Op 13 mei 1948 was het dan eindelijk zo ver, in het Zuiden opende de tegenhanger van de Rijksakademie uit Amsterdam. Omdat er in de oorlog een hoop kerken flink beschadigd waren, was er nood aan goed geïnformeerde Katholieke kunstenaars die wisten hoe ze deze gebouwen moesten restaureren. De kunstnijverheidscholen waren van onvoldoende theoretisch niveau om te kunnen voorzien in deze kunstenaars. Zo werd de Jan van Eyck opgericht om kunstenaars met benodigde bagage af te leveren en konden de kerken gerestaureerd worden.
Met de ontzuiling van de jaren ’60 raakte ook het Christelijke signatuur van de Jan van Eyck al snel buiten beeld. De lessen Bijbelkennis werden vervangen voor kunsttheorie en de Van Eyck was veranderd in een plek vol met experiment. Er werden pamfletten en magazines gedrukt, en de eerste videokunstenaars kregen hier een plek. De voertaal veranderde naar Engels en meer en meer kunstenaars kwamen uit alle hoeken van de wereld.
Inmiddels bestaat de Jan van Eyck Academie dus 75 jaar en ontwikkelde het zich van een Katholieke opleiding voor restaurateurs naar een post-academische instelling met een enorme diversiteit aan kunstvormen. Wat al die jaren gebleven is, is de focus op theorie en discours. Als een rode draad door alle directiewisselingen heen, zie je dat de positie van de kunstenaar tegenover het maatschappelijke een grote rol speelt. Soms is de kunstenaar dienstbaar en instrumenteel en soms juist het tegenovergestelde daarvan. Om dat goed te kunnen doen is dat theoretische domein altijd noodzakelijk geweest. Bij de laatstelichtingen uit zich dat in een focus op post-koloniale en ecologische vraagstukken.
Dit jubileum wordt onder andere gevierd met een tentoonstelling die is opgebouwd met archiefstukken en werk van alumni, gemaakt tijdens hun verblijf aan de Jan van Eyck. Het is daarmee gelukkig niet een selectie van de hoogtepunten, maar hoe de instelling door de tijd heen veranderd is. Hoe het gebouw tot stand gekomen is. Hoe deelnemers geselecteerd werden. Hoe ooit gloednieuwe technieken werden ingezet die inmiddels verouderd zijn. Hoe er geëxperimenteerd werd met grafiek en publicaties. Hoe de tafels gemaakt worden. De tentoonstelling bevat daarmee werk van soms geheel vergeten makers, afgewisseld met kunstenaars die specifiek reageerden op de Van Eyck als plek zoals Ryan Gander en John Kormeling.
Willem de Kooning zei ooit “I have to change to stay the same”. In veel opzichten is de Jan van Eyck dezelfde plek als 75 jaar geleden, en tegelijk is alles totaal anders.
Laat een reactie achter;