Afrikaanse kunst is een ander verhaal dan de Westerse. Niet omdat het een beter is dan het andere maar daar zijn traditioneel heel andere noties over kunst en waar dat voor zou moeten dienen. De titel van de tentoonstelling verwijst er ook naar “het Masker Moet Wel Gedanst Hebben”, een Afrikaans masker is waardeloos als het niet daadwerkelijk gebruikt is. Anders zou het namelijk enkel gemaakt zijn voor de toeristen die ook zo’n “origineel masker” willen hebben.
Per ruimte probeert Marres (curator Sophie Berrebi) een van de problematieken aan te halen die er met de ontmoeting tussen Afrikaanse kunst en de Westerse wereld is ontstaan. Dit aan de hand van de collectie van Tony Jorissen (Hasselt) die sinds 1969 Afrikaanse kunst verzameld en een collectie van ongeveer 5000 boeken daarover heeft opgebouwd. Bij elkaar een zware en complexe bedoeling dus.
Dat het complexe materie is, heeft de curator goed gezien maar zich daar ook aan vertild. De tentoonstelling is redelijk hermetisch en je moet van goede wil zijn wil de relatief grote hoeveelheid begeleidende tekst je echt toegang geven. Het is ook niet eenvoudig als je per ruimte een bepaalde problematiek wilt adresseren, die zijn er namelijk meer dan genoeg. Maar de ruimte bij Marres is beperkt.
De ontmoetingen tussen de Afrikaanse maskers en het Westen wordt in 1 geval sterk zowel inhoudelijk als formeel goed uitgebuit. Dat is de kamer met het werk van Pauline M’Barek (1979). Daar projecteerd een beamer teksten met analytische vragen over wat iets is. Ernaast staat een masker, het is simpelweg het object met zijn eigen beladenheid. De combinatie is sterk en duidt ook heel duidelijk problemen in hoe we vanuit het Westen ingaan op de Afrikaanse maskers. Iets soortgelijks gebeurt ook bij de film van Alain Resnais & Chris Marker (1921 – 2012) waarin pijnlijk duidelijk wordt hoe het Westen is omgegaan met de Afrikanen. (Overigens werd op het moment dat ik er was enkel het derde deel van de film getoond, de eerste twee delen zijn even relevant.) De werken van Sara Van der Heide (1977) en Jean-Luc Moulene (1955) zijn op zichzelf sterke werken maar zijn in deze context letterlijk en blijven in de oppervlakte hangen qua inhoudelijkheid ten opzichte van de andere werken.
Toch is het een geslaagde poging om al die problematieken te duiden in toch beperkte ruimte. Het kan je als bezoeker niet ontgaan dat er nogal wat haken en ogen aan Afrikaanse kunst zitten. Mocht het inhoudelijke aspect je ontgaan heb je in elk geval de maskers nog gezien die ook zeer de moeite waard zijn. Het zou een mooie opzet zijn om een dergelijke inhoudelijke tentoonstelling groter uit te bouwen.
Ruimte 4 – Kijken
Alain Resnais & Chris Marker – Les Statues Meurent Aussi (Beelden sterven ook) – 30minuten Film
De tentoonstelling is nog te zien tot en met 18 augustus bij Marres te Maastricht.
Laat een reactie achter;