stelt en het verdict zal stellen. Pas daar vindt de eventuele paradigmawisseling plaats.
@Freek, We wachten het antwoord van Wikipedia rustig af ;).
Dat Robert Zandvliet niet bij de genomineerden zit, heeft een heel duidelijke reden: hij heeft de Prix de Rome in 1994 al gewonnen en Marc Mulders won ooit een basisprijs. Zij zijn daarom inderdaad, net als iedere andere kunstenaar die ooit een Prix de Rome prijs hebben ontvangen, uitgesloten van nominatie.
@IdC, dat zowel Mulders als Zandvliet niet in aanmerking komen lijkt me alleen al vanwege het feit dat beide kunstenaars te oud zijn voor deelname.
Maar ik doel meer op de ‘nieuwe’ Mulders of Zandvliet, of Manders mag ook. Iemand die beeldend werk maakt vanuit de verbeelding. Die zouden nu minder snel in aanmerking komen omdat er sprake is van een hoofdzakelijk discoursgerichte selectie op allereerst de longlist en vervolgens de shortlist door de jury die juist daar op lijkt te focussen. Afijn, dat heb ik hierboven al meermalen uitgelegd wat ik daarmee bedoel en waar dat vandaan komt. 😉
Was idd de leeftijdseis even vergeten. Maar vind het ook een heel vreemd argument van je: ik kijk zelf liever naar kunst dat reflecteert op 2013 en niet op 1994 of 1985…
@IdC, het gaat niet zo zeer om exact die kunst maar om kunstenaars die zich niet van het discursieve bedienen. Zoals dus bijvoorbeeld Mulders, Zandvliet en Manders dat anno 2013 en waarschijnlijk ook in de toekomst zullen blijven doen.
Maar goed te weten dat deze kunstenaars de rest van hun leven vast zitten aan 2013. Want dat bedoel je dan toch?
@niek
Die laatste opmerking is wel heel erg 1913. Zo wordt er op een oneiglijke manier verschillen in opvattingen binair tegenover gesteld. Hoogste tijd voor een meer synthetisch denken in het artistiek, beeldend, discours. Op naar 2015!
GW
@Gert Wijlage, Die laatste opmerking mbt 2013 bedoel je? Maar, ben het helemaal met je eens dat het tijd is voor een meer synthetisch denken. Op naar 2015 en 2033 en 2050! 🙂
Als je als kunstenaar (die graag mee wil dingen naar de prix) niemand van de scouts (goed) kent, lig je er dan niet zowiezo al uit?
@OP, Het kan helpen als je een scout kent. Al weet ik niet wie precies wie wie gescout heeft (een aantal zijn wel bekend) was het in mijn eigen geval zo dat ik gescout ben door iemand die ik totaal niet kende. Dus het hoeft niet per se dat je scouts moet kennen als kunstenaar.
Goedenavond, wat leuk om dit allemaal te lezen. In 2004/5 heb ik een aantal maanden artistic research beoefent aan de HKU onder de bezielende leiding van Henk Slager. “Topical” was een van de toverwoorden. (Op de Rijksakademie hoorde ik eens een begeleider over een van de deelnemers meewarig opmerken: “Tja dat is een kunstenaar met een onderwerp”) Mijn wereld was het uiteindelijk toch niet.
In 2007 leerde ik Stephan Dillemuth kennen, in 2009 maakte zijn klas (van de Münchener akademie) K2ao (Klasse Zwei aufbau organisation) een tentoonstelling met performance ter ere van het 30 jarig bestaan van W139. Dillemuth onderscheidde: “puberescant research”, “academic research” en “artistic research”. Het eerste is alles wat je als opgroeiend kind en mens in het dagelijkse leven leert over de wereld, het tweede de hoogst formele omgang met kennis en kennis productie zoals die in de academische wereld gangbaar is en die daardoor veel gebieden en onderwerpen uitsluit omdat ze niet volgens deze formele regels onderzocht kunnen worden. Artistic research is een tussenvorm die enerzijds gericht onderzoek doet naar zaken die niet tot de eerste levensbehoeften behoren (dat zou “puberescent research” zijn) maar anderzijds de vrijheid heeft om eigen methoden van onderzoek te ontwikkelen en ieder onderwerp dat je wil daarmee te onderzoeken. Daar kan ik wel wat mee.
