Als kunstenaar maak je kunstwerken. Doorgaans zijn dat objecten die bekeken moeten worden en zodoende iets teweeg brengen. Soms zijn dat inspirerende schilderijen, soms zijn dat bizarre performances. Als er al een wisselwerking is, dan is die beweging altijd vanuit het ‘hogere’ kunstwerk naar de toeschouwer toe. De kunstwerk heeft het laatste woord.
Het werk van Klaas Kloosterboer (1959) zal dat uiteindelijk misschien ook wel doen. Maar tot dusver is het toch vooral werk dat eerder een soort rekwisiet lijkt te zijn. De werken acteren, of beter gezegd, laten iets acteren dat buiten henzelf ligt. Het is verleidelijk de werken te zien als schilderijen omdat ze toevallig aan de muur hangen. Of een sculptuur omdat het toevallig ruimtelijk is. Het ruimtelijke werk is nog het meeste een schilderij van alle werken, het is verf op linnen vervormd door de strobalen die er onder liggen.
Dat terugkomende stro is misschien wel de crux tot het grip krijgen op het werk. Stro, gedroogd gras is niet iets dat tot de eeuwigheid stabiel blijft. Het is voor de dieren in de stal als voer, als ondergrond, als een soort multifunctionele vulling. Goedkoop materiaal dat een soort hoeveelheid uitdrukt zonder zelf heel vormelijk te zijn. Hoe lullig ziet één zo’n strotwijgje er uit? Pas door de hoeveelheid wordt het een soort anoniem volume. Net als het werk acteert het iets te zijn, het acteert volume. Maar het is het niet.
Het werk ontkend zichzelf niet zo zeer, het toont in alle eerlijkheid dat het iets aangeeft dat buiten zichzelf ligt. Het werk is een monochroom op een lading stro, of jutte met strozakken aan de muur. Daar zit totaal geen verbeelding bij of een expressionisme. Het werk is zo gortdroog dat het bijna alleen maar kan zeggen “kijk niet naar mij, ik doe alleen maar alsof ik iets laat zien”. Daar komt misschien dan toch die betekenis van het werk. Want dat moet de toeschouwer dan maar bepalen.
De tentoonstelling is eigenlijk één groot vraagteken, een vraagteken aan de toeschouwer. Het werk is niet wat het is, en wat het wel is doet er eigenlijk niet toe. Net als stro een nietszeggende volume is en tegelijk ook niet is. Het is vooral eigenlijk dezelfde lucht als waar we ons de hele leven al in begeven…
Deze tentoonstelling is nog tot en met 8 januari te zien bij Galerie van Gelder te Amsterdam.
Laat een reactie achter;