Iets maken dat kunst kan zijn is geen eenvoudige opgave, weet iedere kunstenaar. Het meest lastige is veelal het beginnen. Het vragen van de goden van de inspiratie om ons goed gezind te zijn is een oplossing om dat begin af te dwingen. De grote aanroep om te kunnen putten uit kosmische energie om zo tot bovenmenselijke resultaten te komen.
Hoewel er wellicht lang niet meer zo veel kunstenaars zijn die dat doen in de vorm van gebeden, meditaties of seances, zijn de invloeden van die activiteiten nog altijd levendig verbonden met de hedendaagse kunstenaarspraktijk. De laatste jaren zie je het ook in ecologische en feministische praktijken waarbij ruimte is voor spirituele associaties. Niet langer hoeft kunst zich strikt te verhouden tot de conceptuele (lees rationele en wetende) kunst, maar kan het ook juist het niet-weten zijn. Als verborgen wetenschap. De kunstenaar is niet langer de alwetende kritische denker, maar ook iemand die vanuit het mens-zijn, intuïtief communiceert via iets dat we nu kunst noemen.
In zekere zin is het een terugkeer naar de bron van het kunstenaarschap. Niet alleen van de tijd dat kunst in kerken de mensheid onderwees in de lessen van Christus. Maar ook de schilderingen van de primitieve mens. Hoewel we het niet zeker weten lijken de grottekeningen van Lascaux en anderen eveneens vereringen te zijn van de wereld om de mensen heen.
Deze tentoonstelling wil deze spirituele honger in kunst weer voeden. Vrijwel alle beelden maken direct of indirect aanspraak op spirituele en goddelijke invloeden. Hoewel veel van dit soort tentoonstellingen uitermate voorspelbaar zijn met pseudo-surrealistische kitsch, is dat hier niet het geval. Misschien ook wel omdat lang niet alle hedendaagse werken zo duidelijk aanspraak maken op dat spirituele fundament.
Het zijn met name de outsider kunstwerken die de context bieden aan de rest van de werken. Het is slechts een handvol maar kantelt de tentoonstelling mooi in de richting van de universele krachten die kunst teweeg kan brengen.
Laat een reactie achter;