Het werk van Jaring Lokhorst (1972) lijkt steeds zich rondom niet-dingen te gaan. Geschilderde bouwplaatsen, hekwerken waar iets niet in de haak is of een saai uitzicht uit een raam. Het zijn geen voorstellingen die direct een romantische esthetiek oproepen. De saaiheid van de dagelijkse wereld, plekken waar je doorgaans simpelweg niet naar kijkt.
Maar op het moment dat ze geschilderd worden, in dit geval door Lokhorst, blijkt er ineens een hele hoop beeldende potentie in te zitten. In de handen van een kundig schilder transformeren die sporen in de modder en hekwerken naar rake bijna optisch werkende panelen. Bijna, want van optische truckage is in zijn werk niets terug te zien. De herhalingen van het raster worden subtiel gemanipuleerd zodat het niet te hard binnenkomt, maar het ritme en de beweging blijven er wel. Zo ontstaat er een beeld wat zowel grafisch als representatief is. We kijken naar situaties die een enorme beeldende kracht hebben, zonder dat ze geabstraheerd of sensationeler gemaakt hoeven te worden.
De kunst in dit geval, zit hem in de kwaliteit van dat te schilderen. Hoe de herhalingen zo te schilderen, dat het geen herhalingen worden, maar wel dat de werking van die herhaling overeind blijft als een soort beeldrijm. Het blijven saaie situaties, maar het worden mooie beelden.
Het werk van Jaring Lokhorst is nog tot en met 13 december te zien bij Galerie AdK te Amsterdam.
Laat een reactie achter;