Daar waar sommige kunstenaars bepaalde werken hebben die wereld beroemd zijn, schoot er bij mij niet direct een werk te binnen bij Fernand Léger (1881-1955). Het zijn vooral bepaalde stijlelementen uit zijn werk die ik direct voor me zie; het gebruik van kleurverlopen en de industriele vormen. Hij lijkt aanvankelijk een kubist van cylinders maar schuwt de futuristische dynamiek niet. Wat later is hij eerder een futurist om vervolgens een colorist te worden en tenslotte een colorist waarin figuratie een prominente rol speelt.
Bij het Ludwig Museum te Keulen is op dit moment een groots retrospectief te zien. Groots is hier geen understatement, want het draait hier om de wandschilderingen uit zijn oeuvre. Met doeken die vele meters groot zijn is de tentoonstelling dan ook op zijn minst indrukwekkend vanuit het formaat.
Een aspect wat naar voren wordt geschoven in de tentoonstelling is vooral de reikwijdte van zijn oeuvre. Het is een veelzijdig kunstenaar die vanuit zijn achtergrond als bouwkundig tekenaar interesse heeft in grafische vormgeving, film, toegepaste kunst en natuurlijk architectuur. Natuurlijk zijn er meer kunstenaars met een bredere interesse, maar hierdoor ontstaat er ook duidelijk een probleem. Léger lijkt niet zo zeer een innovator te zijn, maar vooral iemand die verbindingen wil leggen vanuit de kunst naar andere domeinen. Dat hij zich voor vooral de grote werken dienstig opstelt ten aanzien van de opdrachtgever of een andere partij zag hij zelf waarschijnlijk niet als een probleem.
Gevolg is dat als je de indrukwekkende formaten weg denkt, veel werk aan nogal truttig aandoet. De vrolijke kleuren in combinatie met de abstractie of later de herkenbare mensfiguren zijn inmiddels verworden tot esthetische kitsch. Dat Léger gevraagd werd voor al die opdrachten had voor hem ook een teken kunnen zijn dat zijn werk vooral esthetisch ging functioneren. Het moet wel gezegd worden, Léger kon op die grote formaten uit de voeten. Het zijn sterke beelden, waarschijnlijk op basis van een handzamer formaat. De indruk dat er voor hemzelf nog ontdekkingen in het te maken werk zat is ook nauwelijks aan de orde. Hij had ook kunnen spelen met de situatie en de opdrachtgever net iets anders geven dan waar hij om gevraagd had.
Dat lijkt gebeurt te zijn met het grote werk uit de collectie van het museum zelf, tevens de aanleiding van deze tentoonstelling; The Divers. Een groot werk dat geen kleur bevat. De rede van Léger naar de opdrachtgevers zou zijn geweest dat door kleur het werk te zwaar zou worden voor de ruimte. Ook al denk ik dat het juist is, de opdrachtgever zal dat aanvankelijk niet verwacht hebben. Het is eveneens een van de weinige werken die er nu anno 2016 nog steeds fris uit ziet. De meeste werken zijn zogezegd vooral enorm groot. Slechts in een handvol formaten lijkt het grote formaat functioneel voor wat er op staat, het beeld en de drager vallen samen. Die paar werken zijn oprecht indrukwekkend en eigenlijk net niet genoeg om de andere minder inspirerende werken te vergeten.
Léger komt in deze tentoonstelling dus niet heel erg lekker uit de verf. Een overzicht van zijn wandschilderingen is interessant voor degene die het werk van Léger kennen, maar als introductie doet het hem waarschijnlijk niet veel goeds. De echte spannende werken zijn hier simpelweg te weinig.
Een indrukwekkende tentoonstelling dus, zowel positief als negatief.
De tentoonstelling met het werk van Léger is nog tot en met 4 juli te bezoeken bij Museum Ludwig in Keulen (Duitsland, maar goed te doen met de trein die praktisch voor de deur van het museum stopt).