Gisteren was er weer een opening bij Kunstpodium T waar wij ook weer aanwezig waren, of beter gezegd, ik heb Erik niet gezien die avond maar ik was er in elk geval wel.
Marjolijn de Wit
Valerie de Ghellinck | Antwerpen
Christie Zwart | Utrecht
Diego Sindbert | Den Bosch
Noortje van der Palen | Tilburg
De beeldtaal en vormelijk liggen de kunstwerken erg ver uit elkaar, tekeningen, schetsjes, sculpturen, performance en ruimtelijke objecten. Dat maakt het lastig om van een tentoonstelling dan toch een coherent geheel te maken. Toch is ze dat gezien de problematiek van de diversiteit gelukt. Niet iedere ruimte is even sterk maar toch is er heel duidelijk samengewerkt aan het maken van een tentoonstelling.
De overeenkomende mentaliteit gaat over vormelijke aspecten, “wat is …?” Vul de puntjes maar in. Bij de openingspeech werd het twijfelen genoemd. Maar dat is niet geheel juist; de mentaliteit is twijfelend, de uitspraken niet.
Deze tentoonstelling laat zien wat het samenbrengen van verschillende kunstenaars kan toevoegen aan elkaar. Los zullen de werken totaal andere inhoudelijke kanten laten zien. Juist doordat het lijkt alsof we het hier over een 5-tal volstrekt verschillende kunstenaars hebben gaan juist de overeenkomsten de betekenis geven. Dat maakt dit tot een interessante tentoonstelling.
(Het is zoals wel vaker weer onduidelijk van wie wat is, en zoals gebruikelijk is dat geen probleem.)
Plakband is blijkbaar goedkoop tegenwoordig…
Opvallend zijn de tekeningen die zo hier en daar te zien zijn, misschien niet allemaal van dezelfde hand maar wel allemaal erg goed.
In plaats van een schildering aan de muur, een sculptuur aan de muur.
Nog meer goed tekenwerk.
Een Marijn van Kreij? Twee dezelfde tekeningen die toch niet hetzelfde zijn.
Er werd ook geschilderd, al erg wisselend van kwaliteit. Deze zijn best goed.
Deze performance begreep ik niet helemaal. in het bouwsel zit iemand en die zien we ook weer op de schermen. Er was totaal geen spanning of confrontatie aanwezig bij het werk.
Een mooi object aan de muur. Heel simpel maar het werkt erg doeltreffend.
Deze objecten kwamen ook vaker terug en wisten eigenlijk de hele tentoonstelling daardoor samen te trekken. Zijn het schietschijven? De discussie tussen schildering en sculptuur maken ze interessant.
Er werd ook minder geconcentreerd geschilderd, daarbij is de grap van ToyBoy wel erg flauw en doet denken aan gefrustreerd feminisme. (Zoals bekend ben ik daar geen fan van.)
Dit vond ik dan weer erg goed, al is het qua experiment aan de bekende kant, maar dat maakt het beeld niet slechter.
In de Bijlage is werk te zien van Lydia Weijers. Doorgaans is in deze ruimte design of illustratiewerk te zien. Vandaar dat deze dan ook nog niet op het blog hier verschenen is. Lydia Weijers is ons natuurlijk wel bekend en ze toont hier enkele nieuwe werken en een aantal oude bekenden.
Het feit dat de Bijlage nu niet echt de hoofdmoot krijgt maakt het, ook vanuit de geschiedenis tot een soort appendix, een niet noodzakelijk aanhangsel. Toch is dat hier geheel niet aan de orde. Het werk van Weijers is daar te goed voor.
Haar werk doet denken aan dat van Dirk Braeckman en dat bedoel ik hier positief. De verschillen zijn er natuurlijk ook. Toch laten beide het werken van het medium zien. We kijken overduidelijk naar foto’s die als fotografische beelden naar ons toekomen. Het verschil tussen Braeckman en Weijers is natuurlijk de onderwerp keuze en het feit dat Weijers haar foto’s doorgaans niet onder of overbelicht zijn. Zie ook dit artikel van Frank vande Veire over Braeckman.
Prachtwerk.
Laat een reactie achter;