Op het eerste gezicht is een tentoonstelling waarbij het werk van Lotte Wieringa (1991) en Mette Sterre (1983) gecombineerd wordt niet de meest voor de hand liggende. De eerste maakt grote abstracte schilderijen, de tweede is vooral bekend van complexe outfits waarmee performances gedaan worden. Waar de twee samenkomen is dat ze beiden uitgaan van gevoeligheid van het materiaal waar ze mee werken. Bij Wieringa is dat de kleur, textuur en het gebaar van het schilderen. De doeken ontvouwen zich als landschappen van handelingen. Wie goed kijkt kan de choreografie van Wieringa volgen, zien welke penseelstreek naar welk beeld leidde.
Bij Sterre is het het pak (wat de kunstenaar zelf overigens maskers noemt) dat een fysieke ervaring is. En niet enkel voor de drager. Zo bestaat één van de twee outfits uit vele dunne bladen plastic waarvan het erg verleidelijk is ze aan te raken. Het andere pak is eerder weerzinwekkend door de honderden plastic bewegende mensenvingers. Hoewel geen verleidelijke ervaring, werkt het zeer in op de onderbuik.
Hoewel de praktijken dus mijlenver van elkaar af lijken te staan, komen ze hier dus eigenlijk heel vanzelfsprekend samen.
Laat een reactie achter;