Er zijn verschillende manieren om aan een schilderij te beginnen. De meest eenvoudige is om eerst het wit weg te schilderen. Dan is er al iets gebeurd, want het daadwerkelijk beginnen is vaak het meest lastige. Daarna zijn er vele mogelijkheden. Je kunt werken naar de waarneming, of methodisch een schets uitwerken, of vanuit de eerder gemaakte keuze een nieuwe ontvouwen.
Het werk van Frank Nitsche (1964) lijkt vanuit de laatste manier van werken voort te komen. In de weloverwogen werken zie je hem zoeken en aftasten. Dunne lijnen kunnen zich ontwikkelen tot kleurvlakken, afgezet tegenover de reeds aanwezige lijnen en kleurvlakken. Soms wordt er iets weggeschuurd, om vervolgens rustig overgeschilderd te worden. Door dat bedachtzame proces ontstaan doeken die soms chaotisch, gelaagd en groot, soms klein en ogenschijnlijk eenvoudig zijn.
Het is mensenwerk, een opeenstapeling van keuzes met alle misstappen die daar bij horen. Met name op de randen van de doeken zijn daar nog de littekens van zichtbaar. En dan niet dat het per ongeluk niet overgeschilderd is, maar duidelijk bewust als onderdeel van het geheel. Je kunt bijna met hem mee-denken in waarom er bepaalde keuzes gemaakt zijn.
Het levert een tentoonstelling op die op het eerste gezicht door de zachte pasteltinten heel ingetogen is. Maar als je eenmaal voor een schilderij staat, dan ontvouwt zich een enorme rijkdom aan geconcentreerde keuzes. Het is sensationeel zoals een Vermeer dat ook kan zijn. Geen brute composities en heftige kleuren, maar een sereniteit die door die concentratie keihard binnen kan komen.
Laat een reactie achter;