Vorig weekend, 17 maart opende Galerie Witteveen in een gigantisch pand. Niet alleen is deze galerie groot (260 m2) en ontzettend mooi, maar ook nog eens om de hoek bij Rolt, Witzenhausen, achter Ron Mandos (die me erop wees) en dan nog voor Wim van Krimpen; namelijk in de Konijenstraat (Google maps hier). Midden tussen alle andere galeries dus. Dat dit pand nog niet eerder door een galerie gebruikt is, is bijna onvoorstelbaar.
De galerie opent met een tentoonstelling van Paul van Dongen, en bovenaan de trap Winnie Roeper.
Paul van Dongen(1958) ken ik vooral van schedels en grote zelfportretten. Dat is zo ongeveer ook het werk dat hij hier toont. Dat is niet zo gek want omdat de ruimte zo groot is, is het ook werk van de afgelopen 10 jaar. Een soort ‘beste van’. Het zijn voornamelijk enorme etsen en aquarellen met portretten van hem, schedels, bloemen, enkele Christushoofden, enkele landschappen en een figuur aan het kruis. Ieder werk is raak. Geen enkele ets ziet er twijfelend uit, of onzeker. De aquarellen zijn allemaal prachtig van kleur, mooi ontstaan maar toch duidelijk ambachtelijke kwaliteiten. Het ziet er allemaal gemakkelijk uit, alsof hij dit in korte tijd gemaakt heeft. Bijna vergeet je dat het een decennium aan werk is. De selectie van werken is scherp en het is niet onterecht hem te zien als een hedendaagse meester in grafiek en aquarel.
Het werk gaat inhoudelijk naast de religieuze aspecten ook over het beeld dat men van ‘zichzelf’ heeft. Het maken van zelfportretten op zo’n groot formaat vraagt niet alleen om letterlijk scherper naar je uiterlijk te kijken, maar ook het innerlijke. Daar waar contemplatie meestal passief is, kan het ook wel degelijk actief zijn.
De figuren gaan elkaar en de kijker te lijf met hun fysieke aan en afwezigheid. Kunst zou niet alleen contemplatie, maar tegelijk ook confrontatie kunnen zijn. Ik denk dat Van Dongen daar met zijn werk goed in slaagt. Een Christus aan het kruis roept een aura van contemplatie op, maar ook op een fysieke manier en zeker op dit formaat confrontatie. De schedels doen eigenlijk hetzelfde.
Paul van Dongen is een vakman die tijdloos werk kan maken wat zowel confronterend is als contemplatief. Een combinatie die er te weinig is lijkt wel.
Winnie Roeper (leeftijd onbekend) is van een heel andere orde dan Paul van Dongen, het zijn assemblages van diverse materialen en ready-made sculpturen zoals poppen. Een decor of etalages die niet direct op zijn plek vallen en een beetje een wrange nasmaak behouden, die messen zitten toch niet geheel geruststellend in dat beeld. Het is een beetje vreemd werk. Ergens heel toegankelijk en gelikt, maar toch is het geen kitsch zoals dat bij bijvoorbeeld Jeff Koons het geval is. Het lijkt een continu spel te zijn met verwachtingspatronen van beelden die wel al kennen en hoe materialen bij elkaar aansluiten die niet noodzakelijkerwijs bij elkaar horen. Het beste werk wat daarin slaagt is de David, als beeld heel bekend maar wat die messen en dat rood erbij moeten is volstrekt onduidelijk.
En er stonden enkele werken van Joost van den Toorn.
SUPER OEKE
mooi werk…