De mens is één van de weinige diersoorten die de omgeving om zich heen volledig naar de hand kan zetten. Zo zitten we nu warm in huizen die we zelf gebouwd hebben. Rond deze tijd van het jaar zijn er miljoenen die een boom in huis zetten en vol hangen met diverse objecten. Waar die traditie uit voort komt weten de meesten niet. Het is typerend voor hoe we door de eeuwen heen ons als mensheid tot de natuur verhouden hebben. Aanvankelijk met angst om opgegeten te worden door leeuwen, later met erkenning voor de indrukwekkende romantische schoonheid. Inmiddels zijn we bewust van het gevaar van de wereld om ons heen met alle natuurrampen, en tegelijk proberen we die zelfde natuurrampen op afstand te houden door op wereldschaal ingrepen te doen. Ondertussen weten we niet zo goed wat we met die wereld om ons heen aanmoeten. Van commercieel uitbuiten (zie het Amazone-gebied door Bolsonaro) tot het krampachtig in standhouden en romantiseren van kunstmatige natuurgebieden (zie bijvoorbeeld de Oostvaarderplassen). Er is een continue paradoxaal gevecht en het omarmen van de natuur.
Het lijkt er op alsof het werk van Madeleine Bialke (1991) op precies daar balanceert. De schilderijen tonen prachtige natuurlandschappen door een lens met geabstraheerde kunstmatige pastelkleurige bomen. Uitzichten die misschien wel op bestaande gebaseerd zijn, maar bomen hebben bladeren, grillige taken in veelal bruine en groene kleuren. Roze en blauwe kleuren komen in de natuurlijk nauwelijks voor, in de wereld van Bialke zijn ze juist overal. De bomen hebben vloeiende vormen gekregen en de bladeren zijn vervangen voor mooie ronde vormen. Ze zijn gelikt geschilderd, weinig is aan het toeval is overgelaten. Strakke kleurvlakken en kleurverlopen tonen een vaste hand. Het zijn geen schilderijen die een uitzicht op de natuur tonen zoals die is, maar hoe deze door de kunstenaar ingevuld worden. De grillige werkelijkheid van de natuur wordt verbloemt en esthetisch gemaakt, je zou zelfs kunnen zeggen dat het geweld wordt omgevormd naar een geruststellend beeld. En wie het moet hebben van de fotoreproducties zal het wellicht ook als zodanig overkomen.
Maar aan de randen van de kleurvlakken, daar duikt ineens toch het grillige op. De verf zelf wil ook iets. Daar ontstaan in de slipstream van de penseelstreek kleine bergjes van opgehoopte verf. Als de zwarte lijnen van een kleurplaat, segmenteren zij de wereld die Bialke ons voorschotelt. Niet langer zijn het volledig gladde elementen meer. Hoe smeuig en lekker het ook geschilderd is, het toont dat het artificieel is, gekunsteld. Geen absolute met de computer gegenereerde beelden waarbij alles meetbaar is, maar mensenwerk dat steeds maar weer tegen zijn eigen falen op moet werken.
Ondanks alle romantiek die deze beelden hebben, hebben de werken dus ook dat rafelrandje. Het is precies dat scherpe, wat deze werken meer maakt dan alleen maar instagram-knallers.
Deze tentoonstelling is nog tot en met 26 januari 2023 bij Newchild Gallery te Antwerpen.
Laat een reactie achter;