Onder archeologen is het een running gag: zodra niet duidelijk is waartoe objecten dienden, worden ze vaak geduid als spirituele of religieuze objecten. Dat is soms een gemakkelijkere verklaring dan toegeven dat men het niet weet. De intrinsiek vreemde objecten zouden echter ook simpelweg voor achterhaalde doeleinden kunnen zijn gebruikt, of de kennis over hun oorspronkelijke functie is verloren gegaan.
Wat toekomstige archeologen zullen zeggen over onze alledaagse voorwerpen, kunnen we alleen maar raden. Soms is de functie zo helder dat het niet veel anders kan zijn dan datgene waarvoor we het nu gebruiken. Kunstenaars hebben echter vaak de neiging om te kijken hoe ver ze de grenzen van die functionaliteit kunnen oprekken. Dat geldt ook voor deze groepstentoonstelling, waarin verschillende kunstenaars onderzoeken hoe ver ze alledaagse voorwerpen kunnen transformeren in objecten met een esthetische werking. Of nou ja, esthetisch is misschien niet het juiste woord. Het gaat om objecten die ontdaan zijn van hun oorspronkelijke functie en vooral gericht zijn op het prikkelen van de zintuigen.
Zo rekt Tonio de Roover hier schuttingdelen op tot monochrome sculpturen. Typische, goedkope witte tuinstoelen worden bij Bertjan Pot transformaties tot lichtgevende objecten aan het plafond. In de film van Rasmus Ramö Streith ervaar je hoe beangstigend een alledaags interieur kan zijn.
Geen idee wat toekomstige archeologen daarvan zullen denken als ze het ooit aantreffen. Voor nu levert het een vreemde tentoonstelling op van objecten die er zowel bekend als vreemd uitzien tegelijk.
Deze tentoonstelling is nog tot en met 21 december te zien bij Joey Ramone te Rotterdam.
Laat een reactie achter;