Sinds ik op paneel werk overkomt het me nog maar zelden dat ik mijn werk weg hoef te gooien. Niet dat geen enkel werk meer mislukt, als het dan mislukt pak ik simpelweg de schuurmachine totdat ik de witte gesso weer zie zie opdoemen. Bij werk op doek is dat een stuk lastiger. Als de verf eenmaal droog is, is deze haast niet meer te verwijderen. Zo gaan er bij veel andere schilders vast meters linnen en katoen de prullenbak in. Is er niet een manier om toch nog met die werken iets te doen?
Wellicht zag Henry Byrne (1985) bij zijn collega’s zo ook werk in de container verdwijnen. Of bleven de doeken wezenloos door het atelier slingeren. Hij nam de werken, veegde er een dunne laag verf overheen en kraste er tekst in. Niet langer is het het werk dat zo lang in limbo verbleef, maar wordt het een werk van Byrne. Uiteraard zal dat in samenspraak met de originele maker gebeurt zijn, want de quotes die uiteindelijk op de doeken belandden komen voort uit de gesprekken die over en weer gegaan zijn.
De werken geven daarmee zichzelf niet zo zeer als schilderij bloot, maar als hoe kunstenaars zich als mens tot elkaar verhouden. Hier ontvouwt zich een netwerk van bevriende kunstenaars rondom Byrne heen. De gesprekken die hij daarmee gevoerd moet hebben, dat is het eigenlijke werk. Als buitenstaander vangen wij daar, via de doeken die uiteindelijk in de galerie hangen, slechts een glimp van mee.
Laat een reactie achter;