Je hebt er vier jaar kei hard voor gewerkt, niet zo zeer je diploma zodat je jezelf beeldend kunstenaar mag noemen, maar je mag je naar vier jaar eindelijk echt kunstenaar voelen. Je studeert af. Vier jaar vol met bloed, zweet en tranen. Dan het grote moment, iedereen komt kijken bij je eindexamen presentatie. Je ouders, opa & oma, tantes, wat vrienden van buiten de academie. En natuurlijk niet te vergeten galeriehouders, museumdirecteuren en andere professionals.
Maar je moet er dan natuurlijk wel voor zorgen dat die mensen kunnen zien van wie het werk is wat ze goed vinden. Daarvoor hebben ze naambordjes uitgevonden en nagenoeg iedere academie gebruikt die ook. Behalve in Breda (en Den Bosch even zo goed). Een plattegrond (waarvan de nummers niet altijd lijken te corresponderen met waar er daadwerkelijk iets te zien is) en ansichtkaarten (waarvan ook niet altijd duidelijk wordt welk werk daar bij hoort) zijn dan niet handig.
Oftewel, ik heb hier in elk geval de helft moeten gokken. Geluk voor degene die ik goed gegokt heb, pech voor degene waarvan ik het niet weet en wie ik verkeerd gegokt heb. Maar waarom in hemelsnaam niet gewoon mooi in een hoekje bij je werk een naambordje? Waarom niet? In dit geval zal ingebracht kunnen worden dat de ruimtes te open daarvoor waren. Niet bij ieder werk was een bordje mogelijk. Dat klopt maar is ook veelzeggend voor de inrichting die met relatief veel kleine werken ook snel onoverzichtelijk wordt. Ik pleit niet voor hokjes zoals bij een beurs, maar enige scheiding lijkt me wel wenselijk. Je kunt ook te veel op de autonome kracht van het werk vertrouwen in zo’n context.
Bij andere afdelingen dan beeldende kunst was dit overigens geen probleem en was wel duidelijk wie de maker van het werk is. Dat is handig, voor als je het wilt opschrijven of net zoals ik fotografeert direct na het werk te hebben vastgelegd.
Afijn, in Breda studeren dus een aantal kunstenaars af. Hier volgt een beeldverslag van welke er zoal opvielen om diverse redenen.
Kijk, zo kun je foto’s ook tonen als het te druk is aan de wanden neem je gewoon de ruimte op de vloer.
Heel subtiel en ondanks de veel-en-groot strategie en bekende foefje toch erg sterk.
Deze eindexamenpresentatie is nog te zien tot en met 2 juli te Breda.
Jammer dat ik het werk van Maartje Wüllschleger niet kan opklikken
@LL, Op de afbeelding klikken en je krijgt gewoon een grotere versie (kan even duren, dat wel).
Beste Niek,
er moet me toch wel iets van het hart.
Je kritiek op het missen van naambordjes; daar kan ik in mee komen. Dat miste ik zelf ook bij sommige werken. Die plattegrond werkte ook niet. Die heb ik dus laten liggen. Het is een goede tip naar de afgestudeerde kunstenaars toe.
Maar aan de andere kant, is het misschien ook eerlijk van je, als je daarbij noemt dat je erg weinig de tijd neemt voor de werken. Dat was vorig jaar al zo, en dit jaar niet anders naar ik begreep.
Op het moment dat je wat langer bij de werken stil staat en je er in verdiept, is het niet moeilijk om de werken aan de kaarten te koppelen. En daarbij; de meeste kunstenaars zijn er zelf bij: vragen of het werk van hen is kan altijd. Nogmaals: bordjes werken beter, maar als je het echt wilt weten en geïnteresseerd bent in de maker kan je het gewoon vragen.
Wat mij vooral op viel bij de expo in Breda, was de tijd die je soms nodig hebt om de werken goed tot je door te laten dringen. Stil staan en ontdekken. Zo heb je waarschijnlijk door jouw werkwijze het schitterende werk gemist van Evelien Mattheij: de spijker. Reden om nogmaals terug te gaan als je de tijd hebt.
Of misschien heb je geluk en exposeert ze het werk ook in Pictura.
Groet, Nina
@Nina, Ik kan je verzekeren dat ik niets gemist heb, ook de ronddraaiende spijker niet. Dus opvallend dat je mijn “werkwijze” (zonder er daadwerkelijk bij te zijn geweest) vanwege mijn snelheid en op basis daarvan beoordeelt.
Wat je zegt over de tijd nemen ben ik met je eens, door langer te kijken naar iets zie je meer en ontdek je nieuwe dingen. Echter, hoeveel tijd is genoeg?
