Twee schilders die eigenlijk niets met elkaar gemeen hebben. Het werk van Rob Renoult (?) en Ido Vunderink (1955) lijkt lijnrecht tegenover elkaar te staan, het werk van de eerste is figuratief, het werk van de tweede is abstract. Maar dat is natuurlijk niet het enige wat er aan de hand is.
Omdat de portretten van Renoult abstract of zelfs afwezig zijn, herken je niemand, en zie enkel het idee dat er iemand staat. De duidelijke lijnen bakenen de kleurvlakken af. Er is dan wel een voorstelling te zien, het gaat hier duidelijk veel meer om de kleuren die er ook te zien zijn. Hoe verhouden die kleuren zich tot elkaar. Het maken van het portret lijkt wel een excuus om met die lijnen en kleuren te kunnen spelen.
Wat dat betreft is het werk van Vunderink niet anders. De voorstelling is hier geheel afwezig, wat rest zijn abstracte composities waarbij proporties en kleur nauwkeurig worden afgewogen. De kleuren zijn verzadigt, maar lang niet zo fel als bij Renoult. De doeken van Vunderink zijn veel meer ingetogen wat dat betreft.
Het is het contrast tussen de twee, die de kleuren bij elkaar versterkt. Het zachte van Vunderink wordt nog zachter door de felle kleuren van Renoult, en andersom. Zo komen twee schilders, die op het eerste gezicht misschien ver van elkaar af liggen, samen in een tentoonstelling die gaat over kleur en de proporties ervan.
deze tentoonstelling was nog tot 20 augustes te zien bij M.Simons te Amsterdam.
Laat een reactie achter;