De meeste tentoonstellingen worden samengesteld door een curator. Vaak iemand die kunstgeschiedenis gestudeerd heeft of een andere studie waarbij veel tekst lezen een vereiste is. Soms worden tentoonstellingen samengesteld door een kunstenaar. Die krijgt dan inhoudelijk meer vrijheden en wordt er niet direct een onleesbare begeleidende tekst verwacht. Verzamelaars zijn natuurlijk geen van beiden, maar kijken vaak langer naar een werk dan zelfs de meeste kunstenaars. Ze zien het dagelijks.
Parts Project is een plek waar vanuit de blik van verzamelaars werk getoond wordt. Dat is mooi want in tegenstelling tot veel musea zien we van veel van die particuliere verzamelingen niet zo veel. Dit keer toont Reyn van der Lugt een greep uit zijn omvangrijke collectie. De nadruk ligt hier op een greep, ook hij maakte een selectie en keek naar onderlinge samenhang.
Nu is Van der Lugt niet een doorsnee verzamelaar, hij is in het verleden actief geweest als museumdirecteur van Groninger Museum en cultureel attaché in New York. Dus je mag van hem dan ook wel verwachten dat hij bij Parts een keurige presentatie kan maken. Dat blijkt dan ook geen enkel probleem.
De inhoudelijke uitgangspunten van de tentoonstelling is een meta-analyse van wat kunst kunst maakt. Daar kunnen we het hier lang over hebben, maar wat interessanter is, is juist de werken die hier getoond worden. Sommige zijn bekend en zijn van kunstenaars die we vaker zien. Andere kunstwerken zijn al jarenlang niet publiekelijk getoond en zijn van kunstenaars die min of meer vergeten zijn. Het zijn werken van kunstenaars waarvan als hun werk al was aangekocht door musea het praktisch zelden getoond wordt. Het is onvoorstelbaar hoeveel kunst er in depots ligt te verstoffen. Kunstwerken die niets meer zijn dan ruimtevulling in een opslag. Een poos terug was er een onderzoek waaruit bleek dat slechts 10% van museale collecties de afgelopen 10 jaar publiekelijk getoond werd. 90% is dus al die tijd in het depot blijven hangen. Als kunstenaar kun je wel mooi in de collectie van een prestigieus museum zitten, maar het is dus meer juist te stellen dat het in het depot van dat museum zit.
Maar, bij de meeste particulieren wordt het werk dagelijks gezien en anders regelmatig. Dat lijkt mij zelf als kunstenaar dan een stuk waardevoller. Slechts in uitzonderlijke gevallen loopt zo’n collectie de spuigaten uit en kan ook de eigenaar niet alles regelmatig zien. Zo blijkt ook Reyn van der Lugt dat luxeprobleem te hebben.
Juist daarom is het mooi dat er zoiets is als Parts Project, dan kan de eigenaar de werken weer eens zien en kunnen wij daar allemaal van meegenieten.
Een beeldverslag van wat er zoal te zien is.
De selectie van Reyn van der Lugt is nog tot en met 21 januari te zien bij Parts Project te Den Haag.