Als je als kunstenaar drie keer gevraagd wordt voor de Biennale van Venetië, een Documenta meedoet, in de vaste collectie van het MOMA zit, dat van Tate en vele anderen, je werk bij de ingang van het Guggenheim staat en je bekend staat als ‘belangrijkste hedendaagse beeldhouwer’ dan is je naam toch wel redelijk verzekerd in de boeken van de recente kunstgeschiedenis. Tenminste, dat leek mij altijd wel zo.
Totdat ik in een artikel een poos terug iets las over ‘Ernie Trova’. Ik keek in Honuor en Fleming, ik keek in Art since 1900 en in De Tweede Helft, en in geen daarvan trof ik een Trova aan. Hoe is het mogelijk dat een kunstenaar van ‘belangrijkste beeldhouwer’ zelfs helemaal uit de boeken verdwijnt?
Ernest Trova (1927-2009) begon zijn kunstcarrière op zijn 20ste toen Max Beckmann zijn schilderij uitkoos als winnaar bij een wedstrijd van het plaatselijke museum. Aanvankelijk bleef hij schilderen en nam lessen bij De Kooning en Erza Pound. De jaren die erop volgde gingen snel, rond 1960 hing er al schilderwerk van zijn hand aan de wand van Leo Castelli. Hij maakte op dat moment werken die het midden hielden tussen abstract expressionisme en een klassiek onderwerp: vallende mannen. In 1963 komt hij bij de dan al bekende Pace galerie.
Er was op dat moment aandacht voor zijn schilderwerk maar zijn echte doorbraak zou in 1965 komen op het moment dat hij zijn schilderijen tot sculpturen zou vormen. Ondanks het feit dat we inmiddels 50 jaar verder zijn zien ze er nog steeds redelijk recent uit. Het zijn enorm gladde chrome beelden waarin futuristische vormgeving samengaat met een meer klassieke benadering van de menselijke vorm. De eerste tentoonstelling met deze werken was direct uitverkocht met onder andere Alfred Barr (directeur MOMA), de koper van 3 werken. Al snel volgden nagenoeg alle andere grote collecties. In de jaren 70 worden zijn werken zo groot dat er simpelweg een park voor wordt gevonden. Dat park wordt vervolgens gevuld met 40 extreem grote werken. Inmiddels staan er ook werken van andere kunstenaars maar nog altijd staan er een stuk of 20 in het park.
Natuurlijk werd zijn succes met argusogen gevolgd. Eigenlijk hetzelfde als wat er nu met Damien Hirst gebeurt, maar de overeenkomsten houden niet op met alleen de mate van succes en de kritiek. Beide kunstenaars nemen een belangrijke positie in de markt in en blijven buiten de rest van het kunstdiscours. Trova had daarbij het probleem dat de kunstwereld toen nog heel erg in stromingen dacht en bij het werk van Trova was het lastig hem ergens bij in te delen. Verdedigers van zijn werk zagen dat als een kwaliteit maar critici vonden zijn werk te kunstmatig en te commercieel. Maar het grootste punt van de kritiek was misschien toch wel de herhaling en het uitmelken van het ‘fallen-manthema’. Ook hier is weer een parallel met Hirst te trekken, denk aan Spot Paintings of Spin Paintings of vlinders als medium.
Trova bleef rustig doorwerken. Langzaam aan zou zijn werk minder getoond worden en in de jaren 80 mag hij het redelijk rustig aan doen. Hij is dan geen topkunstenaar meer bij de Pace Gallery waar hij wel nog altijd bij zit. Toch staat hij ook dan nog bekend als een belangrijke kunstenaar waarvan het werk nog altijd goed verkoopt. In 1985 breekt Trova met Pace Gallery. Dit zou op zich van weinig belang zijn – kunstenaars wisselen wel vaker van galerie – ware het niet dat hier de rede ontstaat waarom Ernest Trova in de kunstgeschiedenis verdwenen is.
