Als je bij Martin van Zomeren binnenkomt zie je dat er veel verschillende werken te zien zijn. Er hangen wat zwarte platen met tekst, wat schilderachtige objecten, een kapotte stoel, een foto, wandobjecten en een stel schoenen. Allemaal totaal verschillende werken. Maar toch, een ding hebben ze allemaal gemeen, op een bepaalde manier is de ironische ondertoon naar de kunst(wereld) zichtbaar. In het geval van 1 werk is dat expliciet, het citeert Duchamp “R MUTT”.
Heel even zou je kunnen denken dat het een groepstentoonstelling is maar wie goed kijkt bemerkt dat de humor maar ook het gevoel voor het materiaal bij alle werken aansluit en het dus toch een solo betreft. Om precies te zijn het werk van Pieter Engels (1938). Ik moet eerlijk bekennen nog nooit van de beste man gehoord te hebben, en het is ook lastig (voor mij als twintiger) zijn werk in de tijd te plaatsen want sommige werken dateren uit de jaren 60. Zijn recente werken (2012) zijn overigens niet veel inzichtelijker, het blijven werken die zich buiten het algemeen gangbare discours van de hedendaagse kunst stellen.
Dat laatste moet niet gezien worden als een probleem maar een compliment. Omdat referentiekaders in zekere zin ontbreken maar wel verwijzingen aanwezig zijn naar bepaalde elementen geeft Engels als een soort undercoveragent reacties op problemen die spelen. Hij is iemand die duidelijk weet waar hij mee bezig is, maar hij is tegelijk een outsider.
Het is prettig een klein oeuvre-overzicht te zien van een kunstenaar die duidelijk niet jarenlang hetzelfde gedaan heeft. Respect daarvoor.
Het werk van Pieter Engels is nog tot en met 13 april te zien bij Martin van Zomeren te Amsterdam.