We zijn allemaal gemaakt van sterrenstof. Echt waar. Uiteindelijk worden we ook weer sterrenstof en ook dat is echt waar. Het is alleen de vraag wanneer.
Het werk van Otto Egberts (1949) draagt die tijdloosheid en die eindigheid in zich. Met een enorme zuigkracht onttrekken zijn werken het licht. Niet omdat ze zo zwart zijn, maar zo dof en aards. Aarde als het nieuwe Vanitas. Het werk is niet deprimerend maar melancholisch. Het geheel vereist dan ook een contemplatie in de leegte van die aarde. Sober werk dus.
Fenneke Hordijk toont (o.a.) een groot monumentaal werk. Ook dit werk is sober van opzet al schijnen er door de craquelé van het grafiet wel kleuren doorheen. Ondanks alle menselijke handeling overstijgt het werk deze ook door de enorme grijsheid die het werk in zich heeft. Ook hier zuigt het werk licht op.
Het werk van Vera Witleer (1946) is minder sober maar wel wat zwarter. Waar de werken van Hordijk en Egberts een zuigende kracht hebben vanuit hun verstilling lijkt het werk van Witleer ineens ontzettend nerveus en bijna zelfs schreeuwerig. Dit valt als je het uit de context haalt natuurlijk mee.
Alle drie de kunstenaar maken werk wat vraagt om tijd. Het zijn allemaal werken die ruimte nodig hebben en enorm veel licht in zich opzuigen. Respect voor de kopers want dit is geen vrolijk en makkelijk werk. Dit is werk wat het verdient in alle rust overpeinsd dient te worden, en zetten tot denken over het leven en stof… sterrenstof…
Is nog te zien tot en met 1 juli bij Galerie Helder in Den Haag.
…mooie metafoor Niek,….. sterrenstof!!
zó het werk van Otto Egberts verbaast me, héél wat anders dan wat hij eerst maakte, erg mooi…
Er lag een boek met ander werk van hem, maar dat kende ik ook nog niet. Vond dit in elk geval erg sterk werk. Mocht je de tijd/mogelijkheid hebben om het in het echt te aanschouwen, zeker doen.