The Lost Relay; (7) – Inzichten

Na een week Incubate hebben we 6 tentoonstellingen in elkaar gezet met 17 kunstenaars die verspreid uit heel Nederland en zelfs Vlaanderen kwamen. We willen deze dan ook enorm danken […]

Na een week Incubate hebben we 6 tentoonstellingen in elkaar gezet met 17 kunstenaars die verspreid uit heel Nederland en zelfs Vlaanderen kwamen. We willen deze dan ook enorm danken voor hun komst, zonder deze mensen geen tentoonstellingen. Natuurlijk danken we ook de ruimte Argument, want zonder ruimte geen tentoonstellingen. Ten slotte danken we Incubate, zonder de vraag en mogelijkheid, ook geen tentoonstellingen.

Maar wat voor inzichten levert het nou op? Iedere dag een nieuwe groep kunstenaars die elkaar veelal niet eens kenden van naam bij elkaar zetten in een ruimte met zelfgekozen werk. Wij van Lost Painters hebben nergens keuzes gemaakt in werk behalve geadviseerd het vooral leuk te houden voor henzelf.

Allereerst hebben we nu natuurlijk een hoop mensen leren kennen die we nog niet kenden. Dan hebben we kunstenaars met elkaar in contact gebracht die elkaar ook nog niet kenden maar nu elkaar wel kennen en lekker samengewerkt hebben.

Dan inzichten in hoe je een tentoonstelling kan opzetten. Allereerst een korte conclussie van de afgelopen week.

Erik en Rosa hangen de afgelopen dagen aan bloggen op

Erik en Rosa hangen de afgelopen dagen aan bloggen op

6 eindfoto's van hoe het er uit zag voor er weer opgeruimd werd.

6 eindfoto's van hoe het er uit zag voor er weer opgeruimd werd.

Het overzicht

Het overzicht

Dag 1, Joncquil, Maarten Peerdeman en Kay Freimund

De eerste dag begon met een redelijk traditionele vorm van tentoonstellen die we ook wel als economisch beschouwen. Een optimale hoeveelheid werken in de gegeven ruimte. Men gaat uit van de autonomie van het werk en ziet de ruimte als een gegeven. Alles werd deze dag op het hart gehangen met 155cm en werden naast elkaar gehangen op veelal formele of zelfs anekdotische keuzes. Een manier van exposeren die we dus vaak zien in musea, eindexposities en galerieën.

Dag 2, Joncquil, Diego Sindbert, Michaël Bouchez en Ties van de Ven

De dag erna werd de ruimte al veel meer een onderdeel van het werk. Toch was het nog niet helemaal duidelijk of de ruimte wel of niet onderdeel was van de betekenis van het beeld dat ontstond.

Dag 3, Ties van de Ven, Rosa van Oers, Aquil Copier en Ewoud Bakker

De woensdag werd al vrij snel besloten om vanuit een concept tot een tentoonstelling te komen; het statement dat het ging om 4 kunstenaars die bij elkaar komen. Dit werkte zich uit tot een heldere installatie die misschien in dit geval goede heroverweging van de opties ontbrak. De ruimte Argument werd wel echt onderdeel van het werk, zelfs de belichting werd essentieel onderdeel van de ruimte.

Dag 4, Ewoud Bakker, Kees Koomen, Ellen Rodenberg, Erik-Jan Ligtvoet en Jordy Koevoets

De vierde dag was een dag die kwa tentoonstelling misschien het minst goed uit de verf kwam, maar wel een hoop essentiële inzichten gaf, zeker nadat we deze naast de andere dagen bekeken. Deze dag verliep erg rommelig. Niet alleen kwamen we tijd te kort, ook hadden we in totaal 5 kunstenaars van een zeer diverse pluimage. Er werd geen richting, geen statement of concept bepaald en er werd in groepjes door elkaar gewerkt. Hierdoor werd het erg lastig om tot een heldere opbouw van de ruimte te komen. In tegenstelling tot dag 1 was er ook geen sprake van een heldere galerie presentatie omdat er daarvoor toch te veel hing op te verschillende hoogten. Er zou ook gezegd kunnen worden dat de kunstenaars onderling te sociaal naar elkaar toe waren en er daardoor ook geen heldere samenwerking was.

