Het is een drukke periode met veel eindexamen exposities en Open Studio’s. Van de grote drie post-academische instellingen is de Jan van Eyck de afsluiter van deze zomer, de Ateliers en Rijksakademie openden al eerder hun deuren.
Traditiegetrouw is er bij de Jan van Eyck een focus op de meer discursieve/theoretische praktijken met aandacht voor ecologische en post-koloniale vraagstukken. Waar deze bij andere edities van de Open Studio’s wat geforceerd aanvoelden is de diversiteit van deze lichting breder en minder eenzijdig in haar thematiek. Los daarvan zijn er een aantal opmerkelijke tendensen te benoemen zoals het opvallende gebruik van geur als kern van de praktijk. Bij verschillende presentaties staat geur centraal: Bij Ana Tomimori & Carlos Felipe Guzman is dat de geur van kaarsen, bij Cemre Kara zijn het organische geuren om een spel te spelen, bij Ha Young de geur van data en ten slotte bij Raimo Saarinen de geur van een dennenbos. Het levert niet direct de meest sprankelende fotoverslagen op maar wel een rijke ervaring.
En natuurlijk presentaties met de nadruk op onderzoek met bronnen en spullen. Geen ateliers van beeldhouwers of schilders, maar veel leeswerk dus. Veel kunstenaars houden zich bezig met lokale aspecten van Maastricht. Zo zijn er beelden van mergel te vinden bij Arjun Das en Sujin Moon de aarde uit haar achtertuin.
Het is duidelijk een community van kunstenaars die elkaar hier beïnvloed hebben. Links en rechts zie je dus vergelijkbare oplossingen. Maar ook de Free Palestine posters die op veel plekken terug komen zijn een breed gedragen symbool voor de onderlinge banden.
Hier volgt een beeldverslag, waarbij lang niet alle beelden even representatief zijn voor het daadwerkelijke werk (want het ontbreekt aan geluid en/of geur), van studio’s die om verschillende redenen opvielen.
De Open Studio’s zijn nog tot en met vandaag te bezoeken bij de Jan van Eyck te Maastricht.
Laat een reactie achter;