MOYA (Museum of Young Art) voelt aan als een rauwe variant van een kunsthal. Het toont een wisselend ensemble en grote projecten verdeelt over enkele industriële hallen van hard beton, die nu zijn gevuld met opvallend zachte kunst.
De eerste hal is een gigantische solopresentatie met het werk van Barbara Broekman (1955) die zowel de muren, vloer en soms plafonds beslaat. Sommige werken lijken te gaan over haar persoonlijke levenswereld, anderen gaan over sociaal-maatschappelijke onderwerpen of zijn een analyse van de kunstgeschiedenis. Een rode draad daarin is de positie van de vrouw. Wat de werken ook allemaal met elkaar gemeen hebben is de enorme aandacht die aan de werken vooraf gaat. Dit zijn arbeidsintensieve werken, en dat ze dan nog eens gigantisch groot zijn maakt het nog eens extra indrukwekkend. Dankzij die grote formaten zet Broekman de ruimte ogenschijnlijk zonder enige moeite naar haar hand. Zelden ziet textielwerk er zo krachtig uit.
De tweede hal toont een groepspresentatie met verschillende kunstenaars die zich eveneens tot textiel verhouden, maar dan op heel andere manieren dan dat van Broekman. Denk hierbij aan de net zo goed nauwkeurige werken van Isamo Thissen, of draadsculpturen van Fransje Gimbrere. Een derde hal is wellicht niet zo relevant voor het thema Proud to be Soft, maar alsnog worden er momenteel interessante werken getoond. Wat eigenlijk vooral beklijft is de diversiteit van de gekozen kunstenaars, hi fashion tot oude rotten uit het vak of juist jonge honden en design. Het kan hier duidelijk allemaal naast elkaar bestaan en krijgt elk ook zijn eigen relevantie en betekenis.
Hier volgt een beeldverslag van wat er zoal te zien is.
Laat een reactie achter;