Om even te generaliseren, op het moment dat kunstenaars het in hun werk over het ‘ik’ gaan hebben, wordt het meestal therapeutisch werk. Bij veel vrouwelijke kunstenaars krijgt dat een feministisch trekje en krijg je werk zoals dat van Tracey Emin en Sarah Lucas. Dat betekent veel frustraties, veel problemen en vaak heeft het iets van doen met vagina’s en penissen. Dergelijk werk is vaak dertien in dozijn. Oftewel ’typische vrouwenkunst die gaat over het vrouw-zijn’ en vaak lijkt dat van de daken moeten te worden geschreeuwd als we er na kijken. Maar wat we daadwerkelijk wijzer worden van dat geschreeuw?
Maar, soms, soms zie je dat kunst gemaakt is door vrouwen (niet per se aan de kunst maar aan het naambordje) en dat het over het ‘ik’ gaat, ‘de ander’, dat het hout snijdt en ook daadwerkelijk verder geraakt dan dat ‘ik’. In uitzonderlijke gevallen mag dat zelfs over het ‘ik’ in therapeutische zin gaan of zelfs met feministische trekjes. Niet te veel dus, maar het kan. Dat is namelijk vanaf nu te zien bij Kunstpodium T waar Karin van Pinxteren de meester is deze editie.
Lianne Rueb | Rotterdam
Petra Kühnle | Groningen
Lisa Decavel | Gent
Angelica Fernandez | Maastricht
Wendy Brugman | Utrecht
Om even direct over de meest expliciete te beginnen, het werk van Angelica Fernandez schreeuwt niet direct van de daken dat ze een vrouw is of dat het werk over erotiek gaat. Daar moet je toch wat beter voor kijken. Gevoeligheid is aanwezig en is conceptueel ingezet. Vanuit de fragmenten die typische esthetiek gebruiken van pornografie blijft dat toch nog ondanks de context van die pornografie overeind.
Het werk van Karin van Pinxteren gaat duidelijk over taal en hoe we daar vervolgens mee om gaan als we dat gebruiken. Ik moet eerlijk bekennen haar werk nog niet eerder gezien te hebben en ben aangenaam verrast door de esthetische maar ook enorm frisse benadering van taal als beeld.
(helaas niet heel goed zichtbaar maar de cirkels zijn niet helemaal egaal zwart, vanwege het handwerk is er toch nog een penselstreek te zien in de vormen.)
Zoals gezegd komt ook het ‘ik’ in therapeutische vorm aan bod. Met de therapeutische vorm bedoel ik dat het ‘persoonlijke ik’ met haar eigen ervaringen en levensloop aan bod komt. Het ‘ik’ van de kunstenaar staat centraal om tot beeld te komen. Therapeutisch moet dus niet opgevat worden als psychologische therapie maar als persoonlijk autobiografisch.
Lianne Rueb laat in een sterke installatie iets en eigenlijk ook niets van zichzelf zien. De toeschouwer mag zijn adres op een typemachine typen en krijgt binnenkort post. Er hangen foto’s met tekst maar de foto’s zijn met een marker bewerkt. Je hoort aan de andere zijde van de wand een diaprojector ratelen, maar de foto’s krijg je niet te zien. Als je buiten door het raam kijkt, zie je dat haar foto’s door het raam heen geprojecteerd worden, in het niets. Alles bij elkaar een scherpe presentatie die heel veel suggereert en veel ruimte bied.
Lisa Decavel werkt onder andere met textiel. Textiel blijkt opvallend vaak gehanteerd te worden door vrouwelijke kunstenaars. Maar hier wordt het textiel gebruikt zoals een schilder zou schilderen, als manier om een beeld te verwezenlijken. Het is niet heel goed te zien op de foto’s maar er staat tekst in de stof geweven.
Ook de tekst op de wand bevat veel lijnen zonder betekenis. Dat maakt het uiteindelijk tot een scherpe samenvoeging van tekst en textiel. Eigenlijk ben ik wel benieuwd of ze niet de stukken textiel in het groot maakt.
Een ander topwerk is van Petra Kuhnle die een televisietoestel op een sokkel zet en vervolgens het geheel als sculptuur bevraagt. Een redelijk eenvoudige handeling maar een opmerkelijk scherp werk. Om terug te komen op het vrouwenkunst probleem, dat is hier dus totaal niet aan de orde.
Wendy Brugman gaat in het riet zitten en verkleed zich als indiaan. Even denk ik dat dit een flauw saai werk is. De foto’s zijn niet eens spannend of goed, het is nog net niet slecht genoeg om als anti-climax te kunnen werken. Maar de A4tjes die ernaast hangen blijken een uitgebreide e-mailwisseling tussen Brugman en iemand die de inheemse volkeren (600 zo blijkt) vertegenwoordigt in Nederland. De briefwisseling gaat over het annexeren van de identiteit van een indiaan door Brugman. Want daar waar het idee indiaan bij ons redelijk statisch blijkt, zijn er dus 600 verschillende versies. Daarbij mag je als vrouw niet in krijgerskleding, dat is beledigend. Afijn, vanuit een naive positie gaat Brugman opzoek naar de identiteit van een stereotyp ander.
