Soms is kunst ook gewoon de kunst van het ontstaan. Niet vanuit het maken op zich, maar met het maken ontstaan een beeld. Iets wat er van te voren nog niet was. Soms was er een idee, maar vaak ontstaat het al doende. Een alchemistisch gegeven dus.
Vaak erger ik me aan recensenten (en andere theoretici) die kunstwerken niet begrijpen als een entiteit met een ontwikkelingsgeschiedenis. Want hoe goed het concept ook doordacht is, het wordt toch altijd tijdens het maken net iets anders dan je van te voren gedacht had. Hierdoor kun je als kunstenaar in zekere zin verrast worden, of uitgedaagd tijdens het maken van het werk en ontstaan er nieuwe mogelijkheden of ingevingen. Zoals ik al zeg, voor de niet-creërende kunstwereld vaak een totaal onbekend gegeven en daarom ook nogal wat misvattingen. Hoe leg je in hemelsnaam als kunstenaar uit de buitenwereld uit dat het maken an sich ook een onderdeel is van het werk. Niet als doel, maar als het proces om tot een werk te komen.
Het antwoord op die vraag kan ik nog niet geven. Maar ik denk dat het goed is om daar wel een antwoord op te vinden. Suggesties zijn welkom.
Arno Mertens (1966) is de meester van deze editie en nam 3 studenten onder zijn hoede. Het is opvallend hoe rustig de tentoonstelling is en ook als een geheel werk zonder dat werk niet op zichzelf functioneert. De kunstenaars hebben gemeen allemaal de materie an sich niet als doel te beschouwen, maar vanuit de materie een beeld te scheppen. Soms zelfs bijna letterlijk als een alchemist.
Jeroen Duijf | Tilburg
Lisette Schumacher | Rotterdam
Vera Gulikers | Maastricht
Deze presentatie is nog tot en met 24 november te zien bij Kunstpodium T.
Niek, thanks, my love is rotten to the core…