Vooral omdat de praktijk van K2ao onder Dillemuth’s leiding het beste van twee werelden leek te verenigen: aan de ene kant moesten zijn studenten over bepaalde jaarthema’s zowel groepsgewijs als individueel behoorlijk grondig lezen, schrijven en presenteren, maar dat weerhield ze er niet van om tegelijkertijd collectieve kunstwerken te maken waarin alle media: bouwen, schilderen, performen, muziek maken, dansen, filmen en zingen samen kwamen. Alles met een optimistisch punk atitude. In vergelijking met deze voor mij hele verfrissende praktijk komt de huidige Prix de Rome editie inderdaad wel wat netjes over. Het is een soort netheid die niet overal vrij aanvoelt en in mijn ogen dus ook niet noodzakelijk is voor het bedrijven van artistiek onderzoek.
Verder moeten we denk ik niet al te moeilijk doen over het feit dat Prix de Rome edities soms een beetje eenzijdig over kunnen komen. Uiteraard heeft een jury voorkeuren. Die hebben we allemaal. Zoals Gerhard Richter (een kleine schilder maar een groot commentator) stelde: “De kunstwereld, we moeten niet teveel op haar schelden, zolang we ons realiseren dat zij niets met de kunst zelf te maken heeft. Het is een sociaal spel, net als de wereld van het kattenfokken. Kunst ontstaat onafhankelijk van haar, soms erbinnen en meestal erbuiten” En ook Marlene Dumas (ook niet mijn favoriete schilder maar eveneens goedgebekt) zei: “Mensen die het spel van de kunstwereld niet mee willen spelen, moeten niet klagen als ze er niet bijhoren”
Tenslotte, de komische en sappige beschrijvingen van het Britse kostschoolleven van Charles Dickens schijnen werkelijk enige veranderingen in het toenmalige schoolregime teweeg te hebben gebracht. Ik stel mij voor dat iedereen die boeken las, iedereen uit de eerste of tweede hand kostschool ervaringen had en zich door Dickens beschrijvingen realiseerde dat het toch eigenlijk wel een beetje te ver ging, zodat er een algemeen gevoelen ontstond dat er iets aan zou moeten veranderen.
Mijn indruk is dat wij als beeldend kunstenaars en andere deelnemers aan de kunstwereld op dit moment ver weg staan van een dergelijke invloed. Zo’n werking zou misschien mogelijk uit kunnen gaan van bijvoorbeeld de films van Neil Blomberg, die door een significant deel van de wereldbevolking gezien worden en de toenemende deling tussen een eerste en een derde wereld heel overtuigend extrapoleren. Ik kan me voorstellen dat ook de overtuigde neoliberaal, als hij na het zien van Elysium ’s nachts in zijn bedje ligt, misschien toch eerst nog een beetje ligt te woelen voor hij in slaap valt.
Excuus, het is een beetje een epistel geworden, Hartelijke groet, Gijs Frieling
@Gijs, Dankjewel voor je uitgebreide en mooie reactie.
Ik ben het in met je eens over het reilen en zijlen van de kunstwereld in die zin dat iedere jury zo haar voorkeuren heeft. Ook dat je niet moet klagen als je er niet bij wilt horen (zoals Dumas raak opmerkt).
Maar, daar staat wel tegenover dat de tendens die in deze selectie wordt gesuggereerd wel erg beperkt is in haar breedte en een heel klein gedeelte van het hedendaagse kunstveld vertegenwoordigd. Daar mag de pers, in dit geval Lost Painters en even zo goed de Volkskrant en de NRC, zeer zeker opmerkingen over maken daar de individuele kunstenaars zelf niet de mogelijkheid hebben dat te doen. (Never bite the hand that feeds.) Nu ben ik zelf natuurlijk ook een jonge kunstenaar maar ik vermoedt dat het Fonds mij als Lost Painters inmiddels wel serieus neemt, al is het maar vanwege haar bereik.
