De afgelopen editie van ArtBrussels vond dus plaats in de vorm van een route door Brussels in plaats van de gebruikelijke beursruimte. Dat maakte onder andere dat presentaties die op een beurs niet zo tot hun recht zouden komen, dat nu in de gebruikelijke galerie-ruimte wel kunnen.
Eén van die presentaties is die van Johan de Wilde (1964). Het zijn veelal kleine kleurpotlood tekeningen op bescheiden formaten, A4 (29,7x21cm) of A6 (14,8×10,5cm). Werk dat op het eerste gezicht een fotografisch achtige kwaliteit heeft, alsof het geprint is. Pas bij nadere inspectie zie je het handwerk, de vegen van kleur die vertaal over het papier gaan. Alsof hij steeds met zijn handen in zijn werk gewreven heeft. Het geeft vooral de grafische Pars Pro Toto-reeks werken een gloeiend effect. De gekleurde balken zinderen in de grijzige achtertoon.
De combinatie van de relatief eenvoudige composities en voorstellingen, het kleine formaat en het fotografisch aandoende kwaliteit maakt dat ik er wellicht op een kunstbeurs te snel aan voorbij zou zijn gegaan. Hier krijgt het werk niet enkel de tijd om volledig te ondergaan, het krijgt tevens de ruimte. Niet slechts een greep uit een aantal werken, maar een uiteenzetting gedacht vanuit een oeuvre. Hier worden grotere reeksen met elkaar in relatie gebracht.
Daardoor ontvouwt zich eveneens een rijker oeuvre dat gebruik maakt van verschillende soorten beeld. De monoprints van bloem-patronen tegenover de grafische Pars Pro Toto-reeks. Daartussen dan weer een diverse reeks beelden waar zowel tekst als realistische afbeeldingen worden afgewisseld met enigmatische schematische beelden.
Het werk van Johan de Wilde leest zich als een analyse en vertraging van de beeldcultuur. In de brede zin van het woord. Juist nu zoveel zo digitaal en zo haastig lijkt te zijn, is het wellicht de beste houding voor beeldmakers te zijn. Eentje van contemplatie en aandacht.
Deze tentoonstelling is nog tot en met 10 juli te zien bij Hopstreet Gallery te Brussel.
Laat een reactie achter;