In de Kunsthal (@kunsthal) niet alleen de tentoonstelling van Munch maar ook een uitgebreide tentoonstelling over realisme in de kunst. Zelf schreven ze daarbij een goed persbericht dus hoeven we het zelf niet uit te leggen wat er te zien is.
De Kunsthal Rotterdam besteedt ruim aandacht aan het internationaal realisme. Ruim honderdvijftig schilderijen, sculpturen, foto’s en videowerken belichten de rijkdom en diversiteit van de realistische kunst van 1850 tot nu. Het indrukwekkende overzicht omvat werk van talrijke internationaal gerenommeerde kunstenaars als Jean-François Millet, Walker Evans, Edward Hopper, Richard Estes, Duane Hanson en Thomas Ruffen is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de Kunsthalle Emden en de Kunsthalle der Hypo-Kulturstiftung in München. In de tentoonstelling is ook een aantal vooraanstaande Nederlandse kunstenaars vertegenwoordigd waaronder Carel Willink, Rineke Dijkstra, Jan Worst en Aernout Mik.
Verrassend overzicht
Het veelzijdige overzicht in de Kunsthal laat zien hoe kunstenaars de afgelopen honderdvijftig jaar de werkelijkheid weergeven: op doek, in foto’s of als videoprojectie. Het werk van belangrijke vertegenwoordigers van internationale realistische kunststromingen als de Nieuwe Zakelijkheid, het magisch realisme en het hyperrealisme zijn samengebracht. ‘Feest der herkenning’ toont de vele gezichten van het realisme: van de levensechte figuren van beeldhouwers als John de Andrea tot de gedetailleerde landschappen van fotograaf Michael Reisch. Gegroepeerd naar thema’s als het interieur, het stilleven, het portret, het landschap levert de tentoonstelling verrassende en spannende combinaties op. Zo zijn de krachtige vrouwenportretten van Christian Schad uit het Interbellum naast de technisch perfecte fotoportretten van Thomas Ruff uit de jaren tachtig te zien. En hangt een stilleven van magisch realist Franz Radziwill in nabijheid van een assemblage van Daniël Spoerri.
Diversiteit en verwantschap
De tentoonstelling werpt een nieuw licht op realistische kunst. Het overzicht onthult dat achter het technisch raffinement en de virtuositeit van realistische kunst veelal een maatschappelijke boodschap schuilgaat. Ondanks de enorme diversiteit in onderwerpen en gekozen media blijkt er tussen kunstenaars uit verschillende tijden grote verwantschap te bestaan. De sculptuur Two Workers die de Amerikaanse beeldhouwer Duane Hanson in 1993 maakt, komt thematisch overeen met August Sander’s foto’s van straatarbeiders ruim zestig jaar eerder. Hansons maatschappijkritische toon is anderzijds voelbaar in de schilderijen van sociaalrealisten als Eugène Buland of Jean-François Millet uit de negentiende eeuw. Door te wijzen op de relaties tussen kunstenaars uit verschillende perioden van het realisme, wordt de tentoonstelling een ‘Feest der herkenning!’
Zoals gezegd in het persbericht is er dus veel divers werk te zien. Dat is dan ook misschien een van de nadelen. Er is erg veel te zien en het is wel heel erg divers. Echt een statement over realisme in de kunst is er dus niet te bekennen, behalve dat het kan. Maar, dat is ook meteen de kwaliteit. Het laat zien dat realisme in de kunst ook nu nog kan. Wel moet deze ingezet worden en niet gebruikt worden als excuus. Vervolgens schiet het alle kanten op. Ze hebben de tentoonstelling dan ook thematisch ingericht om er nog een beetje overzicht in te houden. Meestal ben ik daar zelf geen fan van maar hier is het continue een open benadering. De veelheid gaat door elkaar in werken en dat levert vooral veel inspiratie op. En natuurlijk ideeën over hoe je zelf met dat realisme om zou kunnen gaan. Verder complimenten aan de curator en de presentatie van de werken. De muren zijn veelal grijs- en wittinten, wat natuurlijk mooi neutraal werkt bij veel werk. Er is goed nagedacht over welke werken naast welke werken hangen. Zo is er de combinatie tussen een landschap van Richter te zien naast een landschap van Millet. Een niet heel voorspelbare combinatie maar wel eentje die duidelijk laat zien dat het landschapschilderijen van alle tijden is. Natuurlijk staat dat wel los van de mentaliteit die er aan vooraf is gegaan, maar we kunnen niet verwachten dat een tentoonstelling die over vorm gaat daar rekening mee houd. Verder is het natuurlijk mooi om te zien hoe knap uitgewerkt sommige doeken zijn. Wij zijn daar uiteindelijk toch ook wel een beetje gevoelig voor. Er hingen wat acrylwerken waar echt geen enkele penseelstreek zichtbaar was. Natuurlijk is die vaardigheid geen excuus of het goed werk zou moeten zijn maar respect hebben we zeker voor dergelijke tijdrovende schilderwerken.
Al met al is het een inspirerende tentoonstelling met veel goed werk. Zeker in combinatie met de tentoonstelling van Munch de 12.50 euro entree meer dan het geld waard. Helaas mochten we zelf geen foto’s maken (i.v.m. beeldrecht) maar ze waren van Kunsthal wel zo vriendelijk ons de persbeelden toe te zenden. Hier dus nu vooral een impressie van wat er te zien is. Kunsthal is op dit moment verplichte kost dus we gaan niet nog eens benadrukken dat je vooral zelf moet gaan kijken.
Laat een reactie achter;