Even een rekensom. In Breda staan op het plattegrondje 40 werken aangegeven. (Het zijn er meer geweest want sommige staan er maar 1 keer op, maar for the sake of the argument). De gemiddelde museumbezoeker kijkt 9 seconden naar een werk. Dat zou betekenen dat het zien van de werken van het eindexamen in Breda ongeveer 6 minuten duurt. Is een uur (oftewel anderhalve minuut per werk) dan te weinig?
Is het werk van een net afgestudeerde kunstenaar 10 keer zo complex, gelaagd en dus tijdrovend als een meesterwerk in een museum? Of hoeveel tijd moet je dan precies nemen?
(En natuurlijk, deze som klopt niet helemaal, er zijn iets meer werken, af en toe heb ik kort met iemand gesproken, je moet ook die trappen op, ik loop minimaal 3 keer rond door de hele tentoonstelling zodat ik dus niets mis en zo, maar nog altijd aanzienlijk meer dan de 9 seconden gemiddeld.)
Ik was er bij, alleen was dat vorig jaar. Maar toen zat ik in de positie van de afstuderende kunststudent en kon ik dat niet zeggen omdat het ongunstig over kon komen. Omdat ik ook dit jaar geluiden hoorde over jouw werkwijze (de manier waarop je een eindexpo bezoekt en er over blogt) hebben mij er ook toe aangezet om het berichtje te sturen. Ik heb het dus enkel over de eindexpo’s, even voor de duidelijkheid.
Overigens: respect voor de hoeveelheid expo’s die je bezoekt en het bloggen. Ik zou het niet kunnen omdat ik het geld niet heb, maar ik ben ook best kritisch en wordt soms al niet goed van mezelf, laat staan de ander.
Ik vind je argument niet heel sterk Niek. Je bepaalt toch zelf hoeveel tijd je neemt voor het bekijken van een werk? Dan ga je toch niet uit van 9 seconden? (het onderzoek is trouwens volgens mij in Engeland gedaan, niet in NL) De reden van jouw komst is, naast dat je het waarschijnlijk ook gewoon leuk vindt, het schrijven van een blog op deze website. Dat gaat over de posities en ideeën in de hedendaagse kunst. Maar, als je weinig tijd neemt om de diepgang op te zoeken, hoe kan je dan iets bloggen over posities en ideeën? Uiteindelijk zijn het jouw woorden, niet die van de hedendaagse beeldende kunst. Ik begreep dat je in je blogs ook niet inhoudelijk op de werken wilt reageren. Als dat zo is, waar gaat het uiteindelijk dan over? Haalt je werkwijze voor deze blog (heeeel veel reizen, weinig tijd) de aandacht voor de kunst dan niet weg? Doe je daar mee de kunst zelf dan niet te kort? Ik ben benieuwd naar je antwoord.
Misschien hoeft dit ook niet in het openbaar, maar dat laat ik aan jou over.
@Nina,
Je was er niet bij, er zijn welgeteld 3 mensen die ooit met mij mee een eindexamen hebben gelopen op mijn manier, en jij was er niet 1 van. Maar bij deze nodig ik je uit volgend jaar met mij mee te gaan tenzij je het leuk vind om deze zondag met me mee te gaan naar Groningen.
Het argument wat je hierboven stelt is dat de hoeveelheid tijd en de diepgang van het kijken aan elkaar gelijk geschakeld is, is natuurlijk ook niet sterk. Kijken is een activiteit en net als rennen kunnen sommige mensen dat nu eenmaal sneller dan anderen. Voor mij is een minuut per werk nog altijd ruim voldoende, hoeveel jij nodig hebt is jouw aangelegenheid.
Dat ik de eindexamens bezoek is voor mijzelf een inventarisatie van mentaliteiten. Inhoudelijke duiding kan maar is gezien de context van zo’n eindexamen niet interessant. De kunstenaars hebben onderling weinig connecties inhoudelijk en formeel en dus kun je niet spreken over een tentoonstelling. Ook vind ik het niet zinvol om op basis van gemiddeld 3 werken per persoon tot inhoudelijke uitspraken te komen omdat het veld aan betekenissen van de kunstenaar in kwestie daarin nog te fluide is op zo’n eindexamen. Daarvoor zou een andere presentatie zinvoller zijn.
Dat er een blog over volgt is voor mij altijd secundair. Mijn doel is niet het maken van blogposts, mijn doel is het zien van nieuwe mogelijkheden voor mijn eigen werk. Lost Painters is een naslagwerk voor mijzelf. Dat jij en vele anderen er ook naar kijken is leuk en mooi meegenomen, maar niet het doel.