Dat maakt het dus ineens een heel interessant onderzoek waarbij het beeld eigenlijk ondergeschikt is aan het daadwerkelijke werk, maar wel zo het geheel inzichtelijk maakt.
Er is geen dertien in dozijn te bekennen hier, ook geen schreeuwerige feministen, geen psychopathisch gezeur of iets anders uit die richting. Gewoon vrouwen die zich niet druk maken over het feit dat ze vrouw zijn, en gewoon goede kunst willen maken. Daar slagen ze dan ook in. Alles tezamen een erg goede tentoonstelling met interessante insteken en posities. (Dat had ik ook gezegd als het mannen waren overigens).
Is nog te zien bij Kunstpodium T te Tilburg tot en met 17 maart.
Hé Niek de titel onder het werk van Wendy Brugman moet denk ik Playing ipv playng zijn?
Leuk om te lezen, dank je wel weer!
@Tijl, Dankjewel, typo is rechtgezet!
Oh en mijn naam en titel zijn fout gespeld..
Lianne Rueb en Internalis.
Fijn stukje om te lezen!
@Lianne, Mijn excuses, direct aangepast. En dank voor het compliment, dat er toch nog iets goed is gegaan gisterennacht ;).
wel te lezen dat het door een man is geschreven
@Maria Roosen, Ja dat klopt, en?
goed commentaar, maar een recensent zou denk ik toch wat minder taalfouten moeten maken….
@Monique, Ik zal de laatste niet zijn die toegeeft taalfouten te maken. Sterker nog, ik weet dat ik redelijk wat maak.
Zou je me kunnen zeggen waar welke taalfout zit zodat ik deze kan corrigeren?
Misschien beter als je mij even mailt. Ik het de vinkjes dit keer aangeklikt. Je kunt mij ook jouw mailadres geven.
Waarom geen ‘spell-checker’ gebruiken Niek, dat ondervangt al heel veel ’typo’s’ 😉
@Anna, Die gebruik ik, al werkt dat natuurlijk niet voor de namen van de kunstenaars of kunstwerken.
Spell-checker weet het soms ook niet precies, maar je zou in ieder geval kunnen letten op dt (snijdt, biedt, verkleedt) en o.a. ook dertien in een dozijn, naieve, televisietoestel, mee omgaan, vaak gehanteerd door vrouwelijke kunstenaars, typemachine, de A4tjes blijken, even over de meest expliciete , te moeten worden geschreeuwd ,etc. Inhoudelijk was het goed onderbouwd, maar volgende keer misschien nog een nachtje over slapen voordat je het publiceert………je was wel erg snel!.
@Monique, Spell-checker haalt inderdaad ook niet alles er uit. Het dt-verhaal is onder de vaste lezers bekend maar helaas krijg ik dat er niet goed in. Ik zie ook niet wat er mis is met een typemachine en de rest? Ik beschouw mijzelf daarom ook niet als een schrijver, ik ben een kunstenaar en geen taalkundige. 😉 (Ook al schrijf ik toevallig.)
Ik heb je gemaild overigens, het kan zijn dat het in je ongewenste mail is beland.
Hi, kijk zelf nog even een keer kritisch naar je tekst met mijn opmerkingen erbij please. Het komt de tekst echt ten goede! Ook al zijn het misschien maar kleine dingen in jouw ogen. Jij de kunstenaar, ik de taalkundige. Succes met je werk! (heb je mail niet ontvangen trouwens)
@monique, Je mag de opmerkingen mailen naar info@lost-painters.nl (want ik zou ze graag zien).
Heerlijk, die retro-stereotypen om tegen aan te schurken in kriezustijd 😉 Lijkt me overigens een geinig experiment om eens een expositie te gaan reviewen vanuit het thema ‘mannenkunst’. Kun jij je het voorstellen? Nee, ik ook niet.
Wij noemden dit het fallisisme. Hierbij hoort het maken van werk over het ‘man zijn’ en de gevoeligheid van de man.
@Cornelie & Tijl, Moet eerlijk bekennen het fenomeen ‘mannenkunst’ niet te kennen, wel Gay Art (ook bekend als Gay Esthetics) en zogenaamde zwarte kunst. Vrouwen hebben vaak kunst als fenomeen mannelijk beschouwd, daar valt veel voor te zeggen. Ik zelf denk echter dat als dat de neutrale stand is van kunst, vervolgens een ‘feministische’ stroming altijd een anomalie blijft omdat het simpelweg niet vanuit het neutrale kader van de kunst als geheel werkt. Afijn, vrouwenkunst bestaat dan dus weer wel…
Nu nog even inhoudelijk: Somewhere between your stage and mine is een goed expositie die genoeg te bekijken en veel stof tot nadenken geeft. Dat wordt ook wel duidelijk in de loop van je review, maar de eerste alinea zet vind ik wel de toon (en de laatste is ook niet al te genuanceerd qua woordkeuze en termen) Deze tentoonstelling verdient beter dan de conclusie dat ‘hier gelukkig geen schreeuwerige feministen’ aan het woord zijn. Vind je reviews vaak verfrissend, maar hier liggen wel erg veel platitudes voor het oprapen. Tot zover mijn mening, vind lost painters verder tof, succes verder!
