Af en toe kreeg ik dan wel een uitnodiging voor een tentoonstelling in de Oude Kerk, maar eerlijk gezegd had ik geen flauw idee waar dat dan was. Ik ben blijkbaar niet de enige, de organisatie achter de Oude Kerk afficheert zichzelf als “het best verborgen gebouw van Amsterdam”. Met enige regelmaat is daar hedendaagse kunst te zien.
Hedendaagse kunst in een kerk is lastig. Kerken hebben de neiging om oud, indrukwekkend groot en religieus te zijn. Je kunt niet zomaar een kunstwerk daar neerzetten, de betekenis van de plek kan het werk simpelweg helemaal laten verzuipen. Kleine gebaren verdwijnen, grote gebaren worden al snel wanstaltig, humor is bijna altijd misplaatst en bepaalde vormen van politiek engagement even zo goed onverstandig.
Als kunstenaar moet je bijna wel speciaal werk maken voor die plek. Je kunt haast niet anders dan of werk maken dat met het gebouw mee beweegt, of zo mogelijk nog heftiger is. Germaine Kruip (1970) is gegaan voor die eerste strategie. De helft van de werken zijn zo subtiel aanwezig, dat je er op gewezen moet worden voordat je merkt dat het een werk betreft. Het beste voorbeeld daarvan is het werk ‘Oude Kerk Untiteld‘ waarbij ze er simpelweg alle kunstmatige verlichting heeft gedoofd. Het daglicht is net als vanouds de enige lichtbron in de kerk. Een subtiele ingreep maar wel een die je laat zien hoe ruimtelijk zo’n plek eigenlijk is. Met spotverlichtingen werkt de dynamiek van zo’n ruimte natuurlijk heel anders.
Een vergelijkbare ingreep is in een kleine ruimte in een van de zijbeuken van de kerk waar een lamp aan het plafond hangt. Bij het werk ‘A Room, 24 Hours‘ draait de lamp gedurende de dag om zijn as in de kamer in een snelheid die dus nagenoeg onzichtbaar is. Eigenlijk hetzelfde als er gebeurt dus door de zon die overdag om de kerk heen draait.
Beide ingrepen zijn relatief subtiel. Wie niet beter weet zou denken dat het zo hoort. Een meer opmerkelijke ingreep is het werk ‘the Entrance‘. Het orgel klinkt, er is sprake van een volle klank waarbij bepaalde tonen langzaam heel subtiel verschuiven. Het past bij de religieuze sfeer van de kerk, het maakt niet alleen optimaal gebruik van het orgel en de akoestiek van de ruimte maar ook de grootse sfeer. Het zou een engelenkoor of juist een demonenkoor kunnen zijn. (Het deed mij denken aan dit werk van geluidskunstduo Sunn 0))) )
Andere ingrepen zijn veel zichtbaarder (en fotografisch reproduceerbaar hier). Bij een wand zijn spiegels aangebracht volgens de Derwisj traditie, van vierkant naar cirkel. Wie door de deur van die wand kijkt ziet een zuil van marmeren blokken die ook volgens die logica is opgebouwd. De achttien meter hoge toren is natuurlijk een heftige ingreep maar toch past het letterlijk en figuurlijk heel mooi in deze kerk.
Alle ingrepen bij elkaar, wordt de kerk zelf geen geweld aangedaan, en gaan de kunstwerken mee in de beweging van het gebouw. De werken beïnvloeden de kerk, maar enkel zo om deze als geheel beter zichtbaar te maken. Dat vraagt veel inzicht van de kunstenaar, inzicht in het eigen werk en in de kerk in al zijn aspecten. Dat maakt deze tentoonstelling bijzonder, een bijzondere tentoonstelling met werken die voor deze bijzondere plek gemaakt zijn.
Ik weet voortaan de weg naar de Oude Kerk te vinden.
En dan rest natuurlijk nog de rest van de kerk, die mag er ook zijn;
Laat een reactie achter;