Janis Rafa (1984) laat bij haar tentoonstelling slechts een handvol werken zien, waarvan twee twee-luiken. Het eerste werk is een bak met tuinaarde, het tweede een flinke hoeveelheid kogelhulzen, het derde een videoprojectie van omhoog vallende vogellijken en het laatste werk betreft twee printjes van een platgereden plant en platgereden vogel.
Dat klinkt alles behalve aanlokkelijk, laat staan dat dat mooie beelden op zou kunnen leveren. De beschrijving hierboven is redelijk accuraat maar laat een aantal aspecten buiten wegen. Het belangrijkste is misschien wel dat de tuinaarde uit haar eigen tuin komt en botten bevat, dat de kogelhulzen gesorteerd zijn op kleur en het hele werk benoemd is naar de vier jaargetijden, dat de vogels die omhoog vallen dat doen in enorm slowmotion waardoor het een enorme monumentale maar ook poetische kracht krijgt en ten slotte dat bij het laatste werk, de aangereden plant en vogel opvallend veel op elkaar lijken waardoor er ook een soort rijm ontstaat.
Het werk van Rafa is poetisch op een harde manier. De droge anekdote wordt opgerekt in zo verre dat het object uiteindelijk als iets heel anders weet te verschijnen, dan dat het ooit eens was. Het gekke is, dat in deze hele bijna lelijke objecten, ineens heel veel poetische maar ook visuele schoonheid blijkt te zitten.
Het overkomt me niet vaak, het werk gezien te hebben, maar er toch naar blijven kijken omdat het zo mooi is. En dan doel ik met name op de film; ‘A Sign of Prosperity To The Dreamer‘.
Laat een reactie achter;