Een consistent oeuvre opbouwen en toch met ieder werk totaal nieuwe dingen laten zien. Of beter gezegd, ieder werk representeerd een totaal nieuwe wereld terwijl het toch zeer duidelijk bij de andere werken aansluit.
Dat lijkt ook het geval bij het werk van Toon Verhoef (1946). Hij maakt schilderijen die steeds dezelfde ingredienten hebben. Dat zijn kleuren met strepen en abstracte vormen met acryl, acrylverf en olieverf. De formaten van de doeken zijn nagenoeg gelijk, allemaal 150cm hoog en rond 100cm breed.
Per werk valt er een boek over vol te schrijven. Hoe de kleuren en de vormen op elkaar inwerken bijvoorbeeld en wat voor effect het brengt. Wat dat betreft is het net als taart, met bepaalde ingredienten kun je heel diverse taarten bakken. Maar als je al die taarten bij elkaar zet wordt het toch lastig wat al die taarten nu gemeen hebben behalve de ingredienten en de taartvorm. Dat wil nog niet zeggen dat het een slechte taartenbakker is, sterker nog, ik denk dat het een kwaliteit is. Alleen is het dan dus makkelijker het te hebben over die ene taart.
Dat geldt dus ook voor het werk van Verhoef. Alle werken bij elkaar zijn lastig te duiden, maar per werk bekeken zijn ze fantastisch. Het zijn werken die vooral formeel heel interessant zijn. Hoe bepaalde kleuren en vormen zich tot elkaar in het geheel verhouden en daar vervolgens een bepaalde betekenis aan verbinden. Vooral de diepte in de onderlagen (verkregen door na de eerste kleur acrylverf enkele lagen transparante acryl er op te smeren waardoor er een was-achtig effect optreed) en hoe die zich verhoudt tot de bovenste olieverf laag levert mooie effecten op.
Interessant werk dus van Verhoef. Ik weet alleen niet of je er meerdere bij elkaar hoeft te zien.
De tentoonstelling van Toon Verhoef is nog tot en met 20 april te zien bij Galerie Onrust te Amsterdam.
Heerlijk! Dank Niek.
@Roland, You’re welcome 🙂