In de galerie staan enkele speakers en wat drums. Zo af en toe klinken er wat geluiden uit de boxen, soms resoneren de snaren op een trommel mee. De geluiden zijn vaak niet echt gedefinieerd, ze klinken willekeurig. Soms wat ver weg, soms dichtbij. De balkondeur van de galerie staat op een kiertje, af en toe hoor je een vogel fluiten. Even is er de twijfel of het van buiten is of van het werk van Nickel van Duijvenboden (1981).
Het is niet de eerste keer dat ik elementen van een drumstel, strategisch geplaatst in een galerieruimte, aantref als kunstwerk. Ook niet de eerste keer dat een geluidswerk met ogenschijnlijk ad random geluiden tref (van een typemachine tot geluiden die uit oude synthesizers lijken te komen naar regelrechte ruis en sprekende stemmen). Maar toch doet deze installatie iets anders. Er is namelijk iets in hoe de ruimtelijkheid van het denken wordt bepaald.
Dit klinkt nogal vaag dus ik zal proberen dat toe te lichten. Denk aan de band U2, hun muziek is gemaakt om in grote stadions op te treden. Het geluid zit van zichzelf al vol met galm en echo en is niet heel snel van tempo. Omgekeerd is het ook, een snelle intense punkband blijft met zijn staccato geluiden niet echt overeind in een groot stadion, er blijft een kakofonie aan geluiden over. Juist wel werkt dat in kleine ruimtes waar het allemaal wel strak overeind blijft.
Zoiets merkte ik zelf ook toen ik zelf een groter atelier kreeg. Vier maal zo groot als het atelier daarvoor. Zo’n gigantische ruimte had ik helemaal niet nodig. Een jaar later maak ik ineens werk dat ook vele malen groter is en is het atelier vaak goed gevuld. Met een groter atelier, ga je van zelf groter werk maken. Vraag is dan natuurlijk of ik ook weer kleiner werk zou gaan maken als ik weer een kleiner atelier zou hebben? Misschien.
Nu, even terug naar het werk van Van Duijvenboden, daar gebeurt iets vergelijkbaars. Het toont afstanden van ruimte en de reacties die er op volgen. Sommige geluiden zijn dichtbij en ver weg tegelijk, andere geluiden zijn ver weg en hard en tonen de galm van de ruimte. Het is geen geluidswerk met wat ad random geluiden, het is eerder een voortkabbelende dialoog van toeschouwer, de geluiden deze maakt zodra hij de galerie binnen komt, de galerie zelf en het werk. Het maakt even dat de ruimte anders galmt en je je anders verhoudt tot de ruimte. Er anders over nadenkt. Misschien meer punk, misschien meer U2, of gewoon groter werk maken. Zoiets…
Dit werk is nog te zien tot en met 8 januari bij Galerie van Gelder te Amsterdam. In de voorruimte werk van Klaas Kloosterboer, ook de moeite waard en waarover later meer.
Laat een reactie achter;