@Cornelie. Dat ik generaliseer en chargeer geef ik ook direct in het begin aan, het is slechts een insteek waarmee de tentoonstelling te zien is. Echte afgewogen nuance is dan in een geval als deze niet van toepassing.
Het is een aspect binnen de beeldende kunst waar ik me vaak bij eindexamenpresentaties aan erger en vind dit een goede kapstok om dat aspect (wat zeker niet onbelangrijk is!) eens te belichten. Het is niet mijn gebruikelijke wijze er zo mee om te gaan maar in dit geval is de insteek vooral om te chargeren en dus posities af te dwingen (niet alleen die van mij maar ook van het ruime aantal lezers waarvan sommige ook daadwerkelijk reageren hier).
Dat niet alle artikelen van de meer dan 1000 die ik geschreven heb even goed zijn overleef ik wel ;).
@Niek nou dat is je wel gelukt met dat positie afdwingen 😉 Autobiografische kunst is zeker een punt van discussie (in zeker zin is alle kunst autobiografisch, maar dat terzijde, de beeldtaal is weer een ander verhaal), en ook een kwestie van smaak. Maar Sarah Lucas en Tracey Emin zijn ook niet meer de jongste kunstenaars….Ik vraag me af of het wel zo’n ding is binnen de huidige moderne kunst. Feminisme, vrouwenkunst, ik vond het gewoon gedateerd. In professionele expositie ruimtes kom ik de oude ‘in your face’ identiteitskunst in ieder geval (bijna) nooit tegen. Op eindexamenpresentaties kan het voorkomen, kan inderdaad irritant zijn, maar dan denk ik: so what? Als het authentiek is en iemand groeit door is het toch niet zo’n probleem? Wanneer je weer genoeg afstand kunt nemen kan hyper individueel werk ook weer universeel worden. Kwestie van je vak beheersen denk ik dan. Kunst maken is in mijn ogen ook op je bek durven gaan. Oh ja, misschien een aanrader voor jou: een tentoonstelling genaamd Female Power in het MMK in Arnhem. Haha, ga ik mooi de boot in met m’n #grrrhoezovrouwenkunstdatwastochietsindejarenzeventig# Komt dat zien, veel plezier 😉
@Cornelie. Je hebt gelijk dat dergelijke in-your-face identiteitskunst zelden in de grotere ruimtes te zien is. Authenticiteit is echter een problematisch begrip omdat het vaak ook als excuus gebruikt wordt om kwaliteit te benoemen (als in ‘het werk is authentiek’ en dus is het goed?).
De tip van het MMK te Arnhem was ik nog niet van de op de hoogte dus als ik de mogelijkheid heb ga ik kijken :). Thanks!
Je zou er weer helemaal feministisch van worden: van zo’n kunstkritiek en van zulk commentaar. Geloven in een ‘neutrale stand’ van de kunst is meestal zeggen dat mannenkunst neutraal is en vrouwenkunst afwijkend.Toch rot voor al die jonge vrouwelijke kunstenaars van nu dat ze nog steeds zo hun best moeten doen om niet vrouwelijk (therapeutisch, ik-gericht, kunstnijverheid-achtig) over te komen. En lekker voor de jongens dat hun kunstkritieken weer voor neutraal door kunnen gaan.
Kant zei al (en niet in het Engels, maar dit is een passage die geciteerd is door Caroline Jones in The Machine in the Studio uit een veel feministischer tijdperk 1996):” The fair sex has just as much understanding, but it is a beautiful understanding whereas ours should be a deep understanding, an expression that signifies identity with the sublime.”
@Karin Voogd,
Ik zeg niet dat neutrale kunst mannenkunst is, dat stel jij nu. Ik hoor weinig mannen zeggen dat hun werk voortkomt uit de problematiek van het man zijn, of ligt dat aan mij? Het zijn vooral de vrouwen die hun eigen vrouwzijn als legitimering van hun kunst gebruikt hebben. Overigens gebeurt dat dus ook in gayart etc. Ze plaatsen hun eigen ‘outsiders’ positie als legitimering. Daar heb ik problemen mee. Vrouwen zijn ook 50% van de bevolking en het vrouwzijn an sich is dus niets bijzonders.
@ Karin Dank je wel voor je heldere commentaar. Je argument maakt duidelijk dat de term vrouwenkunst op zich al discriminerend is. Helemaal waar. @Niek mocht je gaan kijken in Arnhem stuur me ff een mail, kunnen we misschien gezamenlijk kijken (en de discussie voortzetten).
@Cornelie, doen we, ik neem contact met je op! 🙂