Het begrip ‘mesoscope’ was mij niet bekend. Als ik het persbericht mag geloven staat het voor het zichtveld dat tussen het microscopische en macroscopische in staat, onze voor het normale oog zichtbare wereld.
In het verlengde daarvan moet ik denken aan iets wat Da Vinci ergens schrijft in zijn traktaat over de schilderkunst. Als je niet weet wat je moet doen als kunstenaar begin je met hetgeen je kent. Oftewel, je eigen atelier of wat je direct voor je ziet.
Zowel Rosa Everts (1986) als Erica Scheper (1974) beginnen met alledaagse dingen. Niet onwaarschijnlijk vanuit dat moment dat ze in het atelier zaten, misschien ook even niet wisten wat ze moesten doen met dat lege canvas en ook maar simpelweg begonnen met wat ze voor zich zagen. Misschien ook niet maar het zou zomaar kunnen.
In beide gevallen moet gezegd worden dat er met veel gevoel voor aandacht en precisie gewerkt wordt. Het zijn bescheiden onderwerpen.
Het werk van scheper is van klein formaat. Tel de onderwerpkeuze er bij op en je krijgt ‘grappige schilderijtjes’. Bij sommige kunstwerken zou ‘grappige schilderijtjes’ echt het meest banale zijn om te zeggen maar juist daar zit hem de kracht van haar werkjes in. Ze wijzen op de schoonheid van de meest eenvoudige dingen die alom vertegenwoordigd zijn zonder dat we dat altijd in de gaten hebben.
Everts werk valt op wat betreft vindingrijkheid. Niet alleen zijn het foto’s die bewerkt worden met potlood en verf, maar ook strategisch geplaatste materialen zoals dunne draadjes en stukjes semi-transparant papier. Op het eerste gezicht is er niet zo veel te zien, maar pas wanneer je er net iets langer naar kijkt vallen al die kleine vondsten op.
Een bescheiden tentoonstelling, maar stopcontacten en wasbakken hebben er nog nooit zo interessant uitgezien.
De tentoonstelling is helaas niet meer te bezoeken bij With Tjsalling te Groningen.
Laat een reactie achter;