Gezien de reacties hier en ook de steunbetuigingen in mijn mailbox zijn er genoeg (zeker niet de minste) die inmiddels het Fonds zelf kwalijk nemen dat het slechts zo’n beperkt discours te vertegenwoordigen. Het is niet geheel onterecht dat het een “sektarisch feest” genoemd werd door de Volkskrant, al gaat dat wel erg ver…
Tja, die opmerking van Dumas..Ik vind dat een ieder mag meepraten over alles wat hem of haar bezighoudt, ongeacht de intenties. Kunstenaars bemoeien zich van nature overal mee waar ze in feite niet bij horen. Dus ook over de ‘kunstwereld’.
Enne, Richter is toch van: ‘Geen ideologie, geen religie, geen geloof, geen betekenis, geen verbeelding, geen creativiteit, geen hoop.’? Kortom: gewoon maken.. 😉
@Erik, Richter, volgens mij heeft hij die uitspraken enkel gedaan om te verwarren, alsof je anders foto’s uit de WOII gaat schilderen “omdat het geen betekenis heeft”?
Hallo Niek, een van de dingen die ik probeerde te zeggen is dat de hedendaagse kunstwereld als geheel een sektarisch feest is. Voor het overgrote deel van de mensen is het verschil tussen Falke Pisano en Marc Mulders niet relevant. En het komt dan potsierlijk over als er binnen de sekte dan nog weer bepaalde gezindten elkaar menen te moeten bestrijden.
En bovendien, ik vind het Prix spectrum helemaal niet zo beperkt. Dat Christian Friedrich zich hier niet van zijn meest woeste kant laat zien is misschien jammer maar eigenlijk zijn het toch allemaal hele verschillende werken en kunstenaars.
Ik las in de krant dat er ook een internetdiscussie over Twice/Dumas/Tuymans gaande is (was?) maar ik kan die niet vinden (ik ben niet zo’n ervaren internet grazer) weet jij waar die zich afspeeld(de)
Hartelijke groet, Gijs (lost painters is echt een goede naam)
@Gijs,
Ik ben het met je eens dat het niet zo moet zijn dat bepaalde discoursen (om het zo even te duiden) bestreden moeten worden omwege van een ander discours, ze zijn allen even legitiem, dat is juist hetgeen waar ik in deze voor ‘strijd’. In mijn optiek is het spectrum van deze selectie smal (het had inderdaad bij Friedrich heel anders kunnen uitpakken). Het zijn nog altijd alle vier super goede kunstenaars.
Ik heb nog geen discussie getroffen over Twice, maar het lijkt me een mooie tentoonstelling gezien beide schilders zich prima met elkaar kunnen meten (ze hangen al lang bij elkaar op 1 zaal bij De Pont). Ik ben van plan spoedig richting Antwerpen af te reizen dus wie weet komt dat hier ook nog aan bod.
Groet (en je mag vaker reageren 😉 )
Niek Hendrix
Maar waar Dillemuth mee scoorde, was zijn ‘bohemian’ variant: vleesch noch visch in de beste betekenis van deze woorden, losse eindjes to go, avontuur ergens tussenin essayerend. Alles goed in Antwerp?
nou niek, je stijgt in mijn achting. wat knap dat je steeds opnieuw luistert naar reacties, ook de nogal botte-weinig-zeggende. je luister, schaaft hier en daar je mening iets bij, niet al teveel want je wil tegelijk in de buurt van je standpunt blijven. dat doe je goed, en soepel; ik heb nergens het gevoel dat je iets afdwingt. tot zover je houding in deze discussie. inhoudelijk roep ik alleen nog: wat nog niet zolang geleden ‘vernieuwend’ heette (en dus experimenteel, zoekend, rommelig mocht/moest zijn) heet nu ‘onderzoek’ (en dat dan graag sober, strak, overtuigend door een messcherpe, ongenaakbare vorm). groet! chantal.
@Chantal, Dank voor je complimenten. Wat je zegt over vernieuwend en onderzoek is interessant. Ik beschik nog niet over een overzicht van het discours van door de jaren heen. Wel denk ik persoonlijk dat ‘vernieuwend’ slechts in zeer beperkte maakte legitiem is. Het gaat om de precisie waarmee iets opgezet wordt (denk maar aan al die Madonna’s, toch springen sommige er uit en dat is niet omdat ze zo vernieuwend zijn/waren).