Wat mij raakt bij het werk van Hans Lemmen (1969) zou ik zo niet kunnen benoemen. Hoofdzakelijk maakt hij tekeningen van bescheiden formaat. Het papier is geprepareerd en wat viezig gemaakt, vervolgens maakt hij een tekening. De beelden wekken de indruk dat hij tijdens het tekenen bedenkt wat het gaat worden, maar het zou ook vooropgezet plan kunnen zijn. Het bevreemdende van het werk, en dat is waarschijnlijk ook wat mij facineert, is zijn ongrijpbare werkelijkheid die hij ons voorschotelt. Het is een vreemde wereld, zonder absurd of grappig te worden en je zou het poetisch kunnen noemen.
Het is de connectie tussen de poetische realiteit die we op de tekeningen zijn en de werkelijkheid van de toeschouwer die zijn werk fascinerend maakt.
Laatst bedacht ik me dat dat misschien wel de kern is van beeldende kunst, de mogelijkheid een alternatieve realiteit te werpen op die van ons, waardoor in die vervormde spiegel we misschien wat meer of juist minder grip krijgen op de realiteit die in ons eigen hoofd zit. Daar slaagt Lemmen in elk geval prima in, ik krijg nauwelijks grip op zijn beelden en zo ook op de realiteit in mijn eigen hoofd.
Voor grotere afbeeldingen klik je op de foto’s, een aanrader in dit geval.
Deze werken van Hans Lemmen zijn nog tot en met 4 april te zien bij Ornis A Gallery te Amsterdam.
Mooi gesproken Niek over dit werk , en over jezelf… PRACHTIG werk, een ontdekking voor mij.
O. Redon, Wichman, A Forest…deze kunst lijn is inderdaad niet makkelijk grijpbaar. (gelukkig)
Mooie recensie en artikel Niek, kende het werk van Hans Lemmen nog niet maar ben zeer aangenaam verrast.
Ergens in de verte doet het me een heel klein beetje denken aan het werk van Hans Belmer.
@Marc en @Arte,
Dank voor de complimenten. Wel grappig dat we direct proberen werk in een soort van kader te stoppen van andere kunstenaars om er zodoende vat op te krijgen ;). Maar natuurlijk, ook bij Redon, Wichman, Forest, Belmer (en ik moest zelf nog denken aan Max Ernst) blijven het ook ongrijpbare werken…
Dag Niek, inderdaad curieus deze neiging te ‘kaderen’ . Maar zolang deze ordening, dit ‘parkeren’ van een mooi beeld wat ons verrast weer productief is en tot nieuwe inzichten kan leiden …Zie ook cultuurhistoricus en
de vader aller beeld rijm-ordeningen in deze; theoreticus Aby Wahrburg.
@Marc, Een lezing zoals Aby Warburg die zou doen past bij dit soort werk vanwege haar enorme (mogelijke) symbolische beeldende kracht. Toch vraag ik mij af of werk wat een zekere vreemdheid als dusdanig gelezen moeten worden. Het is bijna een open deur intrappen en ik heb het idee dat we daarmee te snel het huis waar die deur in zit over het hoofd zien.
Zo is het werk van Belmer snel te lezen als een seksueel gestoorde, dat van Redon als een naive dromer, Wichman als een fascist en zo voorts. Terwijl de kracht van hun werk daarmee te kort zou doen. Stof tot nadenken dus…