Dag 5, Jordy Koevoets, Thomas I’Anson en Tamara Dees

De vierde dag bleek zijn inslag gemaakt te hebben op de vijfde dag, daar werd van begin af aan gekozen voor een heldere aanpak en samenwerking waarin duidelijke keuzes gemaakt moesten worden. Daardoor waren er met de botte bijl keuzes gemaakt in het meegenomen werk en werd er ook aanzienlijk minder werk getoond dan eerdere dagen. Toch werden de werken die er dan wel hingen veel prominenter en zichtbaarder en ook nog eens meer betekenisvol. Dat met name met elkaar. Een echte tentoonstelling-tentoonstelling dus.

Dag 6, Tamara Dees, Eveline Nieuwveld en Lydia Weijers

De zesde dag had een vergelijkbare aanpak als dag vijf, er werd wederom vanuit een helder probleem een tentoonstelling in elkaar gezet. Dit zou voor een gedeelte overigens ook te wijten kunnen zijn aan het soort kunstenaars van de laatste twee dagen die aanzienlijk minimaler werken dan voorgaande dagen. De keuzes op dag zes waren in vergelijking met dag vijf echter minder op formele gronden en dus meer gedaan vanuit de betekenis van het autonome beeld. Een ander significant verschil van deze dag is vooral dat er heel erg veel heroverwogen is, tot op het laatste moment. Alles werd meerdere malen verplaatst om te zien of het daadwerkelijk de juiste plaatsing had.

 

We zijn uiteindelijk tot ruwweg drie opties gekomen vanwaaruit afgelopen week met succes een tentoonstelling is ingericht.

  1. Vanuit de gedachte dat het werk autonoom is en zelf zijn betekenis behoud. Een economische manier van optimaal aantal werken in de ruimte plaatsen.  Dit zien we dus bij een galerie, de meeste musea en dag 1.
  2. Vanuit een inhoudelijk statement waarbij de autonomie van het werk volledig opzij geschoven wordt en het statement het meest belangrijke is. Zoals dag 3.
  3. Vanuit de ruimte waarbij die ruimte en het werk 1 geheel vormen die op elkaar afgestemd zijn. Hierdoor zijn er minder werken te zien dan bij dag 1 maar wel krijgen de werken die er wel zijn meer kans om betekenis te krijgen, zowel voor zichzelf als samen.

 

 

Voor alledrie deze posities zijn iets te zeggen. In de avondbespreking van deze bevindingen werd opgemerkt dat optie drie in de meeste gevallen het beste zou zijn, we worden als kijker optimaal ingeleid in de ruimte en gedwongen de werken echt te zien. Bij andere vormen zou men er toch sneller doorheen scrollen. Daar is veel voor te zeggen, zeker als de ruimte er is. Toch heeft een gemiddelde galerie toch meer belangen bij het tonen van meerdere werken en dus heeft het graag meerdere werken tegelijk dan slechts enkelen.

Als slotconclusie kunnen we in elk geval stellen dat wanneer men kiest voor een heldere samenwerking waarbij keuzes gemaakt worden er een inzichtelijke tentoonstelling verschijnt. Dat inzichtelijke kan dan gelden voor verschillende vlakken, het werk, het statement, of het geheel (de tentoonstelling als tentoonstelling).

Maar, zoals altijd, wie weet komen we de volgende keer tot heel andere ideeën. Wijzelf vonden het erg tof om op deze manier tentoonstellingen te organiseren. Voor deze week is het wel even genoeg geweest maar wie weet in de toekomst nog vaker de achterban vragen of ze mee willen doen.