Hoi Niek,
ik liep inderdaad niet aan je zijde, dat klopt. Ik zag je wel met haast de werken bekijken. Lijkt me leuk om volgend jaar met je mee te gaan. Bij deze de uitnodiging geaccepteerd 😉
Ik zeg alleen dat sommige werken meer tijd nodig hebben om goed in te dalen, en dat het, ondanks je getrainde oog, nog steeds nodig is om er bij stil te staan. Drie keer kort kijken om zeker te weten dat je dan niks mist, is dan volgens mij ten eerste nog niet lang genoeg, en ten tweede sla je misschien op deze manier de plank mis als je het hebt over het inventariseren van mentaliteiten. Het werk vraagt tijd van je, misschien langer dan jij gewend bent of wilt. Of jij die tijd aan het werk wilt geven is aan jou, maar om vervolgens dan een goede inventarisatie te kunnen maken zou dat wel een vereiste zijn.
Wat betreft je ondertitel: Je doet het nu niet overkomen alsof het ook jouw naslagwerk is. Door het neer te zetten als ‘een webmagazine over posities en ideeën in de hedendaagse beeldende kunst’ lijk je meer te neigen naar een overzicht van wat er gaande is in de kunstwereld, terwijl je dus blijkbaar bedoelt ‘een webmagazine over de posities en ideeën van Niek Hendrix in de hedendaagse beeldende kunst’, en dat is nogal een verschil. Bij dit laatste is mijn kritiek dan ook zinloos en slaat het ook nergens op. En dan nog zou ik, met de vele bezoekers op je website in je achterhoofd, de eindexpositie ook op je in laten werken om zo een evenwichtig beeld te kunnen geven van de tentoonstelling. Je raadt mensen de eindexpo’s ook aan (of niet), wat betekent dat je je er wel bewust van bent.
@Nina,
Dan help me onthouden dat je volgend jaar mee gaat.
Over de duratie van het bekijken van werk, dat is en blijft een relatief begrip. Wat jij drie keer kort vind, is voor mij drie keer ruim voldoende. Natuurlijk, sommige werken vragen om meer tijd, maar dat blijft altijd relatief gegeven in verhouding tot het andere. Jij kunt niet voor een ander oordelen of dat lang genoeg is. De werken die overigens meer tijd vragen moeten die waarde ook inlossen, op het moment dat ze dat niet doen houd het economische verband in waarde en betekenis direct op en dus loop je door naar het volgende werk.
Op het moment dat er 500 anderen afstuderen, hoeveel tijd is iedereen dan waard? Hoe uniek denk je dat al die 500 kunstenaars ongeveer zijn? Het is heel idealistisch ieder werk uitvoerig te bestuderen maar in een wereld waar echt maar plaats is voor enkelen is dat onrealistisch om dat te vragen van de toeschouwer. Wie niet de kijker bij de lurven weet te grijpen heeft simpelweg een probleem. Op een kunstbeurs zou de kunstenaar dan ook niet overleven en helaas, dat is nu net de spil van de kunstmarkt op dit moment (en je moet ergens geld mee verdienen als kunstenaar). Natuurlijk kun je zeggen dat het aan mij als kunstenaar en criticus is daar los van te staan, toch is het niet zo zeer de markt die de regels bepaald, de regels van het kijken bepalen grotendeels in aanvang de markt. (Daarna komt speculatie, maar dat is next level.)
Dit klinkt allemaal heel cynisch, maar hoeveel galeriehouders, curatoren en andere critici heb jij gezien bij je afstuderen? Velen gaan niet eens kijken omdat het dus niet hun waarde kan terugverdienen om te gaan kijken. Natuurlijk hebben ze de kans de nieuwe topkunstenaar mis te lopen, in de realiteit denken de meesten daar blijkbaar toch anders over.
Over het wel of niet volledig en evenwichtig zijn van mijn selectie. Iedere selectie heeft zo zijn agenda, je kunt immers niet alles laten zien. Het is mijn selectie (zie bij ‘info’ de disclaimer daarover), maar wel een die daadwerkelijk een overzicht geeft wat er (volgens mijn agenda) speelt in de hedendaagse kunst vanuit Nederland. Net zoals iedere redactie hanteer ik een agenda, dat doen MetropolisM, Mister Motley, Kunstbeeld en NRC en de Volkskrant ook. Mij subjectiviteit verwijten is zinloos want dat valt ieder medium te verwijten. Lost Painters is een overzicht, en als je dat niet bevalt, zoek je een andere ;). Je mag dit lezen, maar het hoeft niet. Er zijn natuurlijk talloze andere overzichten te vinden van alle eindexamens. (Alleen Kunstbeeld naar mijn weten).