In 1985 tekent Trova een contract bij een jonge onervaren kunsthandelaar Philip Samuels. Deze handelaar belooft Trova oneindige middelen om zijn werk te maken. In ruil daarvoor wil de handelaar alle rechten op alle werk die hij ooit gemaakt heeft en zal maken. Daar waar Pace Gallery de productie van Trova reguleerde kon Trova nu zo veel werk maken als hij wilde in zoveel oplage als hij wilde. Daar waar Travo eerst van Pace maar een werk in oplage van 10 mocht doen werden het er nu soms 100. Daarmee werd de exclusiviteit van het werk natuurlijk minder en de prijzen zakten in. De handelaar Samuels bleek te onervaren en kreeg de werken niet aan de man waardoor de prijzen nog verder daalden. Door vervolgens het werk op diverse kleine plaatsen aan te bieden daalde het werk nog verder in financiële waarde totdat er weinig overbleef. Niet alleen bleek de handelaar niet zo ervaren te zijn, hij scheen redelijk onmogelijk te zijn om mee samen te werken voor andere galeries waardoor ook hulp van Pace of andere contacten snel verdwenen.
Het duurde slechts enkele maanden voordat Trova spijt had van het contract maar het duurde 16 jaar voordat het uiteindelijk verbroken kon worden. In de tussentijd kon hij praktisch geen werk tonen of realiseren en is waarschijnlijk zelfs werk vernietigd om de verzekering op te lichten. De schade voor de reputatie van Trova was onherstelbaar. Daarnaast is het ook nog zo dat het werk erg vast zat in zijn tijd, de vallende man was een type beeld wat even in de mode verscheen en vervolgens er weer uit ging. Ook al bleef Trova nieuwe werken maken die anders waren, hij bleef de man van dat ene soort beeld. Zodoende werd Trova ook vanwege het feit dat hij zich los koppelde van het bestaande discours eenvoudig met terugwerkende kracht uit de kunstgeschiedenis geschreven.
Hier valt veel van te leren als kunstenaar anno nu. Let goed op wat voor contracten je tekent, want voor je het weet houd je geen geld meer over voor je werk en wordt je niet meer serieus genomen. Maar ook blijkt hoe de kunstmarkt en de kunstgeschiedenis van elkaar gescheiden zijn en dat indien nodig, de geschiedenis gewoon wordt herschreven.
Mooi verhaal en mooi werk! Kende de man niet; dank voor de bijscholing. Er is veel tristesse in het leven:)
@Henkjan, Ik kende hem aanvankelijk dus ook niet. Dat is opvallend want in de jaren 60 genoot hij van een zelfde naam en faam als Hirst dat nu heeft. Aslof we Hirst nu ook ineens buiten de kunstwereld zetten. Maar het werk is inderdaad zo slecht nog niet.
Goed verhaal Niek! Kunstenaar zijn is niet vaak een keuze. In de kunstwereld meelopen wel..Net als Idols: wil je een beroemdheid worden, of een goede zanger? Het 1 hoeft t ander niet uit te sluiten, maar als het elkaar in de weg gaat zitten, weet dan welke keuze je gaat maken..
@Erik, Tsja, wat is ‘meelopen met de kunstwereld’ precies? Wanneer ben je een beroemdheid (Hirst is beroemd en heeft zo veel geld dat hij het voor het geld al echt niet meer hoeft te doen, en heeft dus totale autonomie.), wanneer ben je een goede kunstenaar (iedere zaterdag en zondag je helemaal wezenloos schilderen om de rest van de week een 9tot5baan te hebben en goede kunst te maken die vrijwel niemand ziet.) Waar liggen de verhoudingen? Dat zal overigens ook bij iedere kunstenaar op een ander vlak liggen. Het feit dat ik ‘schilderijen’ maak betekend dat ik binnen dat kader compromisloos kan zijn. Maar daarbuiten?
Hoe zie jij het in jouw geval?