Het verhaal van het modernisme kan worden samengevat als een zoektocht naar de utopie, een zoektocht naar een waarheid. Met de opkomst van Dada zou je kunnen stellen dat de distoptie gebruikt werd door kunstenaars om even zo goed richting de utopie te wijzen. Absurditeiten en shockerende beelden om de hardheid van de huidige wereld te laten zien.
Als er 1 dogmatische utopist is geweest in de moderne kunstgeschiedenis, dan is dat wel Mondriaan (1872-1944) geweest. De ruzie met Van Doesburg (1883-1931) over het gebruik van diagonalen die escaleerden in 1925 is algemeen bekend. Voor Mondriaan was kunst een route naar verlichting en zelfs Willem Sandberg (1897-1984) zag dat zo en liet een kopie van Victory Booge Woogie maken voor op zijn kantoor in het Stedelijk Museum.
In het Mondriaanhuis is op dit moment een tentoonstelling te zien van kunstenaars die de tegenovergestelde route van Mondriaan nemen, niet het geloof in de betere wereld en dat op “geestelijke wijze” tonen, maar juist het confronteren met de harde werkelijkheid. Dat Marc Bijl (1970) een gepaste kunstenaar is voor zowel de locatie als de insteek moge duidelijk zijn.
Inhoudelijk zit de tentoonstelling niet sterk in elkaar, de algemene insteek is leuk maar dat maakt nog geen statement als geheel. De relaties met Mondriaan die genoemd worden zijn zeer inwisselbaar en het komt dan ook over als een excuus om gewoon goede kunstenaars bij elkaar te zetten die engagement tonen ten overstaande van de wereld. Daar is niets mis mee want de werken kunnen zichzelf allemaal prima dragen. Vooral de werken van eerder genoemde Marc Bijl, Ronald Ophuis en Rob Voerman weten zich goed staande te houden in de lastige ruimtes die een oud pand als het Mondriaanhuis nu eenmaal heeft.
Al met al een mooie presentatie van een aantal goede kunstenaars met idem werken aan de hand van engagement.
De tentoonstelling is nog tot en met 25 augustus te bezoeken bij het Mondriaanhuis te Amersfoort.
Laat een reactie achter;