Dat onze omgang met de natuur op dit moment de nodige kanttekeningen verdient is een understatement. Op dit moment is er een mondiale crisis omdat mensen plots vatbaar blijken te zijn voor een virus dat normaliter is voorbehouden voor vleermuizen en/of pangolins. Deze mondiale pandemie komt niet zo maar uit de lucht vallen, er waren de afgelopen jaren al vele waarschuwingen. Sommigen zelfs als ziektes in de vorm van Sars, Mers, en Ebola. Ook in die gevallen waren de de opeenhoping van diersoorten de oorzaak van het overspringen van ziektes die vervolgens de nodige gevolgen bleken te hebben op ons als mens.
Deze tentoonstelling was bedacht ruimschoots voordat het Corona virus toesloeg. De omgang met het dierenrijk in relatie tot de mens staat daarin centraal. Die relatie heeft altijd al meerdere ingangen gehad. Van onderzoekend en nieuwsgierig, tot opportunistisch en destructief. In een aantal van de werken staat die relatie nadrukkelijk centraal, in een aantal andere werken is het dier meer afgebeeld als aanleiding. Dat de tentoonstelling halverwege zou moeten sluiten vanwege een virus, veroorzaakt door hoe de mens omgaat met de natuur is op zijn zachtst gezegd een pijnlijk toeval.
Hoewel er op dit moment genoeg scenario’s de ronde doen over hoe een eventuele post-coronatijdperk er uit zou moeten zien is onmiskenbaar duidelijk dat er een hoop dingen anders moeten. Niet alleen in China, ook hier in Nederland. De oproep voor verduurzaming lijkt me daarin een logische keuze. Onze mondiale omgang met dier en natuur moet veranderen. Niet alleen in China maar ook hier.
We zullen moeten omdat een volgende pandemie, een volgende misoogsten, volgende bosbranden en overstromingen wellicht nog meer dramatische gevolgen hebben voor ons allemaal…
Laat